Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
Uitspraak
[Appellante],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraken van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao, waarin het Gerecht zich onbevoegd heeft verklaard in verschillende zaken met betrekking tot een medische keuring en de afhandeling van verzoeken van [appellante]. De zaak betreft de beoordeling van het procesbelang van [appellante] na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd op 5 oktober 2023. Het Gerecht had eerder geoordeeld dat artikel 35 van de Rar geen grondslag biedt voor het opnieuw beslissen op een bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op de verzoeken van [appellante]. De Raad van Beroep heeft de zaken behandeld op 4 juli 2024, waarbij de voorzitter vanuit Nederland via videoverbinding deelnam. De Raad concludeert dat [appellante] geen procesbelang meer heeft, aangezien zij inmiddels recht heeft op ouderdomspensioen en het medisch oordeel geen gevolgen meer heeft voor haar situatie. De Raad bevestigt de onbevoegdverklaringen van het Gerecht en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk voor de zaken waarin het Gerecht zich onbevoegd heeft verklaard. De Raad oordeelt dat de verzoeken om een voorziening bij voorraad niet in behandeling kunnen worden genomen, omdat daartegen geen voorziening openstaat volgens de Rar.