mw. mr. M. van Duuren

Het College heeft de beroepen van een onderneming tegen de afwijzing van subsidieaanvragen op grond van de TVL gegrond verklaard, omdat de minister ten onrechte eiste dat de verklaring over financiële moeilijkheden op nationaal niveau moest worden ingevuld.

Hoger beroep over boete wegens onvoldoende reiniging van vervoermiddel voor transport van evenhoevigen. Boete gematigd tot € 4.500,-.

Hoger beroep over boete wegens gebruik frequentieruimte zonder vergunning. Overtreding bevestigd, boete verlaagd tot € 2.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat [naam] geen belanghebbende is in de handhaving van de kwaliteit van aangetekende UPD-post door de ACM. De ACM heeft geen bevoegdheid om handhavend op te treden op basis van artikel 16, zesde lid, van de Postwet 2009.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] tegen de ACM over maximumtarieven voor warmtelevering niet-ontvankelijk verklaard, ondanks erkenning van persoonlijk belang.

De subsidieaanvraag van de onderneming voor Q1 2022 is afgewezen omdat de inschrijfdatum in het handelsregister niet binnen de vereiste periode viel. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvragen van twee ondernemingen voor Q1 2022 afgewezen, omdat de inschrijfdata in het handelsregister niet voldeden aan de vereisten.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Het College heeft de subsidieaanvraag van [naam 1] B.V. voor Q4 2020 afgewezen omdat deze buiten de aanvraagperiode was ingediend. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte de subsidie voor een MKB-onderneming introk, omdat de onderneming voldeed aan het vestigingsvereiste.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 22 oktober 2024 een eerdere uitspraak van 24 september 2024, waarbij de vergoeding van griffierecht door de minister van Economische Zaken niet was vermeld.

Het College oordeelt dat TenneT geen kosten voor de verplaatsing van de aansluiting bij AVEBE mag doorberekenen en de periodieke aansluitvergoeding niet eenzijdig mag verhogen.

Het College oordeelt dat TenneT de kosten voor de verplaatsing van de aansluiting niet bij Twence mag doorberekenen, omdat het niet gaat om vervanging in de zin van de Tarievencode elektriciteit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard en de afwijzing van subsidieaanvragen op grond van de ATE bevestigd.

Het College oordeelt dat het bezwaar van de curator tegen de S&O-correctieverklaring te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep is ongegrond, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten van de curator.

Het College oordeelt dat het bezwaar tegen de S&O-correctieverklaring te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep is ongegrond, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst de beroepen van Frisia Zout B.V. af inzake S&O-verklaringen voor zoutwinning; kosten niet uitsluitend toerekenbaar aan S&O.

Het College bevestigt de weigering van Liander om een AC5-aansluiting voor een kaasfabriek te realiseren, oordeelt dat het bedrijfsterrein als één WOZ-object geldt, en dat FCN de kosten voor verwijdering van de bestaande aansluiting moet dragen.

Het College verklaart het beroep van de onderneming ongegrond en bevestigt de subsidie vaststelling door de minister op € 427.718,83, gebaseerd op de aangiften omzetbelasting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake herzieningsverzoek TVL Q2 2021. De minister heeft niet aannemelijk gemaakt dat het besluit per post is verzonden. Geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Ice & Events ongegrond, omdat de subsidieaanvraag niet voldeed aan de vereisten van de Tijdelijke regeling aanvullende subsidie evenementen COVID-19.

Het College verklaart het beroep van de vereniging ongegrond, omdat er geen sprake is van voldoende omzetverlies voor subsidie. De minister mocht de subsidie op nihil vaststellen.

De aanvraag van een ondernemer voor TVL-subsidie werd afgewezen omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden. Het College oordeelt dat er geen sprake is van een startende ondernemer en verklaart het beroep ongegrond.

De ondernemer heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van zijn subsidie op nihil door de minister van Economische Zaken. Het College oordeelt dat de minister terecht is uitgegaan van de aangifte omzetbelasting en het beroep ongegrond verklaart.

Het College oordeelt dat de minister de TVL-subsidie terecht op € 0,- heeft vastgesteld, omdat de onderneming niet voldoet aan de voorwaarde van ten minste 30% omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek van de minister om ontslag van instantie toegewezen, waardoor het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk is verklaard.

Het College verklaart het beroep van een eenmanszaak ongegrond, omdat de minister de subsidie op nihil heeft vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies, conform de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag voor het eerste kwartaal van 2022 afgewezen wegens niet voldoen aan het vestigingsvereiste. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een Chinees restaurant tegen de afwijzing van subsidieaanvragen op grond van de TVL ongegrond, omdat er geen omzetverlies was vastgesteld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie op nihil heeft vastgesteld, omdat de stichting niet voldoet aan het vereiste van minimaal 30% omzetverlies. Het beroep tegen het bestreden besluit is niet-ontvankelijk en het beroep tegen het herzieningsbesluit ongegrond.

Het College oordeelt dat Stedin onterecht eiste dat [naam 1] openstaande vorderingen zou voldoen voor heraansluiting op elektriciteit en gas, in strijd met de Regeling afsluitbeleid.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie op nihil mocht vaststellen, omdat de onderneming niet voldeed aan het vereiste van 30% omzetverlies. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de vaststelling van de TVL-subsidie op € 0,- voor Q2 2021, omdat de onderneming deel uitmaakte van een groepsonderneming en het staatssteunplafond was bereikt.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, de minister heeft de omzet van dochterondernemingen correct beoordeeld volgens de TVL-regels.

Tussenuitspraak over het tariefbesluit van de ACM inzake aansluitvergoeding door Stedin, waarbij de ACM onvoldoende motiveert dat kosten in een toeslag van 15% rechtstreekse kosten zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Liander in strijd heeft gehandeld met de Elektriciteitswet door kosten voor netinvesteringen in rekening te brengen via het aansluittarief. Het beroep van Liander wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van ondernemingen tegen de afwijzing van subsidieaanvragen ongegrond, omdat zij als één (groeps)onderneming zijn aangemerkt door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

De subsidieaanvraag van de onderneming voor COVID-19 steun werd afgewezen omdat niet voldaan werd aan het vereiste van 30% omzetverlies. Het beroep tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de TVL-aanvraag van Albron Nederland B.V. terecht heeft afgewezen en de subsidies voor Q3 en Q4 correct heeft vastgesteld, met inachtneming van staatssteunregels.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de TVL-subsidie aanvraag wegens te late indiening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens te late indiening van de TVL-subsidieaanvraag voor Q1 2022. De afwijzing is niet onevenredig.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de TVL-subsidie aanvraag voor Q1 2022 wegens te late indiening.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TVL werd afgewezen omdat de onderneming niet voldeed aan de eis van 30% omzetverlies. Het beroep tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard.

De minister heeft de subsidie voor Q4 2020 op nihil vastgesteld, omdat de onderneming niet voldeed aan het vereiste van 30% omzetverlies. Het College bevestigt de rechtmatigheid van deze beslissing.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TVL voor Q1 2022 is afgewezen omdat deze buiten de aanvraagperiode is ingediend. Het beroep van de onderneming is ongegrond verklaard.

De subsidieaanvraag voor het eerste kwartaal van 2022 is afgewezen omdat de berekende vaste lasten van de ondernemer € 1.499,76 bedragen, wat onder de vereiste € 1.500,- ligt. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van een ondernemer voor subsidie TVL Q1 2022 afgewezen wegens te late indiening. De minister handhaafde de aanvraagtermijn, wat het College terecht vond.

Het College verklaart de beroepen van de ondernemer ongegrond, omdat de minister terecht is uitgegaan van de aangiften omzetbelasting bij het vaststellen van de TVL-subsidie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Energie-Nederland tegen het congestiebesluit van de ACM ongegrond verklaard, oordelend dat de ACM de Netcode elektriciteit rechtmatig heeft aangepast.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heropent het onderzoek naar de WACC vastgesteld door de ACM, oordelend dat dit een besluit is waartegen beroep open staat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de subsidieaanvragen ongegrond, bevestigt de toepassing van het staatssteunplafond en oordeelt dat de onderneming onder de visserij- en aquacultuursector valt.

De aanvragen van een onderneming voor subsidie op grond van de TVL-startersregeling zijn afgewezen omdat zij niet voldeed aan de inschrijvingseis. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht MEP- en SDE-subsidies heeft ingetrokken vanwege invoer van niet-zuivere biomassa door CREN.

Het College oordeelt dat de minister de subsidie op goede gronden heeft ingetrokken, maar het bestreden besluit vertoonde zorgvuldigheids- en motiveringsgebreken. Het beroep is gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een ondernemer tegen de afwijzing van subsidieaanvragen op grond van de TVL ongegrond, omdat niet voldaan is aan de omzetverliesvereisten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de onderneming [naam 1] B.V. als een onderneming in moeilijkheden moet worden aangemerkt, waardoor de aanvraag voor subsidie op grond van de TVL is afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de afwijzing van subsidieaanvragen voor een onderneming in moeilijkheden, omdat de afschrijving van goodwill relevant is voor de beoordeling van het eigen vermogen.

De zaak betreft de toetsing van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 aan het evenredigheidsbeginsel. De minister heeft subsidieaanvragen afgewezen, wat door de onderneming wordt bestreden. Het College oordeelt dat de minister zorgvuldig heeft gehandeld en de beroepen ongegrond verklaart, maar veroordeelt de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De grote kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie op basis van de TVL correct heeft verleend en dat de keuze voor de gemiddelde kwartaalomzet van 2020 niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de TVL-aanvragen terecht heeft afgewezen wegens te late indiening. De onderneming was verantwoordelijk voor tijdige indiening en de reden van de vertraging was geen bijzondere omstandigheid. De beroepen zijn ongegrond.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de onderneming na ontbinding niet meer bestaat. Er is geen inhoudelijke beoordeling van de zaak.

Het College wijst verzoeken om proceskostenvergoeding en schadevergoeding af, maar draagt de minister op het griffierecht van € 184,- te vergoeden.

De aanvraag voor subsidie op grond van de OVK werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Het College oordeelde dat de afwijzing terecht was en dat er geen schending was van het vertrouwensbeginsel.

College vernietigt besluiten minister over subsidies COVID-19; minister moet nieuwe besluiten nemen over groepssamenstelling en staatssteunplafond.

[naam 1] B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidie TVL voor Q1 2021; startende onderneming, geen 30% omzetverlies.

De beroepen van [naam 1] B.V. zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat de onderneming op het moment van instellen van de beroepen niet meer bestond.

Het College vernietigt de afwijzing van subsidieaanvragen voor een onderneming in moeilijkheden, oordelend dat de minister ten onrechte op het niveau van de Nederlandse onderneming heeft getoetst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de ondernemingen met [naam 12] B.V. verbonden zijn, waardoor hun aanvragen voor TVL-subsidies zijn afgewezen. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

De onderneming heeft subsidie aangevraagd voor Q1 2021, maar de minister stelde deze vast op € 0,- vanwege onvoldoende omzetverlies. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, omdat de annulering van het evenement niet het gevolg was van een evenementenverbod dat gold op de datum van het evenement.

Het College vernietigt de intrekking van de TRSEC-subsidie voor Stichting Nederland Beweegt, oordelend dat de intrekking niet evenwichtig was gezien de omstandigheden van de annulering van het evenement.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. De onderneming heeft geen recht op TVL-subsidie en de aanvraagtermijn voor OVK-subsidie is verstreken.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de kostengeoriënteerde tarieven voor nummerportering, waarbij de ACM in de proceskosten wordt veroordeeld.

Tussenuitspraak over intrekking subsidie COVID-19; minister oordeelt dat onderneming geen MKB-onderneming is, maar College vraagt om heroverweging en motivering.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de afwijzing van de TVL-aanvraag van een onderneming wegens onvoldoende bewijs van omzet, wat vereist is voor subsidie.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TVL voor Q4 2021 is afgewezen omdat de onderneming niet voldeed aan de eis van minimaal 20% omzetverlies. Het beroep is ongegrond verklaard.

De onderneming heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van de subsidie COVID-19. De minister heeft de subsidie vastgesteld op € 78.900,47. Het beroep is ongegrond verklaard.

Een onderneming heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van de TVL-subsidie door de minister, die Q3 2019 als referentieperiode hanteerde. Het College oordeelt dat de minister terecht handelde en het beroep ongegrond verklaart.

De onderneming heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van de subsidie COVID-19, die op € 0,- werd vastgesteld. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van varkenshouderijen ongegrond, bevestigt de afwijzing van hun subsidieaanvragen op grond van de OVK, en oordeelt dat de keuze voor het referentiekwartaal niet in strijd is met rechtsbeginselen.

Het College oordeelt dat een onderneming die alleen visserijproducten verwerkt ook onder de visserij- en aquacultuursector valt, en bevestigt de afwijzing van de subsidie voor Q3 2021 en de vaststelling voor Q4 2021 op € 75.000,-.

De aanvragen van verschillende ondernemingen voor subsidie op grond van de TVL zijn afgewezen omdat de steun het staatssteunplafond overschrijdt. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Het College oordeelt dat de aanwijzing van de Hoekse Lijn als lokale spoorweg niet in strijd is met de wet, maar DB Cargo's beroep is gegrond vanwege een lacune in het Besluit lokaal spoor.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een boete oplegde aan [naam 1] B.V. wegens niet-naleving van de Telecommunicatiewet, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Het College bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van [naam 1] B.V. en oordeelt dat de startdatum van de activiteiten op 3 maart 2020 ligt, zonder evidente juridische belemmeringen. Het beroep tegen het herzieningsbesluit is ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de TVL-subsidie voor een kapsalon terecht op nihil heeft vastgesteld, omdat de onderneming niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, die bezwaar maakte tegen de subsidie voor Q2 2021 op basis van de TVL-regeling. De minister hanteerde terecht de inschrijfdatum in het handelsregister als referentieperiode.

Het beroep van de ondernemer tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn subsidieaanvraag is niet-ontvankelijk verklaard. De minister moet het griffierecht vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de hotel-restaurants van Van der Valk geen MKB-ondernemingen zijn en dat de minister terecht subsidies heeft afgewezen. De definitie van MKB-ondernemingen moet strikt worden toegepast, en de TVL is een subsidieregeling, niet een compensatieregeling.

De beroepen van Hotel Almere zijn niet-ontvankelijk verklaard. De minister moet proceskosten van € 2.742,- en griffierecht van € 730,- vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt de afwijzing van subsidieaanvragen van Motel Haarlemmermeer B.V. op grond van het staatssteunplafond van € 2.300.000,-, en verklaart de beroepen ongegrond.

De aanvraag van [naam 1] B.V. voor subsidie op grond van de TVL werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de subsidieaanvraag van ABBW Vastgoed B.V. af, omdat de referentieomzet volgens de TVL-regels correct is vastgesteld. Het beroep is ongegrond en de minister moet het griffierecht vergoeden.

De aanvraag van [naam 1] B.V. voor een TVL-subsidie werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Het College oordeelde dat de afwijzing niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel en dat de onderneming verantwoordelijk was voor tijdige indiening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de onderneming niet voldoet aan de eisen van de TLTO-regeling voor tegemoetkoming vanwege onvoldoende bewijs van uitbreiding van het teeltoppervlak en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de te late aanvraag voor subsidie op grond van de TVL afgewezen. De onderneming voldeed niet aan de termijn en de afwijzing was terecht.

Het College vernietigt de afwijzing van de minister om de kanalisatiestatus van het diergeneesmiddel FRONTLINE TRI-ACT te wijzigen, en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor een TVL-subsidie voor Q2 2021 afgewezen, omdat deze te laat was ingediend. Het beroep van de onderneming is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de TVL voor Q2 2021 bevestigd, omdat deze te laat was ingediend.

Het College vernietigt het kostenbesluit van de minister, oordeelt dat [naam 1] gemachtigde is van de importeur, en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De aanvraag voor TVL-subsidie is afgewezen omdat deze te laat is ingediend. Het College oordeelt dat de minister terecht heeft afgewezen, aangezien de aanvraag niet tijdig was ingediend.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TVL werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Het College oordeelde dat de minister terecht afwees, ondanks technische problemen die de onderneming aanvoerde.

Hoger beroep over toewijzing FM-frequentie aan SRC FM. College vernietigt eerdere uitspraak en besluit minister, maar laat rechtsgevolgen in stand.

De aanvragen voor subsidie vaste lasten COVID-19 zijn afgewezen omdat ze te laat zijn ingediend. Beroepen van de ondernemingen zijn ongegrond verklaard.

De aanvraag om subsidie op basis van de TVL is afgewezen omdat deze te laat is ingediend. Het College oordeelt dat de minister terecht heeft afgewezen, er is geen grondslag voor afwijking van de termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister bevoegd was om runderen te doden vanwege Furazolidon in diervoeder, maar erkent overschrijding van de redelijke termijn, wat leidt tot schadevergoeding voor de rundveehouders.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag wegens te late indiening bevestigd. De onderneming had niet tijdig een aanvraag ingediend, ondanks een voorbereid concept. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de afwijzing van de erkenning van [naam 1] als examinator van machinisten, omdat hij niet kan aantonen dat hij beschikt over de benodigde kennis van Nederlandse examenmethodes.

Beroep van Intraservice Dienstverlening B.V. tegen de afwijzing van subsidie op grond van de TVL is ongegrond verklaard. De minister heeft de omzetcorrectie terecht toegepast, en de subsidie blijft € 9.735,40.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond inzake de vaststelling van het subsidiepercentage onder de TVL 1, waarbij de minister geen juridische verplichting had tot correctie van het percentage.

De aanvraag voor subsidie op grond van de TVL is afgewezen omdat deze te laat is ingediend. Het College oordeelt dat de afwijzing terecht is, gezien de strikte regels van de regeling.

Het College vernietigt de intrekking van subsidies voor evenementen vóór 25 september 2021, maar bevestigt de intrekking voor evenementen op 25 en 26 september 2021.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de afwijzing van de TRSEC-subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat voor een evenement van een stichting ongegrond verklaard, omdat de stichting niet voldeed aan de voorwaarden van de regeling.

De aanvraag voor TVL-subsidie is afgewezen omdat deze te laat is ingediend. De onderneming kon niet aantonen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de vennootschap V.O.F. [naam 1] niet als startende onderneming kan worden aangemerkt en dat de afwijzing van haar subsidieaanvragen op grond van de TVL terecht is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidies aan [naam 1] B.V. op grond van de TRSEC terecht heeft ingetrokken, omdat de evenementen niet onder een evenementenverbod vielen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Het College oordeelt dat de intrekking van de SVL-subsidie terecht was, maar vernietigt de afwijzing van de TVL-aanvragen voor de startende onderneming.

Beroep van vennootschap tegen afwijzing subsidieaanvraag SVL ongegrond verklaard. Minister heeft aanvraag terecht afgewezen op basis van inschrijfdatum in handelsregister.

Het College vernietigt de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een horecagelegenheid en oordeelt dat de minister een nieuwe beslissing moet nemen met een alternatieve referentieperiode.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken en Klimaat terecht de subsidie op grond van de TVL-regeling heeft geweigerd aan [naam 1], omdat hij niet als startende onderneming kan worden aangemerkt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van de subsidie aan [naam 1] B.V. bevestigd, omdat zij onjuiste locatie-informatie heeft verstrekt. Het verzoek om locatiewijziging is afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van een subsidie aan een vennootschap op grond van de SVL bevestigd, omdat de inschrijfdatum niet voldeed aan de eisen.

Het College vernietigt de afwijzing van subsidieaanvragen van [naam 1] B.V. en oordeelt dat de minister nieuwe besluiten moet nemen, waarbij een alternatieve referentieperiode moet worden gehanteerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een vennootschap tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten en griffierecht.

De volkstuinvereniging heeft geen belang meer bij een uitspraak over de inschrijving van de titel voorzitter in het handelsregister, omdat dit reeds ongedaan is gemaakt door de KvK. Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] B.V. ongegrond, omdat geen tijdige aanvraag voor TVL Q4 2020 is ingediend. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht de subsidie voor Klimaatgarant op nihil heeft vastgesteld, omdat de productie-installatie niet tijdig in gebruik is genomen en geen vaststellingsaanvraag is ingediend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de TVL-subsidie voor Q4 2020 ten onrechte niet hoger heeft vastgesteld dan € 30.688,57. De subsidie wordt vastgesteld op € 90.000,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 31 januari 2023 het bestreden besluit van de Kamer van Koophandel vernietigd en geoordeeld dat de vermelding van de liquidatie in het handelsregister voldoende is zonder de vereffenaars te benoemen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep af; appellante niet als startende ondernemer aangemerkt, geen afwijkende referentieperiodes.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor subsidie op basis van de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de subsidieaanvraag niet voldoet aan de voorwaarden van de TVL.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie op € 0,- mocht vaststellen, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarde van minimaal 30% omzetverlies, gebaseerd op aangifte omzetbelasting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de subsidie op basis van de TVL-regeling voor de periode juni-september 2020.

Beroep gegrond; verweerder had appellant als startende ondernemer moeten aanmerken voor subsidie COVID-19. Bestreden besluit vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellante niet voldeed aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voor subsidie op basis van de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] N.V. tegen de ontheffing voor GVB Commercieel om openbaar busvervoer te verrichten ongegrond, oordelend dat de ontheffing niet in strijd is met de Wet personenvervoer 2000 of de PSO-verordening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie voor Verkeer Maatregelen Nederland B.V. op nihil is vastgesteld omdat niet voldaan is aan de voorwaarde van minimaal 30% omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van de subsidieaanvraag van Verkeer Maatregelen Nederland B.V. voor TVL Q4 2021 bevestigd, omdat niet voldaan was aan de eis van minimaal 20% omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de KvK terecht de ontbinding van een v.o.f. heeft ingeschreven per 1 augustus 2020, ondanks de betwisting van de appellant over de datum.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie voor TVL Q4 2020 terecht op nihil heeft vastgesteld, omdat appellante niet voldeed aan de eis van minimaal 30% omzetverlies.

Het College verklaart het beroep van appellante gegrond en vernietigt het bestreden besluit inzake de subsidie op grond van de TVL voor Q3 2021, met een termijn voor nieuw besluit van drie maanden.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag op grond van de TVL voor Q1 2021, oordeelt dat de ontvangen subsidie niet meetelt voor de referentieomzet en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van [naam 1] B.V. afgewezen omdat de inschrijfdatum in het handelsregister niet binnen de vereiste periode viel. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de ontheffing voor fosfaatrechten terecht heeft vastgesteld op 941 kg, in plaats van de door appellanten gevraagde 1.231 kg.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de TLTO tegemoetkoming en terugvordering van voorschot, omdat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor uitbreiding van het teeltoppervlak.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de aanvraag van een eigenaar-bewoner voor ISDE-subsidie afgewezen, omdat de isolatiemaatregelen niet door hem zelf zijn betaald. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de subsidieaanvraag niet binnen de termijn van twaalf maanden na de uitvoering van de werkzaamheden is ingediend.

Het College verklaart de uitsluiting van MKB-ondernemingen van subsidie op basis van de SVL willekeurig en onverbindend, en vernietigt het bestreden besluit.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellant geen rechtstreeks belanghebbende is bij de algemeen verbindend verklaring van AVINED.

Het College heeft het beroep van een kermisexploitant gegrond verklaard, omdat de afwijzing van de VLE-subsidie op onjuiste gronden was gebaseerd. De minister moet een nieuw besluit nemen, waarbij rekening gehouden wordt met het vertrouwensbeginsel.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van [naam 1] tegen de afwijzing van de subsidie niet-ontvankelijk is verklaard wegens te late indiening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de aanwijzing van de NZa aan Regenboog Apotheek wegens vermeende misleidende informatieverstrekking aan consumenten. De appellanten hebben correct geïnformeerd over hun contract met VGZ.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat haar inschrijving in het handelsregister niet binnen de vereiste periode voor subsidie op grond van de SVL viel.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; verzoekster voldoet niet aan subsidievoorwaarden TVL Q4 2021.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvragen van Retailors-FL NK Ventures B.V. afgewezen, omdat de SBI-code 64.92.3 (participatiemaatschappijen) niet in aanmerking komt voor subsidie onder de TVL.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de minister terecht Q1 2019 als referentieperiode hanteerde voor de subsidieaanvraag op basis van de TVL. Motiveringsgebreken in het besluit leiden niet tot een andere uitkomst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verzoek om de omzet te extrapoleren. Het beroep is ongegrond.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst subsidieaanvraag af wegens niet voldoen aan stimulerend effect en eerdere start van ombouw.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een startende ondernemer onder de TVL, omdat de regeling geen oplossing biedt voor ondernemers zonder omzet vóór 15 maart 2020, in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. Appellant kon niet aantonen dat hij 30% omzetverlies had geleden, waardoor de subsidieaanvraag op basis van de TVL werd afgewezen.

Uitschrijving van de bestuurder na overlijden; gerede twijfel over opgave; beoordeling civielrechtelijke feiten voorbehouden aan civiele rechter.

Beroep tegen niet tijdig nemen beslissing is niet-ontvankelijk; beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag COVID-19 ongegrond.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de subsidie COVID-19, omdat de SBI-code 11.07 beter aansluit bij de activiteiten van appellante dan de SBI-code 46.34.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het herzieningsverzoek van appellante afgewezen, omdat geen sprake was van evidente onredelijkheid en appellante haar verantwoordelijkheden niet was nagekomen.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie voor een project niet conform het projectplan is uitgevoerd, waardoor nihilstelling en terugvordering van de subsidie gerechtvaardigd zijn.

Het College vernietigt de boete opgelegd aan [naam 1] B.V. wegens onjuist nicotinegehalte, oordelend dat de overtreding niet verwijtbaar was.

Appellante heeft beroep ingesteld tegen de uitschrijving van haar onderneming door haar bewindvoerder. Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat appellante niet in staat is tot redelijke waardering van haar belangen.

Hoger beroep van AGA SAAT GmbH en Waalhaven Douane Service B.V. over de vernietiging van sesamzaad uit India wegens overschrijding van de maximumresidugehalten voor ethyleenoxide. Het College bevestigt de uitspraak van de voorzieningenrechter dat terugzending niet mogelijk is en vernietiging noodzakelijk is.

Het College vernietigt de afwijzing van subsidieaanvragen voor COVID-19 steun, oordeelt dat de verweerder niet mocht afwijken van de aangifte omzetbelasting en draagt nieuwe besluiten op binnen zes weken.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst subsidieaanvraag voor sanering varkenshouderijen af wegens niet voldoen aan emissie-eisen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Klimaatgarant B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de intrekking van de ISDE-subsidie te laat is ingediend en er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Tussenuitspraak over ISDE-subsidie; nieuw feit leidt tot motiveringsgebrek in bestreden besluit. Minister moet besluit herstellen of nieuw besluit nemen.

Subsidieaanvraag voor Q1 2021 afgewezen; appellant voldoet niet aan vestigingsvereiste en verkeerde in financiële moeilijkheden.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de woning aan de [adres 1] geen geurgevoelig object is volgens de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.

Hoger beroep ongegrond verklaard; boete voor overtreding rookverbod in horeca bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van appellante ongegrond en bevestigt de boete opgelegd door de staatssecretaris wegens niet-naleving van hygiënevoorschriften.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een warmtepomp wegens termijnoverschrijding en geen schending van het gelijkheidsbeginsel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond wegens te late indiening van de subsidieaanvraag voor een warmtepomp, zonder ruimte voor belangenafweging.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor een warmtepomp afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Appellante maakte niet aannemelijk dat tijdige indiening onmogelijk was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat de subsidie op nihil was vastgesteld wegens onjuiste gegevens over de aankoop van warmtepompen.

De BV verzocht om ISDE-subsidie voor warmtepompen, maar de minister stelde deze op € 0,- vast omdat de warmtepompen al waren aangeschaft vóór de aanvraag. Beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over gezondheidsclaim in levensmiddelenadvertentie. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat geen verboden claim aanwezig is, maar wijst op een onjuist toetsingskader. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de wijziging van de subsidieverlening voor duurzame energieproductie terecht was, omdat appellante niet voldeed aan de verplichtingen. Het beroep is ongegrond.

Het College verklaart het beroep van de BV ongegrond, omdat de minister de subsidie voor Q4 2020 terecht op nihil heeft vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 2] ongegrond, omdat de minister de subsidie terecht op nihil heeft vastgesteld op basis van onvoldoende omzetverlies.

Hoger beroep over gezondheidsclaims in advertenties voor levensmiddelen. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat geen verboden gezondheidsclaim is gedaan, maar corrigeert het toetsingskader.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-subsidies wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen. Appellant betwistte de bevindingen van de NVWA, maar het College oordeelde dat de betwisting onvoldoende was onderbouwd.

Het College vernietigt de afwijzing van de graasdierpremie voor appellante, omdat de minister onvoldoende rekening hield met de bevindingen van de NVWA. Een nieuw besluit moet binnen acht weken worden genomen.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen op basis van SBI-code 90.02.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-inkomenssteun voor een schapenhouder bevestigd, wegens nalatigheid in de bescherming van schapen tegen slechte weersomstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Kamer van Koophandel terecht de inschrijving van de uittredingen van bestuurders heeft geweigerd vanwege gerede twijfel aan de juistheid van de opgaven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de afwijzing van de TVL-subsidie, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het beroep van appellante tegen de subsidieverlening op basis van SBI-codes werd ongegrond verklaard. De juiste SBI-code is cruciaal voor toekomstige subsidies.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag voor MKB COVID-19, omdat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag om tegemoetkoming op basis van de TVL, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College vernietigt de boete opgelegd aan Stichting [naam 1] wegens het ontbreken van een testrapport voor kinderbedden, oordelend dat dit geen overtreding is van de Warenwet.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de randvoorwaardenkorting van 3% voor een landbouwer en stelt deze vast op 1% vanwege onvoldoende rekening houden met de ernst van de overtreding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag op basis van de TVL, omdat de appellante niet de juiste SBI-code had geregistreerd op de peildatum.

Het College verklaart het beroep van appellant gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij verweerder rekening moet houden met de feitelijke activiteiten van de onderneming voor de subsidieaanvraag COVID-19.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam en verklaart het hoger beroep van PostNL gegrond, wegens onrechtmatige besluiten van ACM.

Het College bevestigt de vergunningverlening aan Radio Limburg en oordeelt dat er geen ongeoorloofde verbondenheid is met Q-Music Nederland. TiDa's hoger beroep wordt afgewezen.

Hoger beroep van PostNL tegen rechtbankuitspraak over last onder dwangsom inzake transparantie tarieven. Hoger beroep slaagt, uitspraken vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en de afwijzing van de subsidie op grond van de TVL vernietigd, omdat de regeling in strijd is met de Awb.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het besluit van de minister van Landbouw inzake de herberekening van GLB-betalingen voor 2016, oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd en draagt op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de SBI-code van de appellante niet in aanmerking kwam voor subsidie onder de TVL-regeling.

Het College vernietigt de beslissing van de minister die appellant als startende onderneming aanmerkte en oordeelt dat de omzet in 2019 als referentie moet worden gebruikt voor de subsidie.

College vernietigt afwijzing subsidie aanvraag TVL voor appellante, die ten onrechte als startende onderneming werd aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de afwijzing van de subsidieaanvraag op basis van de geurscore terecht was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een varkenshouder ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de vijfjaarseis voor subsidie op basis van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.

Het beroep van appellante om subsidie op basis van SBI-code werd ongegrond verklaard. De geregistreerde SBI-codes kwamen niet overeen met de vereisten van de TVL-regeling. Verweerder had geen ruimte om af te wijken van de geregistreerde codes.

Intrekking van subsidieverlening en terugvordering van voorschot na wijzigingsverzoek door Leidingbedrijf Heusden B.V.; beroep van appellante 1 niet-ontvankelijk, beroep van appellante 2 ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van SDE-subsidie voor zonnepanelen door onjuiste gegevensverstrekking over vergunningen.

Het College verklaart het beroep van Stedin Netbeheer B.V. tegen het Tarievenbesluit Gas 2020 ongegrond, omdat de ACM de tarieven doelmatig heeft vastgesteld.

Appellante, een aardappelteler, kreeg een tegemoetkoming van € 4.500,- toegewezen na vernietiging van aardappelen door coronamaatregelen, ondanks onvoldoende bewijs van het aantal vernietigde aardappelen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante recht heeft op schadevergoeding van € 2.130,- wegens onrechtmatige besluitvorming en € 2.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beroepen ongegrond verklaard; afwijzing ISDE-subsidieaanvragen voor zakelijke aanvrager bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Enexis de aansluiting van Basell mocht wijzigen en dat de klacht van Basell ongegrond is. ACM wordt veroordeeld in de proceskosten van Enexis.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat verzoeker niet heeft aangetoond dat hij schade heeft geleden door het onrechtmatige besluit inzake fosfaatrechten.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat onvoldoende is aangetoond of verzoekster daadwerkelijk schade heeft geleden door het onrechtmatige besluit van de minister.

Beroep ongegrond; fosfaatrecht niet toegekend; schadevergoeding van € 2.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de uitspraak van 6 juli 2021 vervallen, waarin abusievelijk het fosfaatrecht van de appellante op 3.242 kg was vastgesteld.

Hoger beroep van slagerij tegen boete voor overtreding Warenwetbesluit hygiëne. College oordeelt dat griffierecht moet worden vergoed en bevestigt overige uitspraak.

Het College vernietigt de afwijzing van de ISDE-aanvraag voor een warmtepomp, omdat de aanvraag niet tijdig was doorgezonden. Verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Global Sports Communication B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag TVL; omzetverlies niet aangetoond, geen strijd met evenredigheidsbeginsel.

Appellante, een horecaonderneming, kreeg geen TVL-subsidie omdat er geen omzetverlies was in de referentieperiode. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat Liander de kosten van een tracéstudie voor aansluiting windpark terecht in rekening heeft gebracht. Beroep ongegrond, ACM moet proceskosten vergoeden.

Hoger beroep over afwijzing aanvraag certificaat marifoon; appellant vroeg te laat aan, binnen vijf jaar na examen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van een melkveebedrijf correct is vastgesteld en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Er is een zorgvuldigheidsgebrek, maar dit wordt gepasseerd. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante opzettelijk randvoorwaarden heeft overtreden, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 100% op rechtstreekse betalingen GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 6 december 2021 schadevergoeding van € 25.000,- toegewezen aan [naam 1] B.V. na onrechtmatige intrekking van een vergunning voor besloten busvervoer.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de herberekening van GLB-betalingen voor 2015, oordeelt dat de minister onvoldoende motiveerde waarom verklaringen van de verdachte zwaarder moesten wegen dan die van appellante, en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een appellant ongegrond, die een randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen GLB aanvecht wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep ongegrond; afwijzing uitbetaling basis- en vergroeningsbetaling 2019 terecht, geen schending vertrouwensbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van de ontheffing voor openingstijden van een avondwinkel bevestigd wegens meerdere overtredingen van voorschriften, ondanks de bezwaren van de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 80% op rechtstreekse betalingen GLB terecht is opgelegd wegens opzettelijke niet-nalevingen bij geboortemeldingen van kalveren.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep ongegrond; aanvraag tegemoetkoming COVID-19 afgewezen omdat onderneming niet ingeschreven was op peildatum.

Hoger beroep van Vereniging De Bovengrondse tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen indienststellingsvergunning Noord/Zuidlijn. College vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat bezwaar ontvankelijk is.

Verzoek om herziening van uitspraak inzake fosfaatrecht afgewezen; eerdere uitspraak blijft staan.

Hoger beroep tegen boetes voor overtreding van de Pensioenwet door bestuurders van een pensioenfonds. Boetes vernietigd wegens onvoldoende duidelijkheid van de norm.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan een pensioenfonds en vermogensbeheerder wegens overtredingen van de Pensioenwet, oordelend dat de norm onvoldoende duidelijk was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Liander N.V. verplicht is om Raedthuys WP Zeewolde B.V. een kostenindicatie te verstrekken voor een eigen aansluiting van windturbines, omdat de uitzondering op de aansluitplicht niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd wegens niet-naleving van mestverwerkingsvoorschriften. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een warmtepomp, omdat de verplichting tot aankoop al vóór de aanvraag was aangegaan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van bezwaarschriften, die één dag te laat zijn ingediend, zonder verschoonbare termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van VEN ongegrond inzake de wijziging van de Transportcode gas door ACM, met betrekking tot de neutraliteitsheffing en kredietlimiet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens niet-naleving van mestopslagvoorschriften.

Het College vernietigt de last onder dwangsom aan [naam 1] B.V. wegens onvoldoende bewijs van overtreding van cabotageregels.

Het College vernietigt de herziening van fosfaatrechten voor een kaasboerderij, oordeelt dat de minister onvoldoende motiveerde waarom de herziening niet in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en herstelt het oorspronkelijke besluit.

Het verzoek om schadevergoeding wegens onrechtmatige besluitvorming wordt afgewezen, maar schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, die niet kon aantonen dat zijn uitbreidingsplannen door de verzekeraar waren tegengehouden. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de appellant ontvangt schadevergoeding voor proceskosten en griffierecht.

Het College oordeelt dat de weigering van fosfaatrechten onrechtmatig was en kent schadevergoeding toe aan de appellante van € 2.414,56, te vermeerderen met wettelijke rente.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] gegrond, herstelt het fosfaatrecht op 8.836 kg en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de vaststelling van fosfaatrechten van de appellant en herstelt deze naar 5.175 kg, maar wijst het verzoek om schadevergoeding af wegens onvoldoende bewijs van geleden schade.

Het College vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 3.313 kg, omdat appellante onvoldoende bijzondere omstandigheden heeft onderbouwd.

Het College heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de eerdere besluiten herroepen wegens strijd met de wet. Verweerder is veroordeeld in de proceskosten van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de kosten van verpachte grond bij de compensatie voor fosfaatrechten. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet een nieuw besluit nemen.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en verleent ontheffing voor de melkveehouderij, omdat geen sprake is van uitbreiding maar van terugkeer naar een eerdere situatie.

