ECLI:NL:CRVB:2022:1205
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en intrekking van bijstand na onderzoek naar rechtmatigheid op basis van openbare gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging en intrekking van de bijstandsuitkering van appellant, die sinds 6 oktober 2016 bijstand ontving op basis van de Participatiewet. De aanleiding voor het onderzoek was een anonieme melding dat appellant zou frauderen met zijn bijstandsuitkering door werkzaamheden in een kapsalon te verrichten zonder dit te melden. Het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard heeft naar aanleiding van deze melding een onderzoek ingesteld, waarbij ook gegevens van de openbare Facebookpagina van appellant zijn geraadpleegd. De Raad oordeelt dat het inzien van deze gegevens een gerechtvaardigde inbreuk op de privacy van appellant vormt, omdat het college hiermee het belang van het economisch welzijn van Nederland behartigde en de inbreuk voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van zijn werkzaamheden in de kapsalon. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld. De besluiten van het college tot beëindiging en intrekking van de bijstand zijn dan ook terecht genomen. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond had verklaard. De Raad concludeert dat het college terecht de aanvragen om bijstand heeft afgewezen, omdat niet is vastgesteld of appellant in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde.