Uitspraak
1.De procedure
- het ter zitting van 2 februari 2021 gedane wrakingsverzoek, zoals vastgelegd in het
- de schriftelijke reactie van 16 februari 2021 van de politierechter;
- de schriftelijke reactie van verzoeker van 4 maart 2021.
2.Het wrakingsverzoek
- aldus verzoeker - uit de omstandigheid dat de rechter niet inhoudelijk op de strafzaak is ingegaan. Zo is er niet ingegaan op de vraag over de ontvankelijkheid van de officier van justitie en hoe het kan dat de heer [A] als benadeelde partij wordt aangemerkt en zelfs ter zitting aanwezig mag zijn. Dat de rechter bevooroordeeld is, blijkt ook uit de omstandigheid dat het verzoeker niet werd toegestaan de benadeelde partij aan te duiden als iemand die psychisch niet in orde is, uit het besluit van de rechter om verzoeker op enig moment de verdere toegang tot de zittingszaal te ontzeggen en hem bij terugkomst in de zaal niet te zeggen wat in zijn afwezigheid was besproken.