Het College oordeelt dat de appellante geen buitensporige last ervaart door het fosfaatrechtenstelsel, maar kent wel schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen fosfaatrechten ongegrond en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de herziening van fosfaatrechten, omdat de stierkalveren niet als melkvee konden worden aangemerkt.

Het College herzag de fosfaatrechten van appellante op basis van registratie van jongvee. Appellante kon niet aantonen dat de registratie onjuist was. Schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de appellant geen recht heeft op fosfaatrechten omdat hij op 1 januari 2018 geen actief bedrijf meer had. Schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de registratie van jongvee op de peildatum bepalend is voor fosfaatrechten. Appellante krijgt geen rechten voor 25 stuks jongvee, omdat deze als fokstieren zijn geregistreerd. Schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant voldoet niet aan de voorwaarden van de startersregeling voor fosfaatrechten. Het College oordeelt dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last en verklaart het beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouderij ongegrond en wijst de ontheffingsaanvraag af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de last onder dwangsom wegens onjuiste begunstigingstermijn en veroordeelt de Staat tot € 1.000,- schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 15 juni 2021 de intrekking van de communautaire vergunning van appellante bevestigd, omdat niet voldaan is aan de vereisten voor duurzame vestiging in Nederland.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om schadevergoeding van appellant afgewezen, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden door de onrechtmatige besluitvorming omtrent zijn fosfaatrechten.

Het College wijst het beroep van appellante tegen het vervangingsbesluit af, maar kent schadevergoeding toe van € 16.886,80 en € 1.000,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Appellante kreeg € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure over fosfaatrecht. Verweerder werd ook veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 801,-.

Appellante kreeg € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure over fosfaatrecht. Verweerder werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 801,-.

Het College vernietigt de generieke korting op het fosfaatrecht van appellante, oordeelt dat de minister onvoldoende motivering heeft gegeven voor het onderscheid tussen BEP-pilot deelnemers, en stelt het fosfaatrecht vast op 8.655,9 kg.

Hoger beroep van Salland Broadcasting B.V. tegen afwijzing vergunning voor kavel B28 niet-ontvankelijk verklaard. Procesbelang ontbreekt, vergunning reeds verleend aan Stichting Radio Continu.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht het fosfaatrecht van de appellant heeft vastgesteld op basis van de melkproductie van 2015. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, maar het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellante, die niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar investeringen navolgbaar zijn. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met eigendomsrechten en dat de investeringen van de appellante ondernemersrisico's zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveehouder niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn fosfaatrecht onjuist is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellanten ongegrond, omdat zij niet voldoen aan de voorwaarden voor de startersregeling en het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor de startersregeling en dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden van de startersregeling en dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met het recht op eigendom. Wel is de redelijke termijn overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en dat de appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst de schadevergoeding van € 1.500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een maatschap van melkveehouders ongegrond verklaard, omdat niet is aangetoond dat de ziekte van een maat heeft geleid tot een lager aantal fosfaatrechten. Het door appellante betaalde griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en dat appellant geen individuele en buitensporige last ondervindt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat hij geen belanghebbende is bij de herziening van fosfaatrechten.

Hoger beroep van DB Cargo en Spoorgoederenvervoer Nederland tegen de aanwijzing van de Hoekse Lijn als lokale spoorweg. College vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroepen gegrond.

Het College oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast en dat appellante niet voldoet aan de startersregeling. Verweerder wordt veroordeeld tot € 1.000,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel correct is toegepast en kent appellante schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant betwist de fosfaatrecht vaststelling door de minister. Het College oordeelt dat de gebruikte bemonsteringsmethode niet voldoet aan de eisen, waardoor de fosfaattoestand als 'laag' wordt bevestigd. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake de toepassing van de knelgevallenregeling onder de Meststoffenwet, waarbij de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last op appellante legt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de fosfaatrecht vaststelling. Het College oordeelt dat er geen causaal verband is met bouwwerkzaamheden. Fosfaatrecht vastgesteld op 6.159 kg, schadevergoeding wegens termijnoverschrijding toegekend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel correct is toegepast en dat appellante niet in aanmerking komt voor een uitzondering. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Veebedrijf [naam] B.V. ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrecht, waarbij de minister bevoegd was om het fosfaatrecht te herzien.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen het fosfaatrecht ongegrond, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveehouder geen recht heeft op meer fosfaatrechten en kent hem € 500,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, oordelend dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellant, die zelf verantwoordelijk is voor zijn ondernemersbeslissingen. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouderij ongegrond, oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert, en veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de ziekte van de zoon van appellante geen bijzondere omstandigheid is voor de knelgevallenregeling. Het beroep is ongegrond en schadevergoeding wordt afgewezen.

Het College verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] en [naam 2] tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond. De minister heeft de melkproductie correct vastgesteld en appellante komt niet in aanmerking voor de knelgevallenregeling.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over beroep op knelgevallenregeling Meststoffenwet. Beroep ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, bevestigt de vaststelling van fosfaatrechten en oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellanten, die niet beschikten over alle benodigde vergunningen op de peildatum.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellanten, die niet konden aantonen over de benodigde vergunningen te beschikken voor hun investeringen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de afwijzing van de knelgevallenregeling voor appellanten, oordelend dat zij niet voldoen aan de 5%-drempel en dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar het beroep tegen het vervangingsbesluit gegrond. Verweerder moet reiskosten van € 40,- en griffierecht van € 345,- aan appellante vergoeden.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, oordelend dat geen individuele en buitensporige last bestaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, oordelend dat de investeringen niet navolgbaar waren en dat de appellant zelf verantwoordelijk is voor de risico's van zijn keuzes.

Het College verklaart het beroep van appellant ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel voorzienbaar was en geen individuele buitensporige last opleverde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard, het fosfaatrecht hersteld en een ontheffing verleend voor fosfaatproductie zonder rechten, wegens onrechtmatige besluitvorming door de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 26 januari 2021 het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond verklaard, waarbij de generieke korting op fosfaatrechten terecht is toegepast omdat appellante niet grondgebonden is.

Appellante heeft geen causaal verband aangetoond tussen de ziekte van de maat en de lagere veebezetting. Het beroep is ongegrond, maar schadevergoeding wordt toegekend wegens termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van de Stadsboerderij op 0 kg terecht heeft vastgesteld, omdat het bedrijf op 1 januari 2018 niet meer actief was door faillissement.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake de afwijzing van de verhoging van fosfaatrechten door de minister, wegens gebrek aan causaal verband.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt. Wel is de redelijke termijn overschreden, wat leidt tot schadevergoeding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet correct heeft toegepast en wijst het beroep van appellante af. Tevens wordt immateriële schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast en dat appellant geen individuele en buitensporige last ondervindt van het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep is ongegrond, maar er wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de fosfaatrechten van een melkveehouderij correct heeft vastgesteld. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de melkveehouderij.

Het College verklaart het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede bestreden besluit ongegrond. Appellante kan niet aantonen dat zij op de peildatum over de benodigde vergunningen beschikte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, oordelend dat de fosfaatreductieheffingen niet een individuele en buitensporige last vormen en niet in strijd zijn met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt en dat de investeringen van appellante als ondernemersrisico worden beschouwd.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellant geen fosfaatrechten toekomen na beëindiging van zijn bedrijf op de oude locatie, ondanks een ontheffing voor fosfaatproductie op de nieuwe locatie.

Het College oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor de knelgevallenregeling en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Stille Maatschap ongegrond, o.a. inzake fosfaatrechten en staatssteun.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, bevestigt de noodzaak van het fosfaatrechtenstelsel en de correcte toepassing van de knelgevallenregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en geen ongeoorloofde staatssteun oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en geen ongeoorloofde staatssteun oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling bij de fosfaatrechtenvaststelling. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveebedrijf, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting op fosfaatrechten niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en dat appellante geen individuele en buitensporige last ervaart. Het beroep is ongegrond, maar de minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellante niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt en dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van appellante onjuist was vastgesteld en herstelt dit naar 4.916 kg, terwijl het beroep op de knelgevallenregeling faalt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat de melkveehouder niet kan aantonen dat zij een buitensporige last ondervindt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante terecht heeft verlaagd, maar het bestreden besluit was niet deugdelijk gemotiveerd. Beroep ongegrond, griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de muizenplaag niet onder de knelgevallenregeling valt en de investeringsbeslissingen niet navolgbaar zijn.

Appellant verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling; knelgevallen- en startersregeling afgewezen. Schadevergoeding wegens termijnoverschrijding vastgesteld op € 1.000,-.

Het College vernietigt het bestreden besluit over fosfaatrecht, stelt het recht vast op 12.852 kg en kent schadevergoeding toe wegens termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellant geen recht heeft op extra fosfaatrechten, omdat hij zijn onderneming heeft voortgezet en niet voldoet aan de startersregeling. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de juiste toepassing van de knelgevallenregeling door de minister en verklaart het beroep van appellante ongegrond.

Het College heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het fosfaatrecht vastgesteld op 4.216 kg en de minister veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de wet en geen individuele buitensporige last oplevert.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen fosfaatrecht toekomt voor jongvee, omdat zij geen melding van in- en uitscharen heeft gedaan. Het beroep is ongegrond, maar griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister het beroep van appellant op de knelgevallenregeling ten onrechte niet heeft gehonoreerd, en vernietigt het bestreden besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel verenigbaar is met artikel 1 van het EP. Verweerder moet het griffierecht vergoeden en in de proceskosten bijdragen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 EP en dat de knelgevallenregeling correct is toegepast. Het beroep van de appellanten is ongegrond, maar het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel noodzakelijk is en geen ongeoorloofde staatssteun oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouder ongegrond verklaard, omdat zij niet kon aantonen dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last op haar legde.

Beroep van melkveehouder tegen besluiten over fosfaatreductieplan en bonusgeldsommen ongegrond verklaard. Geen individuele en buitensporige last aangetoond.

Appellante verzocht om schadevergoeding wegens onrechtmatige besluitvorming, maar dit werd afgewezen. De knelgevallenregeling was correct toegepast. Wel werd schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de oplegging van een geldsom op basis van de Regeling fosfaatreductieplan 2017 ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellant niet kon aantonen dat hij een nieuw gestart bedrijf is en niet voldeed aan de voorwaarden voor verhoging van het fosfaatrecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de peildatum voor fosfaatrechten geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellante, die een jongvee-opfokbedrijf exploiteert. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College oordeelt dat appellante geen succesvol beroep kan doen op de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel. De stagnatie door buitengewone omstandigheden kan niet worden gecompenseerd. Verweerder moet proceskosten vergoeden en schadevergoeding betalen.

Het CBB oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling juist heeft toegepast bij de vaststelling van fosfaatrechten van een melkveehouder. Het beroep van appellant wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat V.O.F. [naam 1] niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt voor fosfaatrechten, omdat de melding voor het houden van melkvee niet door appellante zelf is gedaan. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling van appellante niet in strijd is met het eigendomsrecht. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante correct heeft vastgesteld op basis van de Meststoffenwet, maar herziening naar 4.999 kg na herberekening op basis van pachtovereenkomst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechten van appellant correct zijn vastgesteld, waarbij de knelgevallenregeling niet van toepassing is. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims.

Appellante voldoet niet aan de 5%-drempel voor de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet, ondanks een diergezondheidsprobleem. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Appellante, een melkveebedrijf, verzet zich tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister, in verband met de aanleg van de Centrale As en dierziekten. Het College verklaart het beroep ongegrond, maar vergoedt het griffierecht en de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de besluiten van de minister inzake de Regeling fosfaatreductieplan 2017 rechtmatig zijn en dat appellante geen aanspraak kan maken op dwangsommen of schadevergoeding.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Regeling fosfaatreductieplan 2017 niet in strijd is met het EP. Beroep tegen besluit van 24 juli 2017 niet-ontvankelijk, beroep tegen besluit van 15 december 2018 gegrond.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouder tegen heffingen op grond van de Regeling fosfaatreductieplan 2017 ongegrond, omdat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College oordeelt dat appellante geen succesvol beroep kan doen op de knelgevallenregeling en bevestigt de vaststelling van fosfaatrechten door de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over fosfaatrechten in de melkveehouderij en verklaart het beroep tegen het wijzigingsbesluit gegrond, met proceskostenvergoeding van € 2.362,50.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit over fosfaatrechten van een melkveehouderij en draagt de minister op opnieuw te beslissen, rekening houdend met de representativiteit van de melkproductie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 28 april 2020 een eerdere uitspraak van 17 maart 2020 inzake proceskostenvergoeding voor een deskundigenrapport, waarbij een totale vergoeding van € 4.010,36 wordt vastgesteld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last vormt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Appellant betwist de vaststelling van zijn fosfaatrecht en de toepassing van de knelgevallenregeling. Het College oordeelt dat de bemonstering niet volgens de regels is uitgevoerd en verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Appellant verzet zich tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht en de toepassing van de knelgevallenregeling. Het College verklaart het beroep ongegrond, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last oplegt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht wordt vergoed.

