ECLI:NL:CBB:2024:554
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie in faillissementsprocedure met betrekking tot subsidie COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 augustus 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van de minister van Economische Zaken om ontslag van instantie te verlenen in een procedure die betrekking heeft op de subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling. De onderneming, een B.V. die op 13 juni 2023 in staat van faillissement is verklaard, had eerder bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister waarin de subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 op € 0,- was vastgesteld en het betaalde voorschot werd teruggevorderd. De curator van de onderneming heeft het College laten weten de procedure niet te willen overnemen, wat de minister ertoe heeft gebracht om om ontslag van instantie te verzoeken.
Het College heeft in zijn overwegingen het belang van de minister bij het verzoek om ontslag van instantie afgewogen tegen het belang van de onderneming bij het verkrijgen van een beslissing op het geschil. Aangezien de curator geen redenen heeft gegeven om de procedure voort te zetten en de onderneming zelf ook geen belang heeft aangetoond, heeft het College besloten het verzoek van de minister toe te wijzen. Dit leidt tot de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van de onderneming. De uitspraak benadrukt de gevolgen van faillissement voor lopende procedures en de rol van de curator in dit proces.