Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 september 2024 in de zaken tussen
de Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Procesverloop
Overwegingen
2 juni 2020.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 17 september 2024, met zaaknummers 21/1442 en 21/1443, staat de weigering van Liander N.V. om een aansluiting met een capaciteit van 2 MVA (AC5-aansluiting) te realiseren voor een kaasfabriek van FrieslandCampina Nederland B.V. (FCN) centraal. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) had eerder op 5 november 2021 een geschilbesluit genomen waarin de klachten van FCN ongegrond werden verklaard. FCN en Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (ZFC) hebben hiertegen beroep ingesteld. De ACM concludeerde dat het bedrijfsterrein als één WOZ-object moet worden aangemerkt, wat betekent dat Liander niet verplicht is om meer dan één aansluiting per WOZ-object te realiseren. Het College bevestigt deze conclusie en oordeelt dat de bestaande aansluiting niet aan FCN kan worden toegerekend, waardoor Liander de aanvraag voor een nieuwe aansluiting terecht heeft geweigerd. Daarnaast oordeelt het College dat Liander de voorwaarde heeft kunnen stellen dat de bestaande aansluiting verwijderd moest worden bij de realisatie van de nieuwe aansluiting, en dat FCN de kosten voor deze verwijdering moet dragen. Het College verklaart de beroepen van FCN en ZFC ongegrond.