ECLI:NL:CBB:2024:506
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heraansluiting op elektriciteit en gas na wanbetaling en schuldhulpverlening
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 juli 2024, in de zaak tussen Stedin Netbeheer B.V. en de Autoriteit Consument en Markt (ACM), met als derde partij [naam 1], werd de kwestie van heraansluiting op elektriciteit en gas behandeld. De ACM had eerder geoordeeld dat Stedin onterecht had gehandeld door als voorwaarde voor heraansluiting te eisen dat [naam 1] eerst openstaande vorderingen zou voldoen. Het College bevestigde dat de ACM terecht had geoordeeld dat Stedin in strijd handelde met artikel 10, tweede lid, van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas. Dit artikel stelt dat een netbeheerder verplicht is om het transport van elektriciteit of gas te hervatten indien de kleinverbruiker kan aantonen dat zijn vordering wordt betrokken bij een lopend schuldhulpverleningstraject. In dit geval was er sprake van wanbetaling aan de energieleverancier, wat leidde tot de afsluiting van [naam 1]. De ACM oordeelde dat Stedin niet had mogen eisen dat [naam 1] eerst zijn vorderingen zou voldoen, aangezien dit in strijd was met de Regeling. Het College oordeelde dat de wanbetaling aan de leverancier uiteindelijk had geleid tot de afsluiting en dat Stedin gehouden was om [naam 1] opnieuw aan te sluiten op het elektriciteits- en gasnet. Het beroep van Stedin werd ongegrond verklaard.