Appellant, een melkveehouder, verliest zijn beroep tegen de fosfaatrechtenvaststelling. Het College oordeelt dat hij niet als starter kan worden aangemerkt en dat zijn investeringen niet navolgbaar zijn. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast bij de vaststelling van het fosfaatrecht van appellante, en stelt het fosfaatrecht vast op 7.460 kg.

Het College oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling van appellante niet in strijd is met het EP en dat de 5%-norm niet is behaald, waardoor het beroep ongegrond wordt verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft onvoldoende aangetoond dat zij een individuele en buitensporige last ervaart. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van de melkveehouder correct heeft vastgesteld, ondanks bezwaren over melkproductie en antibioticagebruik. Beroep ongegrond, griffierecht vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een stille maatschap ongegrond, omdat zij niet als starter wordt aangemerkt en niet grondgebonden is voor fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, een melkveehouder. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht geen fosfaatrechten heeft vastgesteld voor een koe van appellante. Het beroep is ongegrond verklaard, maar griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet correct heeft toegepast. Appellante heeft geen recht op extra fosfaatrechten en het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, omdat de knelgevallenregeling correct is toegepast en de 5%-drempel niet werd gehaald.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen recht heeft op fosfaatrechten voor investeringen na de peildatum, maar vernietigt het besluit wegens het niet vergoeden van bezwaarkosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt verweerder in proceskosten. Het fosfaatrechtenstelsel is niet in strijd met het eigendomsrecht.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom. Het beroep van de melkveehouderij wordt ongegrond verklaard, maar er is een proceskostenveroordeling voor de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplegt, en veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Appellante, een melkveehouderij, verliest haar beroep tegen de vaststelling van fosfaatrechten. Het College oordeelt dat de grond van een akkerbouwbedrijf niet kan worden meegerekend en dat de toepassing van het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellant zelf de risico's van zijn investeringsbeslissingen draagt en verklaart het beroep ongegrond.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister inzake fosfaatrechten en kent appellante een schadevergoeding van € 500,- toe.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst de afwijzing van de knelgevallenregeling fosfaatrechten af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante terecht op 7.606 kg heeft vastgesteld. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, maar zij ontvangt wel een schadevergoeding van € 500,- wegens een gebrek in de motivering van het besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor verhoging van het fosfaatrecht op basis van de knelgevallenregeling. Het beroep is ongegrond, maar appellante ontvangt € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de investeringsbeslissing van de appellant in zijn melkveehouderij een ondernemersrisico is. Het fosfaatrechtenstelsel vormt geen onaanvaardbare inbreuk op zijn eigendomsrecht. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 500,- toegekend.

Het College bevestigt de juiste toepassing van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel en verklaart het beroep van appellante ongegrond, maar veroordeelt de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom van appellante, die zelf de risico's van haar investeringsbeslissingen draagt.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten, oordeelt dat de last voor de appellant buitensporig is en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het beroep van appellante tegen de fosfaatrecht vaststelling is ongegrond verklaard. Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en dat de belangen van het algemeen belang zwaarder wegen.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen ongeoorloofde staatssteun oplevert en verklaart het beroep van appellante ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft niet aangetoond dat er sprake is van een individuele en buitensporige last. Beroep ongegrond verklaard.

Appellant, een melkveehouder, verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling; minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling inzake fosfaatrechten. Het beroep tegen het vervangingsbesluit wordt ongegrond verklaard, maar proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de knelgevallenregeling niet van toepassing is op afgevoerde dieren en de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last vormt voor appellante, een melkveehouderij, en verklaart het beroep ongegrond. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 1.050,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante correct heeft vastgesteld en dat er geen sprake is van een buitensporige last door het fosfaatrechtenstelsel. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard, het fosfaatrecht vastgesteld op 17.843 kg en de minister veroordeeld in de proceskosten van € 3.832,34.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van appellante op 4.041 kg moet worden vastgesteld, en dat zij niet in aanmerking komt voor de knelgevallenregeling.

Het College oordeelt dat de appellante niet grondgebonden is en stelt het fosfaatrecht vast op 6.208 kg, met proceskostenvergoeding van € 2.100,-.

Appellant verliest zijn beroep tegen de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister. Het College oordeelt dat de belangen van het fosfaatrechtenstelsel zwaarder wegen dan die van appellant.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het fosfaatrecht van een melkveehouder vastgesteld op 14.825 kg, na vernietiging van het eerdere besluit van de minister. De uitspraak benadrukt de noodzaak van vergunningen bij uitbreiding van een melkveehouderij.

Het College heeft het beroep van een melkveebedrijf gegrond verklaard, het fosfaatrecht vastgesteld op 6.828 kg en de minister veroordeeld in de proceskosten van € 1.575,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met artikel 1 van het EP en dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd is met artikel 1 van het EP en verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond en oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast, zonder rekening te houden met niet gerealiseerde uitbreidingen.

Het beroep van appellante tegen de fosfaatrechtenvaststelling werd ongegrond verklaard; de knelgevallenregeling werd correct toegepast en er was geen sprake van een buitensporige last.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het beroep op de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel niet slaagt. De minister heeft het fosfaatrecht correct vastgesteld en er is geen sprake van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor de startersregeling onder de Meststoffenwet, omdat er geen sprake is van een nieuw gestart bedrijf. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat niet is aangetoond dat de ziekte van de zoon causaal verband houdt met de lagere fosfaatrechten. Het griffierecht wordt vergoed en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het fosfaatrecht van appellante vastgesteld op 6.392 kg, na beroep tegen de eerdere vaststelling van 6.210 kg. De knelgevallenregeling werd niet toegepast.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen bedrijfseconomische noodzaak heeft aangetoond voor uitbreiding van haar melkveebedrijf en bevestigt de vaststelling van fosfaatrechten door de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele buitensporige last oplevert voor appellante, een biologisch melkveebedrijf, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de gedwongen verplaatsing van een melkveehouderij niet leidt tot een verhoging van het fosfaatrecht, omdat appellante op 2 juli 2015 niet tijdelijk minder melkvee hield. Het beroep op artikel 1 van het EP wordt verworpen.

Verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen; geen sprake van tegemoetkomen volgens artikel 8:75a Awb.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen gebruiksrecht had op perceel 18, waardoor haar fosfaatrecht correct is vastgesteld op 2.527 kg. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten, maar veroordeelt de minister in de proceskosten van appellante tot € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de vaststelling van fosfaatrechten op 32 kg door de minister, gebaseerd op de registratie in het I&R-systeem.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard, de fosfaatrechten vastgesteld zonder compensatie in strijd met artikel 1 van het EP, en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Melkveebedrijf [naam 1] VOF ongegrond, omdat er geen sprake is van een nieuw gestart bedrijf en de gevolgen van het fosfaatrechtenstelsel niet als een buitensporige last worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld en geen rekening hoefde te houden met Belgische grond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, oordelend dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor de startersregeling en knelgevallenregeling, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] ongegrond, omdat niet is aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last oplegt.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de vaststelling van hun fosfaatrecht op 14.208 kg. Het College oordeelt dat de korting van 8,3% geen individuele en buitensporige last oplevert. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij het fosfaatrecht is vastgesteld op 266 kg, gebaseerd op de peildatum van 2 juli 2015.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellanten onvoldoende bewijs hebben geleverd voor een individuele en buitensporige last door het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met proceskostenvergoeding van € 1.024,- aan de appellanten.

Appellante betwist de vaststelling van haar fosfaatrecht op basis van een te lage melkproductie in 2015. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant niet als starter kan worden aangemerkt en verklaart het beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de feitelijke beschikkingsmacht had over de percelen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij geen feitelijke beschikkingsmacht had over het natuurlijk grasland, wat invloed had op zijn fosfaatruimte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de korting op het fosfaatrecht van appellante, als gevolg van verpachting, leidt tot een individuele en buitensporige last. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet compensatie bieden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, maar het herzieningsbesluit is onvoldoende gemotiveerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouder gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 9.079 kilogram, na vernietiging van de eerdere besluiten van de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de omzetting van varkensrechten naar fosfaatrechten, omdat de benodigde regelgeving ontbreekt.

Het College vernietigt de fosfaatrecht vaststelling van de minister en draagt op een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 13.603 kg, met proceskostenvergoeding van € 2.048,-.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouderij tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, met toepassing van de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, omdat de knelgevallenregeling niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een stille maatschap ongegrond inzake fosfaatrechten, waarbij de knelgevallenregeling correct is toegepast.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen de vaststelling van het fosfaatrecht ongegrond, omdat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast.

Het College verklaart het beroep van VOF [naam] ongegrond inzake de afwijzing van het verzoek om ontheffing van grondgebondenheid in de melkveehouderij.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van V.o.f. Melkveehouderij ongegrond verklaard, omdat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in redelijkheid het verzoek om vrijstelling van de AMVB grondgebondenheid kon afwijzen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 2 juli 2019 de verzoeken om ontheffing van de grondgebondenheid in de melkveehouderij afgewezen, omdat appellanten niet voldeden aan de voorwaarden voor ontheffing.

Appellante verzocht om vrijstelling van de AMVB grondgebondenheid, maar dit werd afgewezen. Het College oordeelde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling en verklaarde het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van een vleesveehouderij gegrond verklaard en het besluit van de minister over fosfaatrechten vernietigd, omdat de minister ten onrechte de zoogkoeien niet als melkvee heeft aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor een causaal verband met bouwwerkzaamheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. De minister moet het griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de vaststelling van haar fosfaatrecht en de knelgevallenregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld op basis van de Meststoffenwet, zonder toepassing van de knelgevallenregeling.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de appellant.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen een nieuw besluit te nemen op basis van de werkelijke fosfaattoestand.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen bestuurlijke boete voor overtredingen van de Meststoffenwet. College bevestigt eerdere uitspraak rechtbank en oordeelt dat minister bevoegd was om boetes op te leggen.

De zaak betreft de herziening van fosfaatrechten voor jongvee. De rechtbank oordeelt dat de minister ten onrechte fosfaatrechten heeft herzien en draagt hem op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister ten onrechte fosfaatrechten heeft onthouden aan appellant door een te beperkte definitie van melkvee te hanteren. Het beroep is gegrond verklaard en de minister moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Het College vernietigt de herziening van fosfaatrechten, oordeelt dat jongvee onder de definitie van melkvee valt en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de intrekking van de communautaire vergunning van appellante op basis van een Bibob-advies gerechtvaardigd is, gezien het risico op misbruik voor strafbare feiten.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van faillissementsfraude, maar veroordeelt hem tot 9 maanden gevangenisstraf voor verduistering van 114.000 euro.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen wijziging van hun subsidie voor gescheperde schaapskuddes. Het College vernietigt de besluiten wegens onjuiste aanmelding bij de Europese Commissie.

KPN kreeg een boete van € 364.000 van ACM wegens onvoldoende maatregelen ter bescherming van persoonsgegevens na een hack. Het College bevestigde de boete en oordeelde dat KPN de zorgplicht had geschonden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. h.o.d.n. Albert Heijn ongegrond verklaard, omdat de ontheffing voor avond- en zondagopenstelling negatieve invloed heeft op de woon- en leefsituatie in de buurt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van TenneT tegen ACM ongegrond, betreffende de tariefregulering en de toepassing van efficiëntieparameters op de NorNed-kosten.

Tussenuitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven over het tariefbesluit van ACM voor TenneT, met nadruk op nacalculatie van kosten en belangenafweging.

Het beroep van Syntus tegen de aanbesteding van de Openbaar Vervoer Concessie Haarlem/IJmond 2016-2025 is ongegrond verklaard. De beslissing van GS om de concessie aan Connexxion te verlenen blijft in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Jumbo ongegrond verklaard inzake handhaving van de Winkeltijdenwet door de gemeente Breda, met een last onder dwangsom van € 5.000,- per overtreding.

Het College vernietigt de afwijzing van de RDA-aanvraag van Swedish Match Lighters B.V. wegens onvoldoende bewijs van commerciële betekenis van de proeflijn en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep ongegrond en wijst de toelating van Eneco als derde-belanghebbende af, met uitleg over de Gaswet en aansluitplicht in warmtegebieden.

Veolia's verzoek om handhavend optreden tegen NS werd afgewezen door ACM. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat de aanbesteding inmiddels was afgesloten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van de chauffeurskaart van de appellant wegens het niet overleggen van een nieuwe VOG.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een supermarkt tegen de weigering van een ontheffing voor openingstijden ongegrond, omdat de appellant niet voldoet aan de criteria van de Winkeltijdenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de staatssecretaris inzake de melkveefosfaatreferentie van appellanten en draagt op nieuwe besluiten te nemen binnen twaalf weken.

