mw. mr. L.P. de Haas

De kinderrechter heeft [minderjarige] onder toezicht gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor drie maanden, gezien de zorgbehoefte en de situatie van de moeder.

De rechtbank heeft de geboorteakten van drie kinderen verbeterd door vadergegevens toe te voegen, maar het verzoek om de geslachtsnaam te wijzigen is afgewezen.

De kinderrechter verleent toestemming voor wijziging van verblijfplaats en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, met ingang van 26 november 2024 tot 12 januari 2025.

De kinderrechter verlengt de uithuisplaatsing van twee minderjarigen tot 15 februari 2025, vanwege zorgen over de hulpverlening en de thuissituatie van de ouders.

De kinderrechter heeft op 16 april 2024 een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige] aangehouden voor drie maanden, om haar voortgang te volgen en te onderzoeken of zij bij de huidige accommodatie kan blijven.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging aan een betrokkene met een psychotische stoornis, voor de duur van twaalf maanden, op basis van de Wvggz.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1961, tot en met 17 april 2024, op basis van de Wvggz.

De rechtbank heeft het gezag van de vader over [minderjarige 1] beëindigd, maar het gezag van de moeder over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] afgewezen. De moeder werkt goed samen met de GI en pleegouders, en het in stand houden van de familieband is niet schadelijk voor de kinderen.

Rechtbank verklaart zich onbevoegd inzake echtscheidingsverzoek, wijst gezag en hoofdverblijfplaats van kinderen toe aan vrouw na Turkse echtscheidingsbeschikking.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van de burgemeester van Utrecht gegrond, maar wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Geschil over legaat en huwelijkse voorwaarden na overlijden van [A]. Vonnis van 23 maart 2022: [gedaagde] moet € 70.082,- betalen aan de erfgenamen en krijgt negen maanden om legaat af te nemen.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige vanwege ernstige zorgen over zijn ontwikkeling en veiligheid, met een voorlopige ondertoezichtstelling tot 19 januari 2022.

De kinderrechter heeft op 22 juli 2021 een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige verleend, vanwege tekortschietende hulpverlening in het vrijwillig kader.

De rechtbank wijzigt de kinderalimentatie voor twee kinderen, waarbij de man € 239,50 per kind per maand moet betalen zolang hij getrouwd is met de stiefouder, en € 214,50 per kind per maand na de echtscheiding.

Wrakingsverzoek tegen mr. M.C. Danel ongegrond verklaard; geen blijk van onpartijdigheid.

Wrakingsverzoek tegen mr. P.J. Neijt niet-ontvankelijk verklaard; verzoeker was eerder bekend met de feiten.

Wrakingsverzoek van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van wrakingsgronden. Volgende verzoek tot wraking in dezelfde zaak wordt niet in behandeling genomen.

De kinderrechter heeft op 7 januari 2021 de uithuisplaatsing van een minderjarige voor twee maanden verleend, met aanhouding van het meer of anders gevraagde.

De rechtbank wijzigt de partneralimentatie en oordeelt dat de vrouw teveel ontvangen alimentatie moet terugbetalen aan de man.

Beroep gegrond verklaard wegens schending van artikel 7:2 Wvggz; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De wrakingskamer verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking van mr. R.C. Stijnen, omdat de rechter niet meer betrokken was bij de zaak na de einduitspraak.

Wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris ongegrond verklaard; geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.

Wrakingsverzoek tegen mr. M.L. Braaksma ongegrond verklaard; verzoekster niet-ontvankelijk voor het te laat indienen van het verzoek. Beslissing betreft procesbeslissingen en geen aanwijzingen voor vooringenomenheid.

Wrakingsverzoek ongegrond verklaard; verzoekster niet-ontvankelijk, andere verzoek ongegrond.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam van minderjarige] tot 22 september 2019, vanwege de bedreiging in zijn ontwikkeling door langdurig niet naar school gaan.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige die al geruime tijd niet naar school gaat, en roept de leerplichtambtenaar op voor de volgende zitting.

De kinderrechter heeft op 26 februari 2019 de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige goedgekeurd, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming en de GI, voor de duur van twaalf maanden.

De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 13 februari 2019 een verzoek tot verschoning gegrond verklaard in een bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot WIA, vanwege schijn van partijdigheid.

De kinderrechter wijst het verzoek van de moeder tot vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing van de GI af, omdat de e-mail niet als zodanig kan worden aangemerkt.

De rechtbank heeft de man veroordeeld tot het betalen van € 808,- per maand voor kinderalimentatie en € 12.897,- bruto per maand voor partneralimentatie, wegens grove schending van artikel 21 Rv en onvoldoende medewerking aan deskundigenonderzoek.

De wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland verklaart het wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. A.J. Reitsma ongegrond en bepaalt dat de procedure voortgezet wordt.

De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek van verzoekster B.V. ongegrond, omdat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter.

Wrakingsverzoek tegen rechter in gezinszaak ongegrond verklaard; rechter niet partijdig bevonden.

Wrakingsverzoek tegen mr. A.J. Reitsma is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard door de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 oktober 2018.

De kinderrechter verklaart vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot vervallen verklaring van de schriftelijke aanwijzing van de GI, omdat hij geen gezag heeft over het kind.

De kinderrechter heeft de verzoeken tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een Poolse baby afgewezen, met de overweging dat het kind in Polen moet opgroeien.

De wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland verklaart het wrakingsverzoek tegen mr. P.W.G. de Beer ongegrond, omdat er geen objectieve vrees voor partijdigheid is aangetoond.

De wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland verklaart het verzoek tot wraking van mr. A.A.T. van Rens ongegrond, omdat er geen objectieve aanwijzingen voor vooringenomenheid zijn.

De rechtbank Midden-Nederland verklaart het wrakingsverzoek tegen kinderrechter mr. G.L.M. Urbanus ongegrond, omdat er geen aanwijzingen zijn voor partijdigheid.

De kinderrechter heeft de verzoeken van de moeder om uitbreiding van de zorg- en contactregeling en benoeming van een deskundige gedeeltelijk toegewezen. De omgang met [minderjarige 1] is uitgebreid naar twee uur per maand, terwijl de verzoeken voor de andere kinderen zijn afgewezen.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige 1] en stelt een omgangsregeling vast van eenmaal per drie weken onder begeleiding.

De kinderrechter heeft het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van twee minderjarigen afgewezen, maar bepaald dat de moeder moet meewerken aan gesprekken met de GI.

De rechtbank oordeelt over buitensporig politiegeweld tijdens de aanhouding van de verdachte, die letsel opliep. De verdachte wordt vrijgesproken van bedreiging met een vuurwapen en niet strafbaar verklaard.

Een 22-jarige man is door de rechtbank Zwolle-Lelystad veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf voor mishandeling van een ambtenaar, bedreiging en vernieling, maar vrijgesproken van poging doodslag en zware mishandeling.

De rechtbank oordeelt dat de verklaring van de verdachte in een drugszaken toelaatbaar is, legt 12 maanden gevangenisstraf op voor het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne.

Een man is veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voor ontucht met twee minderjarige meisjes, maar vrijgesproken van seksueel misbruik van zijn stiefdochter.

De rechtbank veroordeelt de verdachte voor schennis van de eerbaarheid in aanwezigheid van zijn minderjarige pleegdochter en legt een werkstraf van 100 uren op.

Verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van het uitgeven van vervalste bankbiljetten en oplichting, met een werkstraf van 100 uren en verbeurdverklaring van € 375,-.

Verdachte is veroordeeld voor diefstal met geweld en verblijf als ongewenst vreemdeling, met een gevangenisstraf van negen maanden.

De rechtbank wijst de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel af, omdat niet aannemelijk is dat de veroordeelde voordeel heeft genoten uit hennepteelt.