Op 8 augustus 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (GI) betreffende de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de uithuisplaatsing verlengd met zes maanden, tot 15 februari 2025, omdat er zorgen zijn over de hulpverlening en de thuissituatie van de ouders. De GI heeft aangegeven dat de gemeente Lelystad voornemens is het contract met de huidige hulpaanbieder niet te verlengen, wat de continuïteit van de zorg voor de kinderen in gevaar kan brengen. De kinderrechter heeft de gemeente opgeroepen om mee te denken over de voortzetting van de hulpverlening, ook als het contract niet wordt verlengd.
De procedure begon met een eerdere beschikking op 15 februari 2024, waarin de kinderen onder toezicht werden gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing werd verleend. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 augustus 2024 waren de ouders en hun advocaten aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de GI. De kinderrechter heeft de mening van [minderjarige 1] gevraagd, maar deze heeft besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheid om te spreken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de kinderen sinds januari 2024 in een jeugdhulpaanbieder verblijven.
De kinderrechter concludeert dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor het welzijn van de kinderen, die beide de diagnose autismespectrumstoornis hebben en specialistische hulp nodig hebben. De ouders hebben aangegeven dat zij hulp en begeleiding nodig hebben om de zorg voor de kinderen te kunnen hernemen. De kinderrechter benadrukt het belang van goede communicatie tussen de ouders en de betrokken hulpverlening, en roept de gemeente op om de continuïteit van de zorg voor de kinderen te waarborgen.