Het College vernietigt de besluiten inzake de melkveefosfaatreferentie en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met de individuele omstandigheden van de appellanten.

Het College vernietigt de besluiten over de melkveefosfaatreferenties van appellanten, omdat onvoldoende rekening is gehouden met hun individuele omstandigheden. De Wvgm wordt als gerechtvaardigd beschouwd, maar de appellanten krijgen de kans om hun situatie opnieuw te laten beoordelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de staatssecretaris over de melkveefosfaatreferenties van appellanten en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen, waarbij de individuele omstandigheden van de appellanten in acht moeten worden genomen.

Gasunie Transport Services verzocht ACM om gegevens van Duitse TSO's, maar ACM verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Tele2 tegen ACM ongegrond, oordelend dat KPN niet in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 5 van het marktanalysebesluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat hij geen belanghebbende is in de zin van de Awb met betrekking tot het Tariefbesluit van de ACM.

Hoger beroep tegen boete DNB wegens overtreding bankverbod. Appellant als feitelijk leidinggevende aangemerkt. Boete bevestigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de tijdelijke ontheffing voor Jumbo terecht is verleend en dat de belangen van andere winkeliers niet onevenredig zijn geschaad. Beroepen van Jumbo en de winkeliers worden ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de minister over schadevergoeding voor vernietigde bloembollen en draagt op een nieuw besluit te nemen, met hogere vergoedingen en vergoeding van proceskosten.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake de ambtshalve uitschrijving van een coffeeshop uit het handelsregister, omdat de spoedeisendheid onvoldoende is onderbouwd.

Het College vernietigt de heffingsbesluiten van de staatssecretaris van Economische Zaken, omdat deze zijn opgelegd voordat de relevante verordening in werking trad. Proceskosten van € 2232,-- worden vergoed aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een dierenhandelaar ongegrond wegens onvoldoende huisvesting van eekhoorns, waarbij de bewijslast bij de appellant ligt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afkeuring van een rund voor menselijke consumptie na postmortemkeuring door NVWA.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Protestantse Interkerkelijke Stichting Huis ter Leede ongegrond, inzake de weigering van de Nederlandse Zorgautoriteit om de afschrijvingssystematiek te herzien.

Tussenuitspraak van het CBB over de kostenvoet voor vreemd vermogen in de WACC-regeling, waarbij ACM wordt opgedragen om gebreken te herstellen en bestaande leningen mee te nemen in de berekening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Bedrijvenpark Oostflakkee Beheer B.V. ongegrond, wegens weigering van ontheffingen voor een gesloten distributiesysteem door ACM.

Het College vernietigt de intrekking van de ontheffing voor NXP, oordeelt dat ACM niet kon aantonen dat onjuiste gegevens zijn verstrekt en veroordeelt ACM in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de correctie van S&O-verklaringen door de minister van Economische Zaken terecht was, omdat de administratie van appellante niet voldeed aan de eisen van de Wva. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van Mettom Dienstverlening B.V. voor een S&O-verklaring afgewezen, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat er sprake was van speur- en ontwikkelingswerk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van Fides De Lier B.V. voor een RDA-beschikking voor Genetwister afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing van de kosten van € 430.000,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de aanvraag voor RDA voor de 'Enterprise Edition' software afgewezen, omdat deze niet specifiek voor S&O werd aangewend. Het beroep van Van den Bosch Company Services B.V. werd ongegrond verklaard.

Bezwaar van Aldi-ondernemingen tegen heffingsnota's van het Productschap Wijn ongegrond verklaard; geen strijd met gelijkheidsbeginsel of Accijnsrichtlijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Dow Netwerk B.V. ongegrond verklaard in een geschil over de afdracht van systeemdienstentarieven aan TenneT, waarbij de wettelijke verplichtingen uit de Elektriciteitswet 1998 zijn bevestigd.

Het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak door een niet-partij is niet-ontvankelijk verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit en oordeelt dat de invoering van de NHC onevenredige gevolgen heeft voor appellante, die gebonden is aan een langdurige huurovereenkomst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van EconGas GmbH tegen het Tariefstructurenbesluit van ACM niet-ontvankelijk, omdat EconGas geen zienswijze heeft ingediend.

Wrakingsverzoek van [naam 1] B.V. tegen raadsheer mr. M.M. Smorenburg afgewezen; onpartijdigheid niet in het geding.

Chipshol Holding B.V. verliest hoger beroep tegen Schiphol over vermeend misbruik van economische machtspositie. ACM's afwijzing van de klacht wordt bevestigd; geen bewijs voor misbruik aangetoond.

Sky Radio Nederland B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de FM-vergunning voor kavel A1 en de eenmalige bijdrage. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van Q-Music Nederland B.V. tegen de minister van Economische Zaken over de hoogte van de eenmalige bijdrage voor FM-vergunning, bevestigd door het College van Beroep op 8 oktober 2015.

Radio 538 B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen de minister van Economische Zaken over de hoogte van de eenmalige bijdrage voor FM-vergunning kavel A6. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister in redelijkheid tot de hoogte van de bijdrage heeft kunnen komen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen van Sky Radio, Q-Music en Radio 538 ongegrond in de zaak over vergunningverlening voor radio-omroep.

Het College vernietigt de boete van € 120.000,-- opgelegd aan appellant en stelt deze vast op € 75.000,--, rekening houdend met zijn draagkracht.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over heffingen voor kokkels en overige schelpdieren; hoorplicht geschonden, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Appellante, [naam 1] B.V., heeft beroep ingesteld tegen heffingen voor kokkels en schelpdieren. Het College oordeelt dat de hoorplicht is geschonden, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten van € 1.225,00 worden toegewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de melding van overheveling GGZ-budgetten geen rechtsgevolg heeft en dus geen besluit is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft boetes opgelegd aan Pretium Telecom B.V. wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming. De boetes zijn vastgesteld op € 32.750,--, € 4.987,50 en € 9.975,-- voor respectievelijk drie overtredingen. Het publicatiebesluit van ACM is bevestigd.

Het College oordeelt dat de afwijzing van de aanvragen tot versnelde afschrijving door de Nederlandse Zorgautoriteit onterecht was, en draagt verweerster op een nieuw besluit te nemen.

Tussenuitspraak over de vergoeding van operationele kosten van de NorNed-kabel en de toepassing van de WACC door ACM, waarbij ACM wordt opgedragen gebreken te herstellen.

Het CBB wijst het verzoek van ACM om verlenging van de hersteltermijn af, omdat onvoldoende onderbouwing is gegeven voor de noodzaak van verlenging.

Tussenuitspraak over geschil tussen Tele 2, BT en KPN over tarieven 084/087-dienstverlening. ACM moet gebreken in besluiten herstellen binnen 13 weken.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de statuten van de Onderlinge Assurantie Waarborg Maatschappij niet voldoen aan de eisen voor een 'genoegzame herverzekering'. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van de chauffeurskaart van de appellant wegens het niet tijdig overleggen van een nieuwe VOG.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de chauffeurskaart van de taxichauffeur rechtmatig was ingetrokken wegens het ontbreken van een nieuwe VOG.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herroept de boete van AFM aan [naam 1] B.V. wegens marktmanipulatie, omdat de overtredingen door dochteronderneming [naam 2] zijn gepleegd.

De voorzieningenrechter schorst de intrekking van het getuigschrift van vakbekwaamheid van verzoeker, omdat het besluit onzorgvuldig is voorbereid en de gevolgen voor verzoeker te verstrekkend zijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van Zebra Gasnetwerk B.V. en Enexis B.V. ongegrond, betreffende de vaststelling van de GAW van EHD-netten door ACM.

Hoger beroep over de verdeling van kosten voor kabelverplaatsing. De rechtbank oordeelt dat gemeenten de kosten moeten dragen. Hoger beroep van gemeenten gegrond, uitspraak vernietigd.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; last onder bestuursdwang wegens overtredingen Wet dieren rechtmatig.

Tussenuitspraak over beroep van GTS tegen ACM's methodebesluit. Deels gegrond; x-factorbesluit vernietigd. ACM moet gebreken herstellen binnen 6 maanden.

Tussenuitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over ACM's methodebesluiten voor netbeheerders elektriciteit en gas. ACM moet gebreken in de besluiten herstellen binnen zes maanden.

NPEX B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen DNB inzake opvorderbare gelden. Het College bevestigt dat DNB terecht de ontheffing heeft geweigerd, omdat de stichting onvoldoende waarborgen biedt voor beleggers.

Hoger beroep van AVR tegen afwijzing vergunning frequentieruimte kavel A7 ongegrond verklaard; minister's beslissing bevestigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart de eenmalige bijdrage voor FM-vergunning kavel A2 in strijd met de Telecommunicatiewet.

Het College van Beroep heropent het onderzoek in hoger beroep inzake vergunningverlening voor frequentieruimte aan Sky Radio, Q-Music en Radio 538, na eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam.

Het College herroept de tweede boete en vernietigt de derde boete wegens onvoldoende onderzoek naar de status van muzikanten in het café. De eerste boete blijft in stand.

Het College bevestigt de boete van € 600,- voor overtreding van het rookverbod, omdat appellante niet als horeca-inrichting kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van het Vlietland Ziekenhuis tegen de afwijzing van de NZa om versneld af te schrijven op kapitaallasten afgewezen. De afwijzing was gerechtvaardigd, gezien de verbeterde financiële positie van het ziekenhuis.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Tele2, Esprit en Pretium niet-ontvankelijk en het beroep van KPN ongegrond in de zaak over het Aanvullend besluit Marktanalyse Vaste Telefonie 2008.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Adaptive and Mobile B.V. ongegrond, omdat de aanvraag voor innovatiekrediet niet aannemelijk maakt dat het project een technisch ontwikkelingsproject is.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. en [naam 2] B.V. tegen ACM over misleidende handelspraktijken bij ticketverkoop. College vernietigt lasten onder dwangsom, maar handhaaft invorderingsbesluiten.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat KPN de Telecommunicatiewet niet heeft overtreden, waardoor de boete van ACM onterecht was.

Koninklijke KPN N.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen een boete van € 523.164,- opgelegd door ACM wegens overtredingen van de Telecommunicatiewet. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat KPN de non-discriminatieverplichting heeft geschonden.

Hoger beroep tegen boete van ACM wegens overtreding van de Telecommunicatiewet. Appellant werd als verzender aangemerkt en de boete werd verlaagd tot €127.500. Het beroep tegen de last onder dwangsom is ongegrond verklaard.

Het College vernietigt de toewijzing van netverliezen aan regionale netbeheerders door ACM, omdat deze niet als ondersteunende dienst kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat SNS Bank N.V. boetes van €58.500,- terecht zijn opgelegd wegens overtredingen van de Wft. De rechtbank had de boetes gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn, wat het College bevestigde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de 10%-korting op schadevergoeding en veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van het bedrag aan de appellant, inclusief proceskosten en griffierecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de 10%-korting op tegemoetkomingen en veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van de bedragen aan appellanten, vermeerderd met rente.

Het College vernietigt de 10%-korting op schadevergoeding in een zaak over de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures. De verzoekers krijgen in totaal € 30.000 aan schadevergoeding toegewezen.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de brief van SD&P als bezwaarschrift moet worden aangemerkt en veroordeelt ACM tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Stedin Netbeheer B.V. ten onrechte systeemdienstentarieven in rekening heeft gebracht aan Dordrecht Energy Supply Company C.V. (Desco), omdat Desco geen elektriciteit verbruikte.

Hoger beroep tegen boete van ACM wegens overtreding van de Telecommunicatiewet. Boete verlaagd van € 20.000 naar € 10.500 na schending van het recht op een redelijke termijn.

Hoger beroep van ACM tegen uitspraak rechtbank die appellant niet als overtreder aanmerkt. College bevestigt uitspraak en verklaart hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van appellant tegen DNB's aanwijzing dat hij het beleid van zijn trustkantoor niet meer kan bepalen, wegens een negatief betrouwbaarheidsoordeel. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Beroep van Allergan B.V. en Allergan Pharmaceuticals Ireland tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar inzake aanvraag geneesmiddel Ozurdex. Beroep ongegrond verklaard.

