dhr. mr. H.G. Rottier

Centrale Raad van Beroep bevestigt lagere subsidie vaststelling NOW-1 en terugvordering voorschot aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de lagere uitspraken en handhaaft de lagere NOW-subsidies en terugvordering van voorschotten, omdat appellante als onderdeel van een concern is aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv loonsanctie terecht introk en schadevergoeding van € 62.769,18 toekende, maar kosten directeur en financieel adviseur niet vergoedt.

De Raad van State heeft de intrekking van een bouwvergunning voor een rijhal met ponystalling in Nieuw Bergen rechtmatig verklaard, omdat de appellant niet kon vertrouwen op de vergunning door gewijzigde planologische inzichten en lange perioden van inactiviteit.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet heeft aangetoond dat appellante haar inlichtingenplicht heeft geschonden, waardoor de boete niet kan worden opgelegd. Het beroep is gegrond verklaard en het boetebesluit is herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 3 april 2022; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Hoger beroep slaagt niet.

De Raad bevestigt de lagere vaststelling van de NOW-2 subsidie op € 929.628,-, omdat de loonsom daalde en ontslagaanvragen niet tijdig zijn ingetrokken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag NOW-1 tegemoetkoming loonkosten; appellant is geen startende onderneming.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over hoger beroep tegen Uwv-besluiten WIA; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn vastgesteld op € 2.000,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA- en ZW-uitkering aan appellante, oordeelt dat arbeidsongeschiktheid op 0% blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering langer dan drie maanden; appellante voldeed niet aan jareneis en kon geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid en plichtsverzuim. Appellante verbergt vuurwapen tijdens politie-inval, wat leidt tot ontslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de minister de NOW-1 subsidie op € 0,- heeft vastgesteld, en dat appellante het voorschot van € 18.687,- moet terugbetalen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontzegging WW-uitkering aan gemeenteraadslid; geen dienstbetrekking aanwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering, oordeelt dat appellante geen werknemer was door ontbreken gezagsverhouding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 53,65% per 1 maart 2020 en oordeelt dat er geen toegenomen beperkingen zijn door dezelfde ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing compensatie transitievergoeding; arbeidsovereenkomsten eindigden vóór 1 juli 2015.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering per 9 april 2021, ondanks eerdere ontzegging door Uwv, vanwege schending van rechtszekerheidsbeginsel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WIA-uitkering aan appellant met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 46,22%.

Hoger beroep over ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en wijst verzoeken van [appellant] af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende motivering door het Uwv en draagt het Uwv op opnieuw te beslissen op het bezwaar.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant, die IVA-uitkering kreeg toegekend.

Hoger beroep over ontslag van statutair bestuurder wegens sociale onveiligheid. Hof wijst verzoek om billijke vergoeding af, maar kent wel vakantiedagen toe.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; appellante kan geen loonsanctie meer opleggen aan werkgeefster.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 53,10% per 17 januari 2020. Het hoger beroep slaagt niet, en de uitspraak van de rechtbank blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant per 1 december 2021, omdat hij niet voldoet aan de referte-eis en geen onbetaald verlof kan aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

BreinPoli verzoekt handhaving tegen Zilveren Kruis voor contractering. NZa wijst verzoek af; College bevestigt dat NZa geen bevoegdheid heeft om in individuele geschillen in te grijpen. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting BreinPoli tegen de NZa ongegrond, omdat de NZa geen bevoegdheid heeft om in te grijpen in individuele geschillen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

Het College verklaart het beroep van BreinPoli tegen de NZa ongegrond, omdat de NZa geen bevoegdheid heeft om in te grijpen in contracteringsgeschillen met zorgverzekeraar CZ.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant, die volledig tegemoet is gekomen aan bezwaren.

Centrale Raad bevestigt afwijzing faillissementsuitkering; geen discriminatie op basis van geslacht volgens artikel 64 WW.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang in WW-zaak. Appellant heeft geen belang bij inhoudelijke beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van M. Mhamdani per 25 juli 2022, oordelend dat hij geschikt is voor geselecteerde functies na medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om het Uwv te veroordelen in de proceskosten af, omdat het Uwv de WGA-loonaanvullingsuitkering ongewijzigd heeft voortgezet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de aanvraag voor compensatie van transitievergoeding gedeeltelijk buiten toepassing moet worden gelaten, maar bevestigt dat de afwijzing wegens termijnoverschrijding in stand blijft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WW-uitkering van appellante wegens overschrijding van vrij te laten uren als zelfstandige. De Raad oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die afwijken van de dwingende wetgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn correct vastgesteld.

Herziening Wajong-uitkering wegens schending inlichtingenplicht en terugvordering van onterecht ontvangen uitkering. Boete vastgesteld op € 384,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering doelgroepverklaring loonkostenvoordeel wegens te late aanvraag. Strikte termijn in Wtl is niet te omzeilen.

