ECLI:NL:RBMNE:2024:6694

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
10 december 2024
Zaaknummer
C/16/563059
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van geboorteakten en toevoeging van vadergegevens in het kader van erkenning en wettiging van kinderen

Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de Officier van Justitie (OVJ) met betrekking tot de verbetering van geboorteakten van drie kinderen. De kinderen, geboren in respectievelijk 2002, 2004 en 2008, zijn erkend door hun vader tijdens het huwelijk van hun ouders in Suriname. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geboorteakten van de kinderen onvolledig zijn, omdat de vadergegevens niet waren opgenomen. De OVJ heeft verzocht om de geboorteakten te verbeteren door de geslachtsnaam van de kinderen te wijzigen in die van de vader, [geslachtsnaam 1], en de voornamen en geboortegegevens van de vader toe te voegen. De vrouw en de kinderen hebben bezwaar gemaakt tegen de wijziging van de geslachtsnaam, omdat zij al hun hele leven de naam [geslachtsnaam 2] dragen en de man nauwelijks een rol in hun leven heeft gespeeld.

Tijdens de zitting op 10 juli 2024 is de zaak besproken, maar de vrouw en de kinderen zijn niet verschenen. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen in overweging genomen, evenals hun recht op identiteit en gezinsleven, zoals vastgelegd in het IVRK en het EVRM. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de geboorteakten te verbeteren door de vadergegevens toe te voegen, maar heeft het verzoek om de geslachtsnaam van de kinderen te wijzigen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van de kinderen is om de naam [geslachtsnaam 2] te behouden, gezien hun levenslange identificatie met deze naam en het gebrek aan betrokkenheid van de vader. De rechtbank heeft de ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeenten Amsterdam en Almere opgedragen om de verbeteringen aan de geboorteakten door te voeren, maar heeft het verzoek om de geslachtsnaam te wijzigen afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Lelystad
zaaknummer: C/16/563059 / FL RK 23-913
Verbetering geboorteakten
Beschikking van 6 december 2024
in de zaak van
DE OFFICIER VAN JUSTITIE,
hierna te noemen: de OVJ,
ten aanzien van de (meerderjarige) kinderen:
[kind 1], geboren op [geboortedatum 1] 2002 in [geboorteplaats 1] ,
hierna te noemen: [kind 1] ,
en
[kind 2], geboren op [geboortedatum 2] 2004 in [geboorteplaats 1] ,
hierna te noemen: [kind 2] ,
en
[minderjarige] ,geboren op [geboortedatum 3] 2008 in [geboorteplaats 2] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
gezamenlijk te noemen: de kinderen,
met als belanghebbenden:
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
van de gemeente Almere,
hierna te noemen: de ABS Almere,
en
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
van de gemeente Amsterdam,
hierna te noemen: de ABS Amsterdam,
en
[de vrouw],
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M. Dickhoff,
en
[de man] ,
hierna te noemen: de man,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
advocaat mr. H.K. Jap-A-Joe,
en
de
Raad voor de Kinderbescherming,
locatie Lelystad, hierna te noemen: de Raad.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift van de OVJ (met bijlagen), binnengekomen op 13 september 2023;
  • het e-mailbericht van de ABS Almere (ook namens de ABS Amsterdam) van 26 september 2023.
1.2.
Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 10 juli 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de heer [A] en mevrouw [B] namens de ABS Almere en de ABS Amsterdam;
- mr. Jap-A-Joe namens de man;
- mevrouw [C] namens de Raad.
1.3.
De OVJ, de vrouw, [kind 1] en [kind 2] hebben een uitnodiging van de rechtbank gekregen maar zij zijn niet op de zitting verschenen.
1.4.
De rechtbank heeft aan de minderjarige [minderjarige] gevraagd wat hij van het verzoek vindt. [minderjarige] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn mening te geven.
1.5.
Na de zitting van 10 juli 2024 heeft de rechtbank de volgende stukken ontvangen:
  • de brief van de man van 15 juli 2024;
  • het e-mailbericht van 16 juli 2024 van de vrouw;
  • de brief met bijlagen van 21 augustus 2024 van de vrouw;
  • het e-mailbericht (met een bijlage) van 24 september namens de ABS Almere en de ABS Amsterdam.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
[kind 1] is geboren op [geboortedatum 1] 2002 in [geboorteplaats 1] . Van de geboorte van [kind 1] is op 4 november 2002 een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer 1] . Deze akte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente Amsterdam van het jaar 2002.