Mundipharma Pharmaceuticals B.V. heeft beroep ingesteld tegen de NZa, die het bezwaar tegen opname van Levact op de Stofnamenlijst niet-ontvankelijk verklaarde. Het College oordeelt dat de brief van de NZa een besluit is en dat appellante een rechtstreeks belang heeft. Beroep gegrond, besluit vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat TenneT de enkelvoudige storingsreserve niet heeft gehandhaafd, wat leidde tot een stroomstoring. Het beroep van TenneT tegen de bindende aanwijzing van ACM wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van Liander en Endinet ongegrond, omdat de kosten van HS-netten niet meer tot hun wettelijke taken behoren en ACM deze terecht heeft uitgesloten van de productiviteitsdata.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt op 13 februari 2014 dat de beroepen van VEMW en FME ongegrond zijn, maar geeft Rendo gelijk in haar beroep tegen de nacalculatie van EAV-tarieven, en vernietigt het bestreden besluit van ACM.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van FME en VEMW tegen de besluiten van ACM over de x-factor en tarieven voor netbeheerders ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van VEMW en FME tegen de tariefbesluiten van ACM voor Liander N.V. ongegrond, bevestigt de rechtmatigheid van de x-factor en de tariefmethodiek.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van FME, VEMW en Westland ongegrond inzake de x-factor en tarieven voor regionale netbeheerders elektriciteit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van FME en VEMW ongegrond inzake de vaststelling van gastransport- en aansluittarieven voor 2012 door ACM.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van VEMW ongegrond en de beroepen van Liander en Enexis gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart de bezwaren van Liander en Enexis niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van VEMW en FME tegen de besluiten van ACM over de maximum transport- en aansluittarieven elektriciteit voor 2012 ongegrond.

Tussenuitspraak over schadevergoeding voor melkgeiten- en melkschapenbedrijven na levenslang fokverbod; staatssecretaris moet besluit herstellen.

Het College verklaart het beroep van appellanten tegen het besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken ongegrond, inzake een levenslang fokverbod voor geiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van schadevergoeding door een levenslang fokverbod voor melkgeiten- en melkschapenbedrijven.

Tussenuitspraak over schadevergoeding op grond van de Gwd; drempel van 43% en eigen risico van 10% zijn niet onredelijk bevonden.

Tussenuitspraak over tegemoetkoming in schade voor melkgeiten- en melkschapenbedrijven na levenslang fokverbod, waarbij het College oordeelt dat de schade tot het normale bedrijfsrisico behoort en de staatssecretaris een drempelpercentage van 43% hanteert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, bevestigt de rechtmatigheid van de spoedbestuursdwang en de kosten van €129.742,81 voor de inbeslagname van 51 paarden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Coöperatie Laakse Vaart U.A. ongegrond, betreffende het aansluittarief voor een aansluiting van 9,998 MVA voor een windmolenpark.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van B.V. Deli HTL Tabaksmaatschappij ongegrond in een geschil over het aansluittarief volgens de Elektriciteitswet 1998.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, betreffende de kosten van keuringswerkzaamheden op de paardenmarkt, en bevestigt dat de NVWA de kosten terecht in rekening heeft gebracht.

Hoger beroep van een ondernemer tegen een accountant wegens tuchtrechtelijke klachten, waarbij de accountantskamer een berisping oplegde. Het College verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van VEMW ongegrond, oordelend dat de gewijzigde codes voldoende toegang tot het CPS voor particuliere netten waarborgen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister ten onrechte geen overgangstermijn heeft vastgesteld bij de intrekking van ontheffingen voor gas- en elektriciteitsnetten van Nuon. Het beroep van Rijsvoort is gegrond en de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Quality RTV B.V. gaat in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen de Regeling verlenging en digitalisering commerciële radio-omroep. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Delta Netwerkbedrijf B.V. haar aansluitplicht heeft geschonden jegens Windpark Neeltje-Jans B.V. door voorwaarden te stellen die niet in overeenstemming zijn met de Elektriciteitswet 1998. Beide beroepen worden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Delta haar aansluitplicht onder de Elektriciteitswet 1998 heeft geschonden door de wettelijke termijn van 18 weken te overschrijden. De beroepen van Delta en Roompotsluis worden ongegrond verklaard.

Het College verklaart de beroepen van VEMW tegen de ACM ongegrond, betreffende de vaststelling van transporttarieven elektriciteit voor 2009 en 2010.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van slachterijen tegen keuringskosten ongegrond, oordelend dat de VWA rekening houdt met risicofactoren per bedrijf.

Accountant [A] RA in hoger beroep tegen tuchtmaatregel wegens vermeende onjuiste declaraties en intimiderend gedrag. College vernietigt eerdere uitspraak, legt waarschuwing op.

Hoger beroep van appellant [A] tegen uitspraak accountantskamer. Klacht betreft privéhandelingen accountant [B] RA na 1 mei 2009. Klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Hoger beroep van accountant [A] tegen waarschuwing wegens deponeren onjuiste jaarrekening en schending relatiebeding. Hoger beroep deels gegrond, waarschuwing blijft staan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de vaststelling van de loodsgeldtarieven 2010 door ACM wegens onvoldoende onderbouwing en een onjuist WACC-percentage.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van ACM om gemiste tariefopbrengsten van 2009 en 2010 te verrekenen in de loodsgeldtarieven 2011, omdat dit niet is toegestaan onder de Loodsenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de vaststelling van de loodsgeldtarieven 2013 door ACM en draagt ACM op om deze opnieuw vast te stellen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de S&O-verklaring voor het project 'wegen' en oordeelt dat de andere projecten niet voldoen aan de criteria voor speur- en ontwikkelingswerk.

Het College vernietigt de afwijzing van de S&O-verklaring door de minister, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat de aanvraagperiode is verstreken en appellante geen aanvullende informatie heeft verstrekt.

Het College bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen de Regeling vaststelling eenmalig bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2011. Hoger beroepen van Sky Radio, Q-Music en Radio 538 falen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Kippie B.V. en Roobol Woninginrichting B.V. niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien de ontheffing van de Winkeltijdenwet is verlopen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek van appellante tot wijziging van de tenaamstelling van de S&O-verklaring afgewezen. De afwijzing van de hardheidsclausule is ook niet appellabel verklaard.

Appellanten [A] en [B] hebben hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de accountantskamer. Het College verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat de klacht niet-ontvankelijk was verklaard wegens overschrijding van de termijn.

Hoger beroep tegen boetebesluit ACM wegens overtredingen van de Telecommunicatiewet. Het College verklaart het beroep van A, B en E gegrond en vernietigt de boetes. Hoger beroep van C en D niet-ontvankelijk.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [A] ongegrond, waardoor de boetes voor overtredingen van de Tabakswet in stand blijven.

Hoger beroep van [A] B.V. tegen de minister van VWS over overtreding van de Tabakswet. Het College bevestigt de boete van € 300 voor het niet waarborgen van een rookvrije werkplek.

Het College bevestigt de boete voor [A] B.V. wegens overtreding van de Tabakswet op een terras in een overdekt winkelcentrum, omdat de uitzondering voor 'in de open lucht' niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van VEMW en PAWEX ongegrond, oordelend dat de wijziging van de Regeling betere benutting netcapaciteit niet in strijd is met de Elektriciteitswet 1998.

Hoger beroep van A AA tegen doorhaling inschrijving wegens niet voldoen aan PE-punten en kwaliteitsbeheersing. College vernietigt eerdere maatregel en legt termijn van 2 jaar op.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van FME tegen ACM ongegrond, bevestigt de x-factor en tarieven voor gasnetbeheerders en oordeelt dat de besluiten niet onrechtmatig zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Stedin en FME ongegrond inzake de x-factor en CBL-kosten, met uitspraak op 23 april 2013.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van Rendo en FME ongegrond inzake de tariefregulering voor gas in 2011, waarbij ACM niet bevoegd is tot nacalculatie van de tarieven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over een last onder dwangsom opgelegd aan A B.V. wegens overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Het beroep tegen het eerste besluit is ongegrond, het beroep tegen het tweede besluit is gegrond, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van GTS gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de NMa, maar laat de rechtsgevolgen in stand. NMa wordt veroordeeld in de proceskosten van GTS.

Het College vernietigt de besluiten van NMa over de x-factor voor Zebra en Enexis, oordeelt dat de boekwaarden als waarderingsgrondslag niet adequaat zijn gemotiveerd en verplicht NMa opnieuw te beslissen op de bezwaren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van N.V. Rendo tegen de NMa ongegrond, betreffende de nacalculatie van transporttarieven gas voor 2008-2010.

Het College vernietigt het besluit van NMa over de x-factor voor Rendo, oordeelt dat NMa de afschrijvingen onjuist heeft vastgesteld en draagt NMa op opnieuw te beslissen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van PAWEX tegen de wijziging van de Netcode Elektriciteit niet-ontvankelijk, omdat PAWEX niet tijdig heeft gereageerd op eerdere besluiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van VEMW, TenneT en Netbeheer ongegrond inzake de wijziging van de Netcode Elektriciteit en de voorwaarden voor aansluitingswerkzaamheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat GGZ-zorgverleners verplicht zijn diagnose-informatie op facturen te vermelden, met een ontheffingsmogelijkheid voor privacybezwaren. Het beroep van appellanten wordt ongegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard in tuchtrechtelijke procedure tegen accountant over overdracht van zaken en aanvaarding van de opdracht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de last onder bestuursdwang aan appellant terecht is opgelegd wegens overtredingen van de dierenwelzijnswet. Kosten van bestuursdwang zijn rechtmatig aan appellant doorbelast. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant niet heeft voldaan aan de last onder bestuursdwang wegens overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De kosten van bestuursdwang zijn vastgesteld op € 36.511,80.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Stedin ten onrechte kosten voor een aansluiting groter dan 10 MVA aan Euromax in rekening heeft gebracht, in strijd met de Elektriciteitswet 1998.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de overstap van een partner van Ernst&Young naar Aegon geen inbreuk op de onafhankelijkheid van accountants opleverde en verklaart de klacht van SOBI ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Blygold ongegrond wegens weigering om inlichtingen te verstrekken over Advanced Oxidation Technology, leidend tot een last onder dwangsom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Blygold Nederland B.V. een boete terecht is opgelegd voor het op de markt brengen van Advanced Oxidation Technology zonder toelating. De AOT wordt als biocide aangemerkt.

Het College vernietigt de tariefbeschikking van de NZa en draagt hen op opnieuw te beslissen op de bezwaren van orthodontisten over de tarieven van 2007 tot 2009.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Associatie Nederlandse Tandartsen ongegrond, bevestigt de bevriezing van de D-tarieven door de NZa en oordeelt dat deze maatregel in het belang van consumenten is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de last onder dwangsom aan appellante wegens herhaalde overtredingen van de Verordening inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van VEMW, GTS en Energie Nederland ongegrond, betreffende de methodebesluiten van NMa voor gastransporttarieven.

Appellant verzocht om teruggave van tien duiven uit Armenië, maar dit werd afgewezen op basis van Europese regelgeving inzake dierenverkeer. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Tussenuitspraak over gasvoorwaarden en regulering van transportrechten; NMa moet motivering verbeteren en onderwerpen in gasvoorwaarden opnemen.

Het College bevestigt dat spagyrische kruidenessences als geneesmiddel moeten worden aangemerkt, waardoor de aanvraag van SIWOS om ontheffing niet ontvankelijk is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de tegemoetkoming in schade voor appellant vastgesteld op € 36.288,33 na vernietiging van het eerdere besluit van verweerder, dat was gebaseerd op een onjuiste waardevaststelling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de tegemoetkoming in schade voor gedode geiten vastgesteld op € 285.662,10, na vernietiging van het eerdere besluit van verweerder.

Het College vernietigt het besluit van de Staatssecretaris en stelt de tegemoetkoming in schade vast op € 181.096,43 voor gedode geiten, met proceskosten van € 874,-.

College oordeelt dat de Staatssecretaris de waardevaststelling van deskundige Dilven ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten. Beroep gegrond verklaard en tegemoetkoming vastgesteld op € 261.805,01.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat OCI Nitrogen B.V. niet als belanghebbende kan worden aangemerkt bij de wijziging van de Tarievencode Gas, waardoor haar beroep ongegrond wordt verklaard.

Appellante, een manege, verliest beroep tegen besluit van de Staatssecretaris over verloting pony; strijd met artikel 57 Gwd. Beroep ongegrond verklaard.

Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen heffingen, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Het College oordeelt dat het bezwaar prematuur was, omdat er geen eindnota was ontvangen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de bezwaren van appellanten tegen veilingnota's niet-ontvankelijk, omdat deze nota's geen besluiten zijn in de zin van de Awb.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de last onder bestuursdwang aan veehouder A rechtmatig was, wegens overtredingen van de dierenwelzijnswet. Het beroep van A wordt ongegrond verklaard.

Appellante A heeft beroep ingesteld tegen kostenverhaal van € 569,40 na bestuursdwang op haar hond. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de redelijkheid van de kosten.

Het College vernietigt het besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit om het verzoek van het Vlietland Ziekenhuis om versneld afschrijven van € 20 miljoen af te wijzen, wegens onvoldoende rekening houden met bijzondere omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa terecht het verzoek van Stichting Orbis Medisch en Zorgconcern om versnelde afschrijving van kapitaallasten afwees, omdat de beleidsregels geen ruimte bieden voor versnelde afschrijving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. A ongegrond, omdat de werkzaamheden voor de S&O-verklaring niet voldoen aan de eisen van de Wva.