De Raad oordeelt dat de termijnoverschrijding bij het indienen van het bezwaarschrift verschoonbaar is door bijzondere persoonlijke omstandigheden van appellant, waardoor het college het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat termijnoverschrijding in bezwaar tegen studiefinanciering verschoonbaar is, vernietigt eerdere uitspraak en besluit van de minister.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de termijnoverschrijding van appellant niet verschoonbaar is, waardoor zijn bezwaar tegen het besluit van het Uwv niet-ontvankelijk is verklaard.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening van WAO-uitkering af. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant is geschikt voor eigen werk na medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant per 9 augustus 2022, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Appellant's medische beperkingen zijn niet voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht niet is teruggekomen op de weigering van de WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante volledig arbeidsongeschikt is en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv nader onderzoek moet doen naar de WW-uitkering van belanghebbende, na afwijzing van het herzieningsverzoek door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat pensioeninkomsten van appellant niet in mindering mogen worden gebracht op zijn WW-uitkering. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

De Raad bevestigt dat de aanvulling uit de activeringsregeling van de ex-werkgever in mindering wordt gebracht op de IOW-uitkering, omdat deze als overig inkomen wordt aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant wegens verblijf in het buitenland tijdens coronamaatregelen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv is zorgvuldig uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 2 september 2021, oordelend dat hij geschikt was voor zijn eigen werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WW-uitkering van appellante terecht pas vanaf 30 juli 2020 is uitbetaald, omdat zij geen inkomstenopgave heeft ingediend. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de transitievergoeding van € 13.181,65 niet hoeft over te nemen, omdat deze betrekking heeft op de periode na het einde van het dienstverband.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WW-uitkering van appellante, die in september 2021 60 uur als zelfstandige werkte, boven het vrijgelaten aantal uren. De Raad oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die toepassing van de wet rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld door appellant niet fysiek te onderzoeken voor WIA-uitkering. Beroep gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd, en Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in hoger beroep WIA, vastgesteld op € 5.463,-. Uwv en Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding aan appellant.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WW-uitkering van betrokkene per 22 november 2021 ingaat, ondanks de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2021, omdat de opzegtermijn van de werkgever in acht moet worden genomen.

Centrale Raad van Beroep herroept besluiten Uwv over WIA-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht, stelt terugvordering over 2015 vast op € 1.053,53.

Het College herstelt een eerdere uitspraak en oordeelt dat de minister ten onrechte de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers heeft afgewezen. De minister wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 1.000,- en moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na zelfontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv geen dwangsom verschuldigd is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de toekenning van de IVA-uitkering door het Uwv correct is en wijst verzoek om deskundige af. Proceskostenvergoeding voor appellante vastgesteld op € 3.937,50.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, die tegemoet is gekomen in haar Ziektewetuitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing compensatie transitievergoeding door Uwv, omdat arbeidsovereenkomst beëindigd is wegens verstoorde arbeidsverhouding, niet door ziekte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aflossingscapaciteit van € 679,78 netto per maand en verwerpt het beroep op het vertrouwensbeginsel van appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden, waardoor zijn WW-uitkering niet tot uitbetaling komt. Appellant negeerde oproepen van zijn werkgever om te komen werken en werd op staande voet ontslagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering aan appellant wegens gebrek aan gezagsverhouding met werkgeefster.

Het College verklaart het beroep van de V.O.F. gegrond en vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers, oordelend dat er sprake is van blokkerende zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van World Wide Potatoes B.V. ongegrond verklaard, omdat de onderneming niet als actieve landbouwer geregistreerd stond op de peildatum voor uitbetaling van GLB-rechten.

Beroep ongegrond; randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB terecht vastgesteld wegens niet-naleving mestgebruikseisen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene de verplichting om passende arbeid te aanvaarden heeft geschonden, waardoor zijn WW-uitkering blijvend in mindering kan worden gebracht.

De Raad oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op 41,51% heeft vastgesteld. Proceskosten van € 3.062,50 worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing compensatie transitievergoeding; arbeidsovereenkomst beëindigd zonder langdurige arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing Uwv van compensatie transitievergoeding; arbeidsovereenkomst niet beëindigd op 1 oktober 2019, maar voortgezet in aangepaste vorm.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beperkingen zijn adequaat beoordeeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de termijnoverschrijding van Black Label Hotel Valkenburg B.V. niet verschoonbaar is, ondanks aangevoerde bijzondere omstandigheden. De eerdere uitspraak blijft in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heropent het onderzoek naar de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding bij een subsidieaanvraag COVID-19, oordelend dat de onderneming alles heeft gedaan om tijdig in te dienen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van Markant Recreatie B.V. ongegrond, omdat de te late indiening van het beroepschrift niet verschoonbaar is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Greenboats B.V. ongegrond, omdat de termijnoverschrijding bij het indienen van het bezwaarschrift niet verschoonbaar was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de lagere rechtbank dat de minister de subsidie voor loonkosten op € 23.619,- heeft vastgesteld, ondanks de ontslagaanvraag van appellante.

De Raad voor de Rechtspraak heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevolgd in de lagere vaststelling van de NOW-subsidie op € 1.429,-, ondanks eerdere oordelen van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de NOW-1 subsidie door de minister, waarbij de omzetdaling van 65% correct is vastgesteld. Hoger beroep van appellanten ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister de subsidie voor loonkosten op grond van de NOW-1 terecht heeft vastgesteld op € 3.542,-, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank die de subsidie op € 15.699,06 had vastgesteld.

