ECLI:NL:CRVB:2022:2529
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- C.F.E. van OldenSmit
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep Wajong-uitkering afgewezen wegens onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid op zeventien- en achttienjarige leeftijd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellante die een Wajong-uitkering had aangevraagd. De aanvraag was eerder afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van het feit dat appellante op haar achttiende verjaardag het minimumloon kon verdienen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat het beoordelingskader van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) van toepassing was, gezien het geboortejaar van appellante. De Raad bevestigde dat het medisch onderzoek door het Uwv voldoende zorgvuldig en volledig was uitgevoerd. Er was geen aanleiding om te twijfelen aan de medische conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep over de belastbaarheid van appellante op haar zeventiende en achttiende jaar. Appellante had niet aannemelijk gemaakt dat zij op die leeftijden voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering.
Appellante voerde aan dat er geen objectiveerbare informatie beschikbaar was over haar belastbaarheid op haar achttiende verjaardag, maar de Raad oordeelde dat het ontbreken van deze gegevens niet kon leiden tot de conclusie dat er destijds wel beperkingen waren. De Raad benadrukte dat het bewijsrisico bij appellante lag, vooral gezien het tijdsverloop van bijna 30 jaar sinds haar aanvraag. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.