V.O.F. Tiparo verliest beroep tegen Minister van Economische Zaken over S&O-verklaring voor projecten. College bevestigt afwijzing door gebrek aan technische nieuwheid en onvoldoende bewijs van uren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van A V.O.F. ongegrond, omdat de werkzaamheden voor de S&O-verklaring niet als speur- en ontwikkelingswerk onder de Wva kunnen worden aangemerkt.

Hoger beroep van accountant A tegen uitspraak accountantskamer. Klacht over onjuist informeren, niet schriftelijk vastleggen en onjuiste belastingverwerking. College vernietigt uitspraak, legt maatregel van doorhaling op voor 5 jaar.

Appellant A klaagt over onpartijdigheid van de Raad van Tucht in een accountantsonderzoek naar fraude. Het College verwerpt het beroep en bevestigt de ongegrondverklaring van de klacht door de Raad van Tucht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van het Productschap Tuinbouw inzake heffingen op grond van de Verordening heffing teelt, maar laat de rechtsgevolgen in stand en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over heffingen aan telers groenten en fruit na boekencontrole. Beroep gegrond, bestreden besluit vernietigd, rechtsgevolgen in stand gelaten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten tegen heffingen op grond van de Verordening heffing teelt groenten en fruit 2008 ongegrond, maar veroordeelt verweerder in proceskosten van appellante sub 1.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van A B.V. en anderen ongegrond tegen heffingen op basis van de Verordening algemene heffing handel groenten en fruit, maar veroordeelt het Productschap in proceskosten van € 874,- en vergoedt het griffierecht van € 298,-.

Hoger beroep ongegrond verklaard; tijdelijke doorhaling inschrijving accountant wegens ernstige bezwaren en bescherming van openbaar belang.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het hoger beroep van registeraccountant A ongegrond verklaard en de tuchtrechtelijke maatregel van doorhaling van zijn inschrijving voor één jaar bevestigd wegens ongepast taalgebruik.

Hoger beroep van accountant A tegen doorhaling inschrijving wegens ernstige beschuldigingen. Klacht gegrond verklaard, maatregel van 10 jaar doorhaling verminderd tot 5 jaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van A B.V. tegen heffingen van het Productschap Tuinbouw ongegrond, o.a. vanwege onjuiste aangiftes en de rol van de veiling.

A B.V. betwistte de heffing ter bestrijding van Ditylenchus dipsaci, maar het College oordeelde dat de heffing rechtmatig was en in lijn met de Verordening. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat heffingen ter bestrijding van Ditylenchus dipsaci rechtsgeldig zijn en in het algemeen belang van de sector dienen. Beroep van Pronk Tulpen B.V. wordt gegrond verklaard, overige beroepen ongegrond.

Hoger beroep over de afwijzing door de AFM van een handhavingsverzoek inzake marktmisbruik door Mittal Steel tijdens de overname van Arcelor. De rechtbank oordeelde dat de AFM onzorgvuldig had gehandeld, maar het College vernietigde deze uitspraak en verklaarde het beroep van Trafalgar ongegrond.

Het College vernietigt het besluit van NMa over het tariefbesluit 2009, maar laat de rechtsgevolgen in stand. NMa wordt veroordeeld in de proceskosten van Westland tot € 1.311,-.

Verzoekers hebben een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.J. Waterbolk en andere rechters. Het College heeft de verzoeken afgewezen, omdat er geen feiten zijn die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Enexis niet in gebreke is gebleven bij het realiseren van een aansluiting en dat de klacht van Windpark Logistiekweg B.V. ongegrond is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat aansluiting en transport in de Elektriciteitswet 1998 onderscheiden moeten worden. De klacht van De Graaf Logistics B.V. over vertraging in aansluiting wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat A B.V. terecht een last onder dwangsom is opgelegd voor het niet opmaken van vervoersbewijzen voor meststoffen, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de waardevaststelling van geiten in het kader van Q-koorts correct is uitgevoerd en dat de tegemoetkoming op basis van de Gwd terecht is vastgesteld. Het beroep van appellante is ongegrond.

Appellant A heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een EIA-verklaring voor een LTV-afgiftesysteem. Het College vernietigt het besluit wegens ondeugdelijke motivering, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verwierp de klacht van A B.V. tegen accountant B RA over een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2007 van E, omdat er geen tuchtrechtelijk verwijt kon worden gemaakt.

Hoger beroep over bestuurlijke boete wegens niet opmaken vervoersbewijzen voor champost. Boete van € 5.700,-- wordt herzien naar € 5.130,-- vanwege overschrijding redelijke termijn.

Het College vernietigt de kosten van bestuursdwang van € 17.321,63 en stelt deze vast op € 17.148,62. Verweerder wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 1.748,00 en griffierecht van € 298,00.

Het College verklaart de beroepen van Eurocept, Genzyme en ApotheekZorg niet-ontvankelijk en veroordeelt de NZa in proceskosten van € 874,00 voor de Stichting voor Afweer Stoornissen en de Schildklierstichting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van A&P Flowers B.V., B, en C B.V. ongegrond inzake opgelegde heffingen voor bloembollenverkoop buiten de veiling om, en oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de heffing op bloemkwekerijproducten ook geldt voor producten verhandeld via Duitse veilingen. Het beroep van Spectraplant Westerbeek B.V. is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over heffingen aan hoveniersbedrijven en bevestigt de rechtmatigheid van de opgelegde heffingen, terwijl het beroep in één van de zaken gegrond wordt verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie voor veiligheidsmaatregelen ten onrechte op nihil was vastgesteld en herstelt dit naar € 700, omdat de kosten na de subsidieaanvraag zijn gemaakt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de wrakingsverzoeken van 15 maart 2012 en 22 februari 2012 afgewezen, omdat verzoekers geen nieuwe feiten hebben aangedragen die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken.

Hoger beroep van A tegen uitspraak accountantskamer over klacht tegen accountant C. Klacht ongegrond verklaard, grieven falen, klachtonderdelen d, e en f niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de intrekking van de subsidie voor zonnepanelen, omdat de activiteiten waarvoor subsidie was verleend niet zouden plaatsvinden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om tijdelijke doorhaling van de inschrijving van een registeraccountant afgewezen, omdat er geen zwaarwegende openbare belangen in het geding waren.

A B.V. heeft beroep ingesteld tegen de toekenning van ontheffingen voor zondagopenstelling aan D en B door de gemeente Heiloo. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van de loting voor de ontheffingen.

Het College vernietigt de verplichting voor GGZ-zorgverleners om diagnose-informatie op declaraties te vermelden, oordeelt dat de belangenafweging van de NZa onvolledig was en geeft de NZa drie maanden om opnieuw te beslissen op de bezwaren van de appellanten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert de registratie van varkensrechten op locatie Y, omdat deze locatie niet tot het bedrijf van appellante behoort. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant, dat niet tijdig was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Prom Chem Ltd ongegrond, omdat de aanmelding van het biocide Promex niet werd geaccepteerd wegens gebrek aan bewijs dat het vóór 1 januari 2009 op de markt was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant verantwoordelijk is voor de melding van de afvoer van runderen en dat de ambtshalve registratie door de Staatssecretaris op kosten van appellant rechtmatig was. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat hij niet tijdig de afvoer van een rund in het I&R-systeem heeft gemeld.

Hoger beroep over boete van € 2.000,- voor het voorhanden hebben van niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel. Boete verlaagd naar € 500,-.

Hoger beroep van Costa Madera S.A. en A tegen AFM over last onder dwangsom. College bevestigt dat AFM correct heeft bekendgemaakt, maar erkent belang van A. Hoger beroep gegrond voor A, maar beroep ongegrond.

Hoger beroep van A en B tegen DNB over vergoeding uit depositogarantiestelsel voor DSB Bank N.V. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om smartengeld af.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat The Greenery B.V. en Jager Holland B.V. niet heffingsplichtig zijn voor handel in consignatie, omdat zij geen juridisch eigendom verwerven. Het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van A B.V. ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor een mobiele kraan geen nieuwe activiteiten betreft volgens de Tijdelijke subsidieregeling opkomende markten.

Het College vernietigt de herziene heffingen over boomkwekerijproducten, oordeelt dat de heffingsgrondslag onjuist was en draagt verweerder op opnieuw te beslissen op de bezwaren van appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de heffingen op boomkwekerijproducten rechtsgeldig zijn en dat de verordeningen niet in strijd zijn met de wet. De bezwaren van de appellanten zijn grotendeels ongegrond, met uitzondering van de proceskostenvergoeding in één zaak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over schadevergoeding voor in bewaring genomen dieren. Appellant krijgt € 1.500,- schadevergoeding en € 250,- proceskosten vergoed.

Appellante A B.V. kreeg geen subsidie voor een project in India omdat niet duidelijk was dat zij als investeerder deelnam. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Appellante A B.V. verliest beroep tegen afwijzing EIA-verklaring voor zonnepanelen; aanmelding was niet tijdig volgens de wet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de gewijzigde beleidstoepassing door de NZa leidt tot ongelijkheden en inconsistenties in de kapitaallastenvergoeding voor GGz-instellingen. De besluiten van de NZa worden vernietigd en zij moet opnieuw beslissen.

Het College verklaart het beroep van A B.V. ongegrond inzake de besmetverklaring en doding van geiten vanwege Q-koorts.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Kamer van Koophandel onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de inschrijving van wijzigingen in het handelsregister. Het beroep van appellant is gegrond, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Tussenuitspraak over budgetvaststelling en loonkosten medisch specialisten bij Slotervaartziekenhuis. Zorgautoriteit moet besluit herzien.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante A ongegrond, betreffende de doding van geiten wegens Q-koorts besmetting.

Appellanten A en B hebben beroep ingesteld tegen een besluit tot doding van hun geiten wegens Q-koorts. Het College verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat de maatregelen terecht zijn genomen.

A B.V. verzocht om een verklaring voor de Energie-investeringsaftrek voor nieuwbouw, maar de Minister wees dit af. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat de kosten voor energieadvies niet onder de relevante categorieën vallen.

Tussenuitspraak over wijziging polisvoorwaarden ziektekosten; verzoeken om handhaving Zorgverzekeringswet afgewezen. Wijzigingen niet verenigbaar met Zvw. NZa moet gebreken herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellanten gegrond, vernietigt het bestreden besluit van het Productschap Wijn en laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de heffingen opgelegd aan Aldi, omdat Aldi niet als ondernemer kan worden aangemerkt. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 874 en het griffierecht van € 298 wordt vergoed.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen heffingen van het Productschap Wijn. Het College verklaart het beroep gegrond voor heffingsnota's die vóór de verbindendheid van de verordening zijn opgelegd.

Appellant A verzet zich tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar voor schadevergoeding op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep van appellant A ongegrond, bevestigt de besmetverklaring van geiten en de doding van dieren in verband met Q-koorts, en oordeelt dat de genomen maatregelen rechtmatig zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de verdachte verklaring van geiten en doding van dieren in verband met Q-koorts.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de heffingen op bloemkwekerijproducten rechtsgeldig zijn, maar vernietigt de ongegrondverklaring van het bezwaar tegen de heffingsnota over 2003.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de heffingen op bloemkwekerijproducten rechtsgeldig zijn en dat de appellante voldoende inzicht had in haar verplichtingen. De beroepen worden ongegrond verklaard.

A B.V. heeft beroep ingesteld tegen besluiten van het Productschap Tuinbouw over restitutienota's voor bloemkwekerijheffing. Het College oordeelt dat de toepassing van het degressief tarief niet correct was en vernietigt het besluit van 23 april 2009.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst het verzoek van Horizon Energy B.V. om locatiewijziging van zonnepanelen af, omdat de noodzaak voor wijziging in de risicosfeer van de appellante ligt.

Het College bevestigt de rechtskracht van het tarief voor fundusfotografie in ziekenhuizen als OVP, maar verklaart de NZa ten onrechte gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de bezwaren van appellante. Griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellanten A en B ongegrond, omdat de besmetting van hun geitenhouderij niet is aangetoond door het voorgeschreven vaccin.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een geitenhouder ongegrond, bevestigt de besmetverklaring met Q-koorts van twee locaties en de doding van verdachte dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de budgetvaststelling voor instellingen in de verstandelijk gehandicaptenzorg en de invoering van integrale tarieven. Het beroep van Stichting Frion tegen de correctie op haar budget wordt ongegrond verklaard.

Beroep van A AA tegen beslissing raad van tucht gegrond verklaard; klacht ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat bezwaarschriften tegen heffingsnota's niet-ontvankelijk zijn wegens onvoldoende specificiteit. Het beroep in de zaak AWB 09/964 is gegrond, en verweerder moet een nieuw besluit nemen.