Hoger beroep over de vaststelling van NOW-3 subsidie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 7 november 2017 vastgesteld op 56,62% en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd, met veroordeling van het Uwv in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 71,73% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering per 1 februari 2021, maar dat het dagloon op nihil moet worden gesteld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het bezwaar van appellante tegen de beëindiging van haar ZW-uitkering ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege een verschoonbare termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskosten en schadevergoeding na intrekking hoger beroep. Uwv veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente en proceskosten van € 2.946,50, en schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de maatschap niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift, dat na de beroepstermijn is ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen procesbelang heeft bij beroep tegen beëindiging WW-uitkering, omdat WIA-uitkering al is toegekend. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is geacht. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister de subsidie voor loonkosten op € 0,- mocht vaststellen en het voorschot van € 31.962,- mag terugvorderen. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister gehouden is aan de gerechtvaardigde verwachtingen van appellante over de NOW-subsidie, en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens onvoldoende gewerkte weken in referteperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering; appellante niet als werknemer aangemerkt door gebrek aan gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over verplichtingen van werknemers bij re-integratie en verwijtbaar gedrag. Hoger beroep slaagt gedeeltelijk, met blijvende vermindering van WW-uitkering voor betrokkene.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. Uwv veroordeeld tot € 10.973,18 en Staat tot € 3.500,- schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant op basis van verwijtbare werkloosheid, ondanks vrijspraak in strafzaak. Appellant heeft geen nieuw bewijs geleverd dat zijn ontslag onterecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verplicht is tot terugbetaling van te veel betaalde WW-voorschotten. Verzoek om kwijtschelding afgewezen; verjaringstoets behoort tot civiele rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WIA-uitkering en boete wegens niet-nakoming inlichtingenplicht door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering van appellante wegens schending inlichtingenplicht. Appellante heeft niet tijdig het Uwv geïnformeerd over haar werkzaamheden voor een stichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv niet bevoegd was om WW-uitkering uit te betalen over periode van 3 juli 2018 tot 2 oktober 2018, omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van een bijzonder geval.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte 168 vakantie-uren in mindering heeft gebracht op de faillissementsuitkering van appellant, omdat hij niet verplicht was vakantiedagen op te nemen tijdens de bedrijfssluiting.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering op nihil is gesteld vanwege inkomsten uit hennepteelt. Boete van € 2.494,86 wordt verlaagd naar € 900,60 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over weigering en terugvordering van WW-uitkering na ZW-uitkering. Beroep op vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel slaagt niet. Proceskostenvergoeding van € 2.929,50 aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van WIA-besluit; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens procesbelang, Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.511,- en griffierecht van € 185,- vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing NOW-3 aanvraag wegens ontbrekende loonaangifte op peildatum.

Appellante heeft haar hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in proceskosten en de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over de vaststelling van NOW-subsidie op € 0,- door de minister, rechtbank stelde subsidie vast op € 4.626,60. Centrale Raad oordeelt dat minister terecht subsidie op € 0,- heeft vastgesteld en terugvordering gerechtvaardigd is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor tegemoetkoming in loonkosten NOW-4 door de minister, omdat de referentiemaand februari 2021 niet representatief was voor appellante.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister de NOW-2 subsidie terecht op € 0,- heeft vastgesteld, omdat betrokkene een ontslagaanvraag niet tijdig heeft ingetrokken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een IVA-uitkering moet toekennen na gewijzigde beslissing op bezwaar en dat de redelijke termijn is overschreden, met schadevergoeding tot gevolg.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding van de maatschap af, omdat de schade voornamelijk aan de maatschap zelf is toe te rekenen en er geen onzorgvuldig handelen van de minister is aangetoond.

Hoger beroep over beëindiging WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst schadevergoeding toe aan appellant.

Herbeoordeling van beëindiging WGA-vervolguitkering; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; proceskostenveroordeling.

De uitspraak behandelt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren en beroepen van ondernemingen tegen COVID-19 subsidies en pleit voor een minder strikte toepassing van termijnoverschrijdingen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten heeft aangevoerd die aan de voorwaarden van artikel 8:119 van de Awb voldoen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering. Medisch onderzoek hersteld na eerdere tekortkomingen.

Het hof oordeelt dat de werknemer recht heeft op een vertrekvergoeding volgens het Sociaal Plan, ondanks langdurige ziekte na boventalligheid. De uitleg van het Sociaal Plan is leidend en de mobiliteitsfase kan niet langer dan zes maanden worden opgeschort.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toename van beperkingen vastgesteld na toegenomen klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant beschikte op aanvraagdatum over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat prepensioen ten onrechte in mindering is gebracht op WW-uitkering. Appellant krijgt nabetaling en kostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing compensatie transitievergoeding voor vijf ex-werknemers wegens niet voldoen aan termijnvoorwaarden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op 31 december 2020 woonde in Duitsland, waardoor de Duitse socialezekerheidswetgeving van toepassing is en geen recht op WW-uitkering bestaat.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante tot € 1.674,- en vergoedt griffierecht van € 134,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van NOW-subsidies en terugvordering van voorschotten. Belangenafweging door de minister is niet onevenredig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ontslagaanvraag van appellante gevolgen heeft voor de NOW-1-subsidie, omdat deze niet tijdig is ingetrokken, wat leidt tot een correctie in de subsidie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van verdiencapaciteit en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellante, met een arbeidsongeschiktheid van 100%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het boetebesluit van het Uwv evident onredelijk is en verlaagt de boete van € 3.571,03 naar € 714,21. Kosten van appellant worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing NOW-2 aanvraag wegens te late indiening; geen ruimte voor maatwerk of hardheidsclausule.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvragen NOW-3 en NOW-4; geen loonaangifte in referentiemaanden.

De aanvraag van [naam 1] voor subsidie sanering varkenshouderijen is afgewezen omdat hij zijn productiecapaciteit niet onafgebroken heeft gebruikt. Het beroep is ongegrond verklaard, maar de Staat moet € 1.000,- schadevergoeding betalen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige beoordeling van beperkingen appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat compensatie voor transitievergoeding niet hoger kan zijn dan het bedrag verschuldigd bij beëindiging na twee jaar ziekte, zonder rekening te houden met opzegtermijn.

Hoger beroep over boete wegens niet tijdig melden van inkomsten tijdens WIA-uitkering. De Raad bevestigt de boete als evenredig en wijst het hoger beroep af.

Hoger beroep over verwijtbare werkloosheid en terugvordering WW-uitkering. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor verwijtbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat medische situatie is verbeterd en dat functies geschikt zijn.