2.2.
[kind 2] is geboren op [geboortedatum 2] 2004 in [geboorteplaats 1] . Van de geboorte van [kind 2] is op 17 maart 2004 een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer 2] . Deze akte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente Amsterdam van het jaar 2004.
2.3.
[minderjarige] is geboren op [geboortedatum 3] 2008 in [geboorteplaats 2] . Van de geboorte van [minderjarige] is op 9 januari 2008 een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer 3] . Deze akte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente Almere van het jaar 2008.
2.4.
De vrouw en de man zijn de (biologische) ouders van de kinderen.
2.5.
De vrouw en de kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit. De man heeft de Surinaamse nationaliteit.
2.6.
De geboorteakten van de kinderen zijn opgemaakt zonder dat hierin vadergegevens zijn opgenomen. Alleen de persoonsgegevens van de vrouw staan vermeld als zijnde de moeder van de kinderen.
2.7.
De man en de vrouw zijn op [trouwdatum] 2012 in Paramaribo (Suriname) met elkaar getrouwd. Uit de huwelijksakte blijkt dat de kinderen bij het huwelijk door de man zijn erkend en gewettigd.
2.8.
De vrouw woont sinds 16 april 2002 in Nederland. De man is nooit ingezetene van Nederland geweest. De vrouw heeft de huwelijksakte niet laten inschrijven in de Basisregistratie Personen (BRP). Op verzoek van de man is het huwelijk van partijen op 9 mei 2023 in het BRP opgenomen. Nadien is bij beschikking van deze rechtbank van [echtscheidingsdatum] 2023 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken.
2.9.
De OVJ verzoekt de rechtbank om de geboorteakten van de kinderen te verbeteren, in die zin dat:
  • de geslachtsnaam van de kinderen wordt verbeterd in: [geslachtsnaam 1] ;
  • de voornamen van de vader moet worden verbeterd in: [voornaam] ;
  • de geslachtsnaam van de vader moet worden verbeterd in: [geslachtsnaam 1] ;
  • de plaats van de geboorte van de vader moet worden verbeterd in: [geboorteplaats 3] , Suriname;
  • de dag van de geboorte van de vader moeten worden verbeterd in: [geboortedatum 4] -1970.
2.10.
De man is het eens met het verzoek van de OVJ. De man is ter zitting door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om zich nader uit te laten over het verzoek van de OVJ. De man heeft na de zitting aangevoerd dat het niet gaat om
een verbeteringvan de geboorteakten van de kinderen maar om
de aanvullingvan de geboorteakten met een latere vermelding die als volgt zou moeten luiden:
- dat het in de betreffende akte voorkomend kind bij akte op [trouwdatum] 2012 voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van Paramaribo (Suriname) verleden, is erkend door de man en door het opvolgend huwelijk van de ouders is gewettigd.
2.11.
De vrouw en de kinderen zijn na de zitting door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek van de OVJ en het standpunt van de man. De vrouw en de kinderen zijn het niet eens met het verzoek van de OVJ en het standpunt van de man. Zij vragen de rechtbank om het verzoek van de OVJ af te wijzen bij gebrek aan belang.
2.12.
De ABS Almere heeft (mede namens de ABS Amsterdam) verzocht om de ABS te gelasten om op de geboorteakten van de kinderen een latere vermelding op te nemen.
De inhoud van de latere vermelding dient als volgt te zijn:
Geslachtsnaam vader: [geslachtsnaam 1] ;
Voornamen vader: [voornaam] ;
Geboorteplaats vader: [geboorteplaats 3] , Suriname;
Geboortedatum vader: [geboortedatum 4] -1970;
Geslachtsnaam na erkenning van de kinderen: [geslachtsnaam 1] .

3.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
3.1.
Vanwege het internationale karakter van deze zaak dient de rechtbank eerst ambtshalve te beoordelen of aan de Nederlandse rechter (in internationale zin) bevoegdheid toekomt over het verzoek tot verbetering van de geboorteakte en zo ja, welk recht van toepassing is.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat aan de Nederlandse rechter op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegdheid toekomt, omdat het verzoekschrift is ingediend door de OVJ.
3.3.
Op grond van artikel 263 Rv is in zaken die uitsluitend betreffen de aanvulling van registers van de burgerlijke stand of de inschrijving, doorhaling of wijziging van de daarin in te schrijven of ingeschreven akten, bevoegd de rechter binnen wiens grondgebied de akte is of moet worden ingeschreven. Gebleken is dat [kind 1] en [kind 2] zijn geboren in [geboorteplaats 1] en dat [minderjarige] is geboren in [geboorteplaats 2] . De gemeente Almere treedt mede namens de gemeente Amsterdam op in deze procedure. De rechtbank Midden-Nederland is dan ook bevoegd om van het verzoek van de OVJ kennis te nemen.
Inhoudelijke beoordeling
3.4.
De rechtbank zal het verzoek van de OVJ, zoals nader toegelicht door de ABS Almere en Amsterdam, toewijzen behalve het deel van het verzoek dat ziet op het wijzigen van de geslachtsnaam van de kinderen. De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
Vadergegevens
3.5.
Volgens de rechtbank zijn de geboorteakten van de kinderen onvolledig en moeten zij daarom worden verbeterd door hier een latere vermelding aan toe te voegen. Bij de geboorte van de kinderen heeft de man de kinderen niet erkend. De geboorteakten van de kinderen zijn destijds dan ook terecht opgemaakt zonder dat hierin vadergegevens zijn opgenomen.
3.6.
De man en de vrouw zijn enkele jaren na de geboorte van de kinderen (op [trouwdatum] 2012 in Paramaribo (Suriname)) met elkaar getrouwd. Uit de huwelijksakte blijkt dat de kinderen bij het huwelijk van de man en de vrouw door de man zijn erkend en gewettigd.
Op grond van artikel 56a van het Surinaams Burgerlijk Wetboek dragen wettige en door de vader erkende onwettige kinderen de geslachtsnaam van de vader. Tussen partijen is niet in geschil dat de man de (biologische) vader van de kinderen is. Door de erkenning van de kinderen bij het huwelijk hebben de kinderen ook juridisch gezien een vader. De rechtbank leidt uit de stukken af dat het bezwaar van de vrouw en de kinderen niet zozeer ziet op het opnemen van de vadergegevens van de man in de geboorteakten van de kinderen maar ziet het bezwaar met name op de wijziging van de geslachtsnaam van de kinderen in ‘ [geslachtsnaam 1] ’ die dit met zich mee zou brengen. De vrouw en de kinderen verzetten zich fel tegen een geslachtsnaamswijziging omdat de kinderen al hun hele leven de naam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ dragen en de man nooit een actieve rol in hun leven heeft gespeeld. Zij willen de naam ‘ [geslachtsnaam 1] ’ dan ook niet dragen.
3.7.
Nu tussen partijen niet in geschil is dat de man de biologische en juridische vader van de kinderen is zal de rechtbank opdracht aan de ABS Amsterdam en Almere geven om de geboorteakten van de kinderen te verbeteren door een latere vermelding op te nemen.
De inhoud van de latere vermelding luidt als volgt:
Voornamen vader: [voornaam] ;
Geslachtsnaam vader: [geslachtsnaam 1] ;
Geboorteplaats vader: [geboorteplaats 3] ;
Geboortedatum vader: [geboortedatum 4] -1970;
Erkenning van de kinderen door de vader: [trouwdatum] 2012.
Geslachtsnaam
3.8.
Zoals hiervoor benoemd dragen de kinderen naar Surinaams recht vanaf het moment van erkenning en wettiging van de kinderen door de man de geslachtsnaam van de man, te weten ‘ [geslachtsnaam 1] ’. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de geslachtsnaamswijzing van de kinderen naar Surinaams recht in Nederland dient te worden erkend.
3.9.
De rechtbank stelt vast dat Suriname, anders dan Nederland, geen partij is bij de Overeenkomst van Istanbul. [1] Bij gebreke van andere relevante verdragen wordt de erkenning in Nederland van een geslachtsnaamwijziging uit Suriname beheerst door het commune internationaal privaatrecht, in het bijzonder artikel 10:20 en 10:24 BW.
3.10.
De kinderen hebben uitsluitend de Nederlandse nationaliteit.
Artikel 10:20 BW bepaalt dat de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, worden bepaald door het Nederlandse recht. Dit geldt ook indien vreemd recht van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen waarvan het ontstaan of het tenietgaan gevolg kan hebben voor de geslachtsnaam. Naar Nederlands recht kan een geslachtsnaamswijziging uitsluitend plaatsvinden bij Koninklijk Besluit. [2]
3.11.
Artikel 10:24 lid 1 BW bepaalt dat indien de geslachtsnaam of de voornamen van een persoon ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland zijn vastgelegd of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat zijn gewijzigd en zijn neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, de aldus vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam of voornamen in Nederland worden erkend. De erkenning kan niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd.
3.12.
Artikel 10:24 BW is geformuleerd om de erkenning van in het buitenland vastgestelde wijzigingen van de geslachtsnaam te regelen. Dit artikel ziet slechts op situaties waar de geslachtsnaam is vastgesteld of gewijzigd (1) ter gelegenheid van de geboorte buiten Nederland of (2) als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat. Een wettelijke definitie van het begrip persoonlijke staat is niet gegeven. De rechtbank sluit voor de invulling van dit begrip aan bij hetgeen de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit op 7 juni 2011 heeft neergelegd in haar Officiële mededeling nr. 1/2011 inzake de registratie van wijziging van de geslachtsnaam in het buitenland door huwelijk of andere wijziging van de burgerlijke staat in het buitenland. Daarin is aangegeven dat een wijziging van de geslachtsnaam als gevolg van een verandering in de persoonlijke staat in het buitenland – bijvoorbeeld een huwelijk, maar ook een geregistreerd partnerschap, een echtscheiding, een erkenning, een adoptie, een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of een wettiging zonder erkenning, vastgelegd in een door een bevoegde instantie opgemaakte akte, in Nederland wordt erkend.
3.13.
Tussen partijen is niet in geschil dat hun huwelijk in Suriname is vastgelegd in een door een bevoegde instantie opgemaakte akte. Het huwelijk van partijen is door Nederland erkend en op 9 mei 2023 opgenomen in de BRP. Als gevolg van het huwelijk van partijen, waarbij de man de kinderen heeft erkend en gewettigd, dragen de kinderen naar Surinaams recht sinds 19 januari 2012 de geslachtsnaam van de man. Anders dan de Nederlandse wetgeving biedt de Surinaamse wetgeving geen mogelijkheid om bij een latere erkenning een keuze te doen met betrekking tot de geslachtsnaam. Op grond van artikel 10:25 BW hadden partijen, omdat de kinderen in Suriname zijn erkend en gewettigd, tot twee jaar na de erkenning van de kinderen door de man, gezamenlijk in Nederland een akte van naamskeuze voor de kinderen kunnen laten opmaken. Partijen hadden er dan gezamenlijk voor kunnen kiezen dat de kinderen de achternaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ zouden blijven dragen. Dit hebben partijen niet gedaan. De kinderen dragen dus de naam ‘ [geslachtsnaam 1] ’.
3.14.
De geslachtsnaam van de kinderen is weliswaar door de erkenning en wettiging in Suriname ‘ [geslachtsnaam 1] ’ geworden maar de rechtbank zal bepalen dat de kinderen in de registers van de burgerlijke stand de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ zullen houden. Dit betekent dat het verzoek van de OVJ om de geslachtsnaam van de kinderen op de geboorteakten in ‘ [geslachtsnaam 1] ’ te verbeteren zal worden afgewezen. De rechtbank vindt het namelijk in het belang van de kinderen dat zij de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam 2]’ behouden.
3.15.
Op grond van artikel 8 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) moet het recht van het kind op zijn identiteit, met inbegrip van de naam, worden geëerbiedigd, zonder onrechtmatige inmenging. Op grond van artikel 12 IVRK volgt dat de mening van een kind zwaarder weegt naarmate hij ouder wordt. De kinderen zijn inmiddels [leeftijden] jaar oud. Dit betekent dat alleen op [minderjarige] nog het IVRK van toepassing is. Uit artikel 8 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) blijkt dat geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van het privé-, familie- en gezinsleven, dan voor zover bij wet is voorzien. Daarbij beperkt artikel 8 lid 2 EVRM dit ingrijpen bij wet tot noodzakelijkheid in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
3.16.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft volgens vaste jurisprudentie geoordeeld dat het naamrecht ook onder de bescherming van artikel 8 EVRM valt en dat ouders er in beginsel recht op hebben om een geslachtsnaam te kiezen voor de kinderen met wie zij een gezinsleven hebben. Doordat de man en de vrouw ten tijde van de geboorte van de kinderen niet met elkaar waren gehuwd en de kinderen niet door de man waren erkend hebben de kinderen van rechtswege de naam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ gekregen. Door de vrouw is aangevoerd dat het huwelijk met de man een zakelijke aangelegenheid was. Zij heeft zich niet gerealiseerd dat het huwelijk met de man tot gevolg zou hebben dat de kinderen de naam ‘ [geslachtsnaam 1] ’ zouden krijgen. De vrouw en de kinderen zijn er pas sinds 2023 mee bekend geworden dat de kinderen door het huwelijk van hun ouders in Suriname de naam ‘ [geslachtsnaam 1] ’ hebben gekregen. Vast staat dat de man geen gezinsleven met de kinderen heeft en ook nauwelijks heeft gehad. De ouders zijn inmiddels ook officieel gescheiden. De rechtbank is van oordeel dat de kinderen er recht op hebben om de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ te blijven dragen, ook al zijn zij door het huwelijk van hun ouders door de man erkend en gewettigd. De kinderen hebben een gezinsleven met de vrouw en de naam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ is onderdeel van de identiteit van de kinderen. De kinderen dragen al hun hele leven de naam ‘ [geslachtsnaam 2] ’.
De kinderen weten niet beter dan dat hun geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ is. Op alle (officiële) documenten van de kinderen staat als geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ vermeld. De man heeft vrijwel geen rol in het leven van de kinderen gespeeld en de kinderen willen ook geen contact met de man.
3.17.
Naar Nederlands recht kan op grond van artikel 1:7 lid 1 BW een geslachtsnaamswijziging uitsluitend plaatsvinden bij Koninklijk Besluit. De rechtbank is van oordeel dat onder de bijzondere omstandigheden van dit geval het slechts bij Koninklijk Besluit kunnen wijzigen van de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 1] ’ weer terug in de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam 2] ’ een onrechtmatige inbreuk oplevert op het recht op identiteit en het recht op familie- en gezinsleven van de kinderen met hun moeder. Onverkorte toepassing van artikel 1:7 lid 1 BW is naar het oordeel van de rechtbank gelet op deze bijzondere omstandigheden onverenigbaar met het recht, zoals dat voortvloeit uit artikel 8 lid 1 EVRM en artikel 8 IVRK.

4.De beslissing

4.1.
de rechtbank geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam om de geboorteakte van
[kind 1], met nummer [nummer 1] van het jaar 2002, te verbeteren op de volgende wijze door een latere vermelding op te nemen:
Voornamen vader : [voornaam] ;
Geslachtsnaam vader : [geslachtsnaam 1] ;
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 3] ;
Geboortedag vader : [geboortedatum 4] -1970;
Erkenning door de vader : [trouwdatum] -2012;
4.2.
de rechtbank geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam om de geboorteakte van
[kind 2], met nummer [nummer 2] van het jaar 2004, te verbeteren op de volgende wijze:
Voornamen vader : [voornaam] ;
Geslachtsnaam vader : [geslachtsnaam 1] ;
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 3] ;
Geboortedag vader : [geboortedatum 4] -1970;
Erkenning door de vader : [trouwdatum] -2012;
4.3.
de rechtbank geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Almere om de geboorteakte van
[minderjarige], met nummer [nummer 3] van het jaar 2008, te verbeteren op de volgende wijze:
Voornamen vader : [voornaam] ;
Geslachtsnaam vader : [geslachtsnaam 1] ;
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 3] ;
Geboortedag vader : [geboortedatum 4] -1970;
Erkenning door de vader : [trouwdatum] -2012;
4.4. wijst af het meer of anders verzochte.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. L.P. de Haas, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. A. Laachach, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
6 december 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!

Voetnoten

1.Overeenkomst van Istanbul van 4 september 1958 inzake verandering van geslachtsnamen en voornamen.
2.artikel 1:7 lid 1 BW.