ECLI:NL:RBMNE:2024:2755

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
1 mei 2024
Zaaknummer
C/16/572531 / JL RK 24-214
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 16 april 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [minderjarige], geboren in 2007, die onder voogdij staat van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De kinderrechter heeft een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden beoordeeld. Tijdens de mondelinge behandeling, die op dezelfde dag plaatsvond, waren de minderjarige, haar ouders, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft de minderjarige naar haar mening gevraagd, maar zij verliet de zitting tijdelijk omdat het te veel voor haar werd. De GI heeft aangegeven dat het beter gaat met de minderjarige, maar dat zij nog steeds moet leren haar grenzen aan te geven. De kinderrechter heeft besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp aan te houden voor de duur van drie maanden, om de voortgang van de minderjarige te kunnen volgen en om te onderzoeken of zij bij de huidige accommodatie kan blijven. De kinderrechter benadrukt dat het belangrijk is dat de minderjarige haar opgebouwde therapie en steun niet verliest, vooral nu zij volgend jaar meerderjarig wordt. De beslissing is openbaar uitgesproken en de behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/572531 / JL RK 24-214
Datum uitspraak: 16 april 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING, gevestigd te Lelystad, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat mr. F.L. Lischer te Almere.
De kinderrechter merkt als informanten aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
[vader] ,
hierna te noemen: de vader.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 15 maart 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 16 april 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] , bijgestaan door mr. F.L. Lischer.
- de vader;
- de moeder;
- mevrouw [A] en mevrouw [B] , namens de GI.
Verder was aanwezig:
- de heer [C] , coach van [instelling] .
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. [minderjarige] heeft tijdens de mondelinge behandeling de zitting verlaten omdat het haar te veel werd. Zij is later weer teruggekomen.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 9 mei 2016 is [minderjarige] onder voogdij gesteld van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
2.2.
[minderjarige] verblijft in de [accommodatie] van [instelling] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

4.De standpunten

Door de GI is ter zitting naar voren gebracht dat het de afgelopen periode beter met [minderjarige] gaat, maar dat ze nog wel haar grenzen moet leren aangeven. Het gaat nu goed op de groep bij [instelling] doordat de jongeren waarmee zij niet kon opschieten weg zijn. [minderjarige] is nog erg gevoelig voor de groepsdruk en heeft daardoor drank en een fatbike gestolen. De machtiging werkt als een steun in de rug voor haar. De machtiging is noodzakelijk om de cirkel waarin zij zit te doorbreken.
Door en namens [minderjarige] is naar voren gebracht dat zij graag wil blijven bij [instelling] . Als zij nu gesloten zou worden geplaatst zou zij met alles opnieuw moeten beginnen, waaronder therapie, terwijl zij nu een vertrouwensband heeft opgebouwd. Het indienen van het verzoek tot een gesloten machtiging is een keerpunt geweest. Dit heeft gemaakt dat [minderjarige] zichzelf wil bewijzen. Door de advocaat is verzocht de machtiging gesloten voor de duur van drie maanden aan te houden, als een soort voorwaardelijke machtiging, zodat [minderjarige] de kans krijgt om zichzelf te bewijzen. Zij heeft een duidelijk plan voor de toekomst dat zij graag wil uitvoeren. Mocht het niet goed gaan dan kan de machtiging alsnog worden gevraagd.
Moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat het nu goed gaat bij [instelling] en dat [minderjarige] de kans moet worden gegund om zichzelf te bewijzen. Vader is het eens met de machtiging nu het noodzakelijk is om haar veiligheid te waarborgen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter zal de machtiging aanhouden voor de duur van drie maanden. Hieronder zal worden toegelicht hoe de kinderrechter tot dit oordeel is gekomen.
Het gedrag van [minderjarige] was afgelopen maanden zeer zorgelijk, tot het verzoek om een gesloten machtiging werd ingediend. [minderjarige] heeft dit als een keerpunt gezien en laat verbetering van haar gedrag zien op de groep, is al een maand gestopt met blowen en drinken en krijgt sinds anderhalve maand therapie in de vorm van schema-, trauma-, en beeldende therapie. Ook volgt [minderjarige] dagbesteding en heeft zij de plannen voor haar toekomst uitgestippeld. Als de machtiging gesloten zou worden toegewezen zal al hetgeen wat is opgebouwd, waaronder therapie, weer van voor af aan moeten worden opgebouwd en dat is niet in het belang van [minderjarige] nu zij volgend jaar meerderjarig wordt en dan op haar eigen benen moet kunnen staan. Maar gezien er grote twijfel is over de intrinsieke motivatie van [minderjarige] en het onduidelijk is of zij bij de [accommodatie] van [instelling] kan blijven ziet de kinderrechter aanleiding om de machtiging voor de duur van drie maanden aan te houden om hier onderzoek naar te doen. Als zij niet bij de woonvoorziening kan blijven zal er snel en nieuwe zitting moeten worden gepland. Ook als [minderjarige] zich misdraagt of wegloopt kan de GI de rechtbank hierover informeren en dan zal de zaak met voorrang op zitting worden gepland. Het is nu aan [minderjarige] om te laten zien dat zij op een open groep thuishoort en gemotiveerd is om haar gedrag te verbeteren.

6.De beslissing

De kinderrechter:
houdt de behandeling van het verzoek aan tot een nader te bepalen zitting, gelegen
vóór 16 juli 2024, tegen welke zitting de GI, de vader, de moeder en [minderjarige] en haar advocaat dienen te worden opgeroepen.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2024 door mr. L.P. de Haas, kinderrechter, in aanwezigheid van W.P.J. Rubingh als griffier, en op schrift gesteld op
!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.