Appellant betwistte de ingangsdatum van zijn IVA-uitkering en vroeg om schadevergoeding. De Raad oordeelde dat de ingangsdatum eerder had moeten zijn dan vastgesteld door het Uwv, maar wees het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de omzetting van WGA-uitkering van appellante naar WGA-vervolguitkering, oordeelt dat zij arbeidsongeschikt is op 53,15% en dat eerdere beoordelingen niet in de weg staan aan de nieuwe beoordeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep inzake WIA-uitkering; geen evidente schending van procesorde of rechtsbeginselen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, oordelend dat er geen toename van medische beperkingen is vastgesteld na zorgvuldig onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 juni 2023 verzoeken om herziening van eerdere WAO-uitspraak afgewezen, evenals verzoeken om schadevergoeding en voorlopige voorzieningen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is en dat haar WW-uitkering terecht niet tot uitbetaling komt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW-uitkering, appellant heeft geen inhoudelijke gronden aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van Achmea niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; inzage medische stukken al verleend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering, maar oordeelt dat medisch onderzoek onvoldoende was. Uwv moet proceskosten van appellant vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van de uitspraak van 8 december 2010 af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die tot een andere beslissing kunnen leiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag transitievergoeding voor langdurig arbeidsongeschikte werknemer; voorwaarden niet voldaan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding en proceskostenvergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure.

Hoger beroep over de vaststelling van het tijdstip van betalingsonmacht van de werkgever. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat betalingsonmacht eerder was ingetreden dan de WSNP-aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de conclusies van de deskundige overtuigend zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van appellante, vastgesteld op 1 december 2018, en bevestigt de beoordeling van arbeidsongeschiktheid door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het Uwv ongegrond, omdat appellant niet in aanmerking komt voor TOFA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag NOW-3 voor loonkosten door nul-aangifte in referentiemaand juni 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van de minister over de vaststelling van NOW-subsidie aan appellante, een voetbalvereniging, en oordeelt dat de minister de subsidie correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de minister de NOW-subsidie correct heeft vastgesteld, ondanks gebrekkige motivering. Appellante krijgt griffierecht vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de minister niet verplicht is om een NOW-subsidie aanvraag te herzien op basis van een kennelijke vergissing bij de aanvrager.

Hoger beroep over afwijzing billijke vergoeding na ontbinding arbeidsovereenkomst. Hof oordeelt dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en kent billijke vergoeding toe van € 10.816,- bruto.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over proceskosten in WIA-zaak en bevestigt schadevergoedingen aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van besluit tot herziening WW-uitkering wegens niet tijdige melding Flex-pensioen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een doelgroepverklaring LKV geldig blijft na overgang van onderneming, tot en met 31 december 2021.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering door Uwv wegens schending inlichtingenplicht. Boete van € 690,75 opgelegd. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van € 40,- voor schending van de inlichtingenverplichting door appellant die werkzaamheden verrichtte zonder dit te melden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van compensatie voor transitievergoedingen aan Wsw-werknemers, omdat arbeidsovereenkomsten zijn beëindigd voor de termijn van twee jaar van het opzegverbod tijdens ziekte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv niet aansprakelijk is voor schade door verstrekking BSN-nummer aan derde; appellante moet zich tot burgerlijke rechter wenden voor schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer verwijtbaar werkloos is geworden na ontslagname, omdat geen aanwijsbaar belang bij verhuizing en ontslag is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv niet meer compenseert dan wettelijk verschuldigde transitievergoeding. Individuele afspraken tussen werkgever en werknemer zijn niet relevant voor compensatie.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen recht op IVA-uitkering vastgesteld. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn: € 2.000,-. Proceskosten Uwv: € 4.751,25.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer geen belanghebbende is bij compensatiebesluit, omdat belang afgeleid is van contractuele relatie met werkgever. Hoger beroep van Uwv slaagt.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de proceskosten van de erven van de appellant moet vergoeden tot een bedrag van € 7.717,38 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat medische grondslag niet in twijfel is getrokken en Uwv in proceskosten veroordeelt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering aan appellant, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij toegenomen arbeidsongeschikt is tussen 2003 en 2008.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WAO-uitkering van appellant terecht is teruggevorderd wegens inkomsten uit criminele activiteiten. Boete verlaagd van € 5.400,- naar € 4.860,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over NOW-subsidie; minister mag subsidie lager vaststellen; belangenafweging onvoldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 4.761,02 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over ingangsdatum WW-uitkering; vaststellingsovereenkomst ondertekend op 17 januari 2019, geen bewijs voor eerdere overeenstemming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens schending van inlichtingenverplichting en werkzaamheden in de prostitutie.

Hoger beroep over intrekking en terugvordering van toeslag wegens schending inlichtingenverplichting. Geen zelfstandige woonruimte van dochter appellant. Boete is evenredig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid en plichtsverzuim, ondanks psychische problemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WW-uitkering van appellante terecht met de helft is verlaagd wegens verwijtbare werkloosheid, maar niet in overwegende mate te verwijten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en weigering ZW-uitkering. Proceskostenveroordeling van € 5.313,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag; geen arbeidsovereenkomst door gebrek aan gezagsverhouding.

De CRvB oordeelt dat het Uwv de heroverweging van een bestuurlijke boete moet toestaan, omdat deze evident onjuist is. De boete wordt verlaagd naar € 1.107,96.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek en arbeidsdeskundig oordeel zijn zorgvuldig en overtuigend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante op basis van zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig medisch onderzoek heeft uitgevoerd en kent appellant met terugwerkende kracht een IVA-uitkering toe.

Hoger beroep over WIA-uitkering geweigerd door Uwv. Geschiktheid voor eigen werk vastgesteld. Schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep van meerdere B.V.'s tegen niet-ontvankelijk verklaring van aanvragen NOW-subsidie. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank, geen procesbelang.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld in de WIA-beoordeling van appellante en draagt het Uwv op om het besluit te herstellen binnen twaalf weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; functies zijn passend bij appellante's belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WW-uitkering geschil.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv niet zorgvuldig is verricht en draagt het Uwv op het gebrek te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant na herbeoordeling; medisch onderzoek Uwv voldoende zorgvuldig.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering. Raad bevestigt eerdere uitspraak en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.897,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat hij niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De eerdere beoordeling door het Uwv en de rechtbank wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat er geen reden is om te twijfelen aan de arbeidsongeschiktheid beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkgeefster al op 11 juni 2018 in betalingsonmacht verkeerde. Uwv moet nieuwe beslissing nemen op bezwaar van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van de appellant correct heeft vastgesteld op 46,75%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering van appellante wegens schending inlichtingenverplichting.

Het hof heeft de vordering van [appellant] tot uitbetaling van een bonus afgewezen, omdat deze een tijdelijk karakter had. De vordering tot vakantiegeld over de toeslag is toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens gebrek aan toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak. Uwv moet proceskosten van € 3.415,50 vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ZW-uitkering van appellante ten onrechte is beëindigd wegens excessief ziekteverzuim door migraineaanvallen. Uwv moet ZW-uitkering herroepen en kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellant voldoet niet aan wekeneis voor WW-uitkering en heeft niet aangetoond brieven aan Uwv te hebben verzonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens onvoldoende procesbelang bij aanvraag doelgroepverklaring loonkostenvoordeel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering wegens verblijf in Zweden en schending inlichtingenplicht. Boete van € 40,- opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vordering tot schadevergoeding van appellant is verjaard, na onrechtmatige afwijzing WW-uitkering door Uwv.

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep inzake WIA-uitkering en griffierecht, omdat er geen grond is om het appelverbod te doorbreken.

Appellante heeft geen recht op WW-uitkering omdat zij buiten Nederland verbleef voor een langere periode, hoofdzakelijk in verband met de stage van haar partner.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat nul-aangifte niet betekent dat er geen loongegevens zijn. De minister moet uitgaan van de loonsom over juni 2020 voor de NOW-3 regeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt opschorting WW-uitkering wegens niet-inschrijving in de BRP. Appellant heeft niet tijdig zijn inschrijving hersteld.

Hoger beroep over weigering IVA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is, ondanks volledige arbeidsongeschiktheid. Uwv heeft zorgvuldig onderzoek uitgevoerd.

Appellante krijgt WGA-vervolguitkering van 42% van het minimumloon. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek in de ZW-zaak onzorgvuldig was, omdat er geen spreekuurcontact met een geregistreerde verzekeringsarts heeft plaatsgevonden. Het beroep van appellante wordt gegrond verklaard en het Uwv moet de gebreken herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant in staat is zijn functies te vervullen en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de WIA-uitkering correct is berekend, zonder het prepensioen mee te tellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de ZW-uitkering van appellante heeft geweigerd, omdat zij per 16 april 2019 geschikt was voor geselecteerde functies.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang, Uwv kwam volledig tegemoet aan bezwaren van appellante. Proceskosten van € 2.933,13 vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over proceskostenvergoeding in WW-zaak. Appellante krijgt geen hogere vergoeding voor eigen bijdrage aan advocaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant passende arbeid heeft geweigerd, wat leidt tot stopzetting van zijn WW-uitkering per 13 mei 2019.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden, waardoor hij geen recht heeft op WW-uitkering. Concurrentiebeding speelde cruciale rol in de beslissing.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en terugvordering van toeslag, oordeelt dat Uwv niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant inkomsten uit hennepkwekerij heeft ontvangen, maar constateert wel schending inlichtingenplicht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WGA-vervolguitkering van appellante terecht heeft beëindigd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Appellante's hoger beroep is ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de lagere vaststelling van de NOW-1 subsidie en de terugvordering van het voorschot, oordelend dat de minister de loongegevens correct heeft vastgesteld op basis van de peildata.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgevers recht hebben op compensatie van transitievergoeding voor slapende dienstverbanden, ook als de ongeschiktheid vóór 1 juli 2015 eindigde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen objectieve beperkingen vastgesteld na medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WW-dagloon op € 103,56, gebaseerd op 172 dagloondagen, en oordeelt dat het Uwv de regels van het Dagloonbesluit correct heeft toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellante na afwijzing van passend aanbod van ex-werkgever.

Centrale Raad bevestigt dat werkgever recht heeft op compensatie transitievergoeding bij beëindiging dienstverband na langdurige ziekte, ondanks eerdere vaststelling van € 0,- door Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat een werkgever recht heeft op compensatie van de transitievergoeding bij beëindiging van het dienstverband na langdurige ziekte, ondanks dat de tweejaarstermijn voor 1 juli 2015 is verstreken. Het Uwv heeft een onjuiste wetsuitleg gehanteerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid voor functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek en geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering van appellant naar 45-55% op basis van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het BW-dagloon op € 240,59 en wijst het hoger beroep van appellant af. Stichting [naam stichting] wordt veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en wijst verzoek om WIA-uitkering af.

Hoger beroep van appellante tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen Uwv-besluit inzake herleving WW-uitkering afgewezen. Appellante was op de hoogte van de procedure en had tijdig bezwaar kunnen maken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante per 2 januari 2018, oordeelt dat Uwv terecht arbeidsgeschiktheid vaststelde na auto-ongeval.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. op basis van zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant wegens onzorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv en draagt het Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen aanleiding is om de herziening van de WAO-uitkering te betwisten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond en handhaaft de last onder dwangsom wegens overtredingen van de Wet Dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, waarbij de last onder bestuursdwang wegens overtredingen van de Wet Dieren wordt gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WAO-uitkering wegens onvoldoende informatie. Appellant heeft geen benodigde gegevens aangeleverd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante terecht met ingang van 22 mei 2019 een WIA-uitkering is geweigerd, omdat haar arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn eerste arbeidsongeschiktheidsdag eerder dan 29 augustus 1988 was. Het beroep tegen de beslissing van het Uwv wordt ongegrond verklaard.

Hoger beroep over de weigering van de WW-uitkering van betrokkene wegens verwijtbare werkloosheid na grensoverschrijdend gedrag. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de uitkering heeft geweigerd.

Appellant verliest hoger beroep over de verrekening van prepensioen met WW-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat prepensioen in mindering moet worden gebracht op WW-uitkering, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is geworden, waardoor haar WW-uitkering terecht is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ontslag binnen proeftijd is gegeven; appellante heeft geen bewijs geleverd voor eerdere ingangsdatum proeftijd.

Hoger beroep over terugvordering WIA-uitkering en boete wegens niet-gemelde inkomsten uit hennepkwekerij. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met psychiatrische problematiek van appellante en vernietigt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet in overwegende mate verwijtbaar is voor benadelingshandeling, en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat prepensioen niet in mindering mag worden gebracht op WW-uitkering. Hoger beroep van appellant slaagt, eerdere uitspraak vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering aan directeurgrootaandeelhouder; appellant niet verzekerd voor werknemersverzekeringen.

Appellant in hoger beroep over de gezagsverhouding tot de Stichting en recht op uitkering WW. Centrale Raad bevestigt dat appellant werknemer was, maar niet in betalingsonmacht verkeerde. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW-uitkering wegens verblijf in het buitenland en schending van inlichtingenverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de dag van opzegging door appellant op 31 augustus 2018 rechtsgeldig is voor de uitkering bij betalingsonmacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de dag van opzegging door appellante leidend is voor het recht op uitkering, niet de opzegging door de curator.

Centrale Raad van Beroep verklaart herzieningsverzoek niet-ontvankelijk wegens onredelijke termijn en gebrek aan nieuwe feiten.

Appellant verliest hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering; de Centrale Raad bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv binnen het kader van beslaglegging door de Belastingdienst is gebleven. Hoger beroep afgewezen, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant 69,98% arbeidsongeschikt is en dat de geduide functies geschikt zijn, ondanks bezwaar van appellant.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; Uwv veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 4.118,- en griffierecht aan appellant.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar kent € 1.000,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet vervulde wachttijd van 104 weken.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 5.116,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag doelgroepverklaring loonkostenvoordeel door Uwv wegens termijnoverschrijding.

Appellant verliest hoger beroep tegen afwijzing NOW-1 en NOW-2 voor dochter, niet als werknemer erkend. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-, ZW- en WIA-uitkering van appellante wegens schending inlichtingenplicht.

De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond, omdat het Uwv onterecht vakantiebijslag volledig in mindering bracht op de WW-uitkering van appellant over mei 2019.

Hoger beroep over schending van de inlichtingenverplichting door appellant, die geen melding maakte van inkomsten uit hennep. Boete verlaagd van € 650,40 naar € 40,-.

Hoger beroep van appellant tegen intrekking WW-uitkering door Uwv. Appellant verbleef op 3 juli 2017 buiten Nederland. Hoger beroep ongegrond verklaard en uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak over bezwaarkosten in WIA-zaak, waarbij kosten worden vastgesteld op € 4.060,- en arbeidsongeschiktheid op 73,84%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over arbeidsongeschiktheid van appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene op 55,69% terecht is vastgesteld door het Uwv. De rechtbank uitspraak wordt vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. De Staat wordt veroordeeld tot € 500,- schadevergoeding en proceskosten van € 374,-. Uwv moet € 3.686,91 vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant zijn informatieplicht heeft geschonden door pensioeninkomsten niet te melden, wat leidde tot terugvordering van toeslag en oplegging van een boete.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is geworden na zelf ontslag, waardoor WW-uitkering niet wordt uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betalingsonmacht bij [BV 1] pas op 24 januari 2017 is ingetreden, niet eerder, en wijst het hoger beroep van appellant af.

Appellant in hoger beroep over loonvordering van € 4.178,06 na ontslag en vaststellingsovereenkomst. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Centrale Raad bevestigt uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is en recht op WW-uitkering verliest door herhaald plichtsverzuim.

Appellant verzocht om schadevergoeding wegens nabetaling Wajong-uitkering en onrechtmatig besluit. De Raad oordeelde dat het Uwv aansprakelijk is en kende schadevergoeding toe van € 8.474,- en € 1.000,- voor termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante's beperkingen niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante ten onrechte heeft teruggevorderd en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant na zorgvuldigheidsgebrek in medisch onderzoek. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht had op WW-uitkering voor oktober en december 2018, omdat zijn inkomsten boven de grens lagen. Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, ondanks procedurele tekortkomingen, omdat geen benadeling is aangetoond. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, ondanks toegenomen beperkingen. WIA-uitkering niet toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht WW-uitkering beëindigde per 7 maart 2018, omdat appellant fulltime werkte. Geen recht op vrij te laten uren. Beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking scholingsvoucher door Uwv wegens onjuiste aanvraag en oordeelt dat appellant verantwoordelijk is voor de juistheid van zijn aanvraag.

Hoger beroep over beëindiging WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de FML van 23 augustus 2016 een juist beeld geeft van de beperkingen van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat prepensioen van appellant als inkomen moet worden aangemerkt en in mindering wordt gebracht op de WW-uitkering. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep van verzoekster tegen de vaststelling van haar WAO-uitkering door het Uwv is afgewezen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het Uwv de betaalspecificatie niet-ontvankelijk heeft verklaard. Proceskosten van € 2.244,- worden vergoed.

Appellant in hoger beroep tegen WIA-besluit; Raad herziening arbeidsongeschiktheid naar 73,84% na deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering ten onrechte is beëindigd; deskundige oordeelt dat betrokkene niet inzetbaar was voor arbeid.

Hoger beroep tegen Uwv-besluit over ziekengeld; gebrek aan zorgvuldig medisch onderzoek vastgesteld; Uwv moet nieuw onderzoek uitvoeren.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die een herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering en oplegging boete aan appellant wegens schending inlichtingenplicht.

Hoger beroep over wijziging ingangsdatum meetperiode NOW-subsidie. Centrale Raad bevestigt dat wijziging niet mogelijk is na aanvraag. Geen bijzondere omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de NOW-regeling geen ruimte biedt voor loonsomverhoging bij afwijkende aangiftetijdvakken. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante per 13 januari 2018 correct heeft vastgesteld. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd die de eerdere beoordelingen betwisten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet de verplichting heeft geschonden om passende arbeid te aanvaarden, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking van ZW- en WW-uitkeringen en terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellant door Uwv, o.b.v. bewijs dat appellant als bestuurder werkzaam was en zijn inlichtingenplicht niet nakwam.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond tussen appellant en [X], waardoor het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vordering van het Uwv op appellant niet is verjaard, omdat appellant de vordering heeft erkend door een betalingsvoorstel en maandelijkse aflossingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als eigenrisicodrager is aangemerkt na de overname van [BV], ondanks dat niet alle werknemers zijn overgenomen. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er sprake is van een volledige overgang van onderneming van [BV 3] naar [BV 2], waardoor appellante niet eigenrisicodrager is voor de WGA-uitkering van werknemer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant onvoldoende sollicitatieactiviteiten heeft verricht, waardoor opgelegde maatregelen terecht zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en de beperkingen correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant te veel WW-uitkering heeft ontvangen door onjuiste inkomstenopgave. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ex-werkgeefster voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en dat de WIA-uitkering terecht is toegekend.

Hoger beroep over intrekking WW-uitkering en terugvordering door het Uwv. Appellant was directeur-grootaandeelhouder en niet verzekerd voor WW. Vertrouwensbeginsel en schadevergoeding afgewezen. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WW-uitkering en opgelegde boete wegens schending inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WW-uitkering van appellant terecht is beëindigd vanwege detentie van meer dan zes maanden; herleving van het recht op uitkering is niet mogelijk.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Appellante had geen financiële gevolgen van de aangevallen uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het bezwaar tegen het Uwv tijdig is ingediend, ondanks een fout in de barcode. Het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; medische beoordeling en geschiktheid voor arbeid zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv na verrekening niets meer aan appellant verschuldigd is. Schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; zorgvuldigheid medisch onderzoek door niet-geregistreerde arts in twijfel getrokken. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Intrekking en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellant. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad oordeelt dat het Uwv de medische situatie van appellante onvoldoende heeft beoordeeld en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WW-uitkering van betrokkene terecht is ingetrokken wegens verblijf in het buitenland zonder melding aan het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene heeft ingetrokken en teruggevorderd wegens verblijf in het buitenland zonder melding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene heeft ingetrokken en onverschuldigd betaalde uitkering kan terugvorderen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene heeft ingetrokken wegens verblijf in Polen zonder melding. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant die in Kenia verbleef, op basis van artikel 19, eerste lid, aanhef en onder e, van de WW.

Hoger beroep afgewezen; geen beperking op orthopedisch terrein voor rechterschouder; redelijke termijn overschreden met 10 maanden, schadevergoeding van € 1.000,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische beoordeling juist is en geen deskundige nodig is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant, waarbij de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid werd beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de beëindiging van ziekengeld voor appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en geen twijfel aan de belastbaarheid bestaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; geen twijfel aan functionele mogelijkheden volgens verzekeringsarts.

Hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken actueel procesbelang. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 4.419,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante. Geen twijfel aan medische beoordeling en geschiktheid voor geselecteerde functies. Verzoek om deskundige en wettelijke rente afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boetebesluit van Uwv, herbeoordeelt inlichtingenverplichting en stelt boete vast op € 2.733,-. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 1.068,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, ondanks schending hoorplicht, omdat geen benadeling is aangetoond. Geschiktheid voor functies blijft intact.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking WW-uitkering door Uwv; appellante heeft werkzaamheden in Nederland verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld sinds 9 januari 2017.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WW-uitkering van appellant terecht met 37,50% is verlaagd wegens onvoldoende sollicitaties, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Werkneemster krijgt schadevergoeding van € 2.500,- en proceskosten van € 1.869,- vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de verlaging van de WW-uitkering van appellante en herroept het besluit van het Uwv, omdat appellante niet onvoorwaardelijk weigerde een contract te ondertekenen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat appellante niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning WGA-vervolguitkering van 55 tot 65% arbeidsongeschiktheid. Appellant's gronden in hoger beroep zijn herhalingen zonder nieuwe medische feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid van geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland en oordeelt dat het medisch onderzoek naar de situatie van appellant zorgvuldig is uitgevoerd. Het hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellant wegens niet gemelde werkzaamheden. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster op 12 oktober 2017 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante terecht was, en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WAO-uitkering wegens minder dan 15% arbeidsongeschiktheid na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en afwijzing WIA-uitkering; appellant had geen recht op WIA door niet vervullen wachttijd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit, appellante heeft recht op WGA-loonaanvullingskering vanaf 11 juli 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering en terugvordering voorschotten. Geen strijd met equality of arms, voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet meer beperkt dan vastgesteld door Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt loonsanctie opgelegd aan appellante; medisch oordeel bedrijfsarts is plausibel. Uwv moet opnieuw beslissen over WIA-uitkering werkneemster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 42,99% en oordeelt dat er geen nieuwe medische gronden zijn aangevoerd in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WIA-uitkering van appellante, die geen nieuwe medische gronden aanvoerde in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant 35 tot 45% arbeidsongeschikt is op basis van WIA, na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordeelt dat Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft uitgevoerd en dat appellant meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de ZW-uitkering van appellante van 100% naar 70% van het dagloon, zonder direct causaal verband met zwangerschap of bevalling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor WIA-functies na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen werknemer was en WIA-uitkering terecht is geweigerd. Bewijslast niet voldaan.

Hoger beroep over afwijzing WW-uitkering; geen bijzonder geval aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van WIA-uitkering en boete van € 40,- wegens schending inlichtingenplicht na ontdekking hennepkwekerij.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van € 574,57 wegens schending inlichtingenplicht door appellant in het kader van de Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van subsidie door Uwv wegens niet-bestede scholingsvoucher voor kansberoep.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herstelt ZW-uitkering en boete na schending inlichtingenplicht.

Appellant heeft subsidie voor scholingsvoucher niet besteed aan de beoogde opleiding. Uwv vordert subsidie terug. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellante wegens ongeschiktheid van de functie Operator Assemblage door longklachten. Uwv moet nabetalen en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing toeslag aanvraag; appellante voldeed niet aan voorwaarden door ontvangen loon in februari en maart 2018.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; appellante stelt niet in staat tot socialiseringsactiviteiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat geen onderliggende psychische stoornis is vastgesteld en de functies medisch geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen, omdat er geen toename van medische beperkingen is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant met narcolepsie. Geen onderbouwing voor onderschatting beperkingen. Medisch oordeel Uwv wordt gevolgd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de arbeidsongeschiktheid van appellant en weigering van WIA-uitkering.

Hoger beroep van een B.V. tegen de afwijzing van loonkostensubsidies op basis van de NOW-regeling. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het WW-dagloon van appellant terecht is vastgesteld op basis van zijn WAO-dagloon, zonder ruimte voor afwijkingen.

Centrale Raad bevestigt herziening en terugvordering van ZW-uitkering en toeslag wegens schending inlichtingenverplichting. Boete van € 287,68 is terecht opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgeefster in het kader van de Wet WIA.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante en dat de FML juist is.

Hoger beroep over WAO-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Appellante betwist verdiensten, maar Raad bevestigt Uwv's oordeel en wijst hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen werknemer was van zijn dochter's onderneming, waardoor ZW- en WW-uitkeringen terecht zijn ingetrokken en WIA-uitkering is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante en oordeelt dat redelijke termijn is overschreden, met schadevergoeding van € 1.000,-.

Appellant verzocht om een WAZ-uitkering, maar deze werd geweigerd wegens onvoldoende medische onderbouwing. De Centrale Raad bevestigde de afwijzing en oordeelde dat het medisch onderzoek niet onzorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen aanleiding voor meer beperkingen in FML.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die op 76,84% is vastgesteld. Het Uwv heeft de WGA-loonaanvullingsuitkering ongewijzigd voortgezet. Appellant's beroep is ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en geen deskundige nodig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA-uitkering en medische beoordeling, oordeelt dat appellant niet meer beperkingen heeft dan vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuw feit heeft gesteld dat voldoet aan de voorwaarden voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant kan functies vervullen op basis van medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan functie samensteller elektrotechnische apparatuur verrichten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een arbeidsomvang van 14,69 uur per week heeft vastgesteld en deze moet zijn 17,05 uur per week. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant, die recht had op loondoorbetaling op basis van zijn detacheringsovereenkomst.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant tegen het Uwv ongegrond, met betrekking tot de WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond, waardoor WW- en ZW-uitkering terecht zijn geweigerd en teruggevorderd.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na eerdere beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkeringen wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante en wijst verzoek om schadevergoeding af. Geen medische indicatie voor urenbeperking vastgesteld.

Hoger beroep over boete op grond van de Waadi wegens overtreding van registratieplicht. Boete verlaagd van € 32.000,- naar € 15.200,- vanwege overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak dat appellante in staat is geduide functies te vervullen en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt WGA-uitkering van 65,32% voor appellante, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en FML adequaat was vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 48,38% en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; Uwv veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente en proceskosten van appellant tot € 2.076,18.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in hoger beroep inzake WIA-uitkering en terugvordering door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WIA-uitkering, verlaagt boete naar € 2.350,- en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op WGA-vervolguitkering; FML juist vastgesteld, appellant kan functies vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de toeslag op grond van de Toeslagenwet door het Uwv, oordelend dat de appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een buitensporig zware last door de kostendelersnorm.

Hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van een WAO-besluit. De Centrale Raad bevestigt dat er geen nieuwe feiten zijn die de herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de geschiktheid van de functies, zonder verdere veroordeling in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van € 115,14 door het Uwv, waarbij tijdvakken van ongeschiktheid tot werken correct zijn samengevoegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