ECLI:NL:RBMNE:2019:5917
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 12 december 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het verzoek tot wraking van mr. R.C. Stijnen door verzoekster, drs. [verzoekster]. Dit verzoek werd ingediend in het kader van de behandeling van een bestuursrechtelijke zaak met zaaknummer UTR 19/2632, waarbij de rechter op 5 december 2019 een einduitspraak had gedaan. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk is, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek niet meer betrokken was bij de zaak. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak, en verzoekster had niet eerder kenbaar gemaakt dat zij een wrakingsverzoek wilde indienen. De wrakingskamer heeft besloten om geen mondelinge behandeling van het verzoek te houden, en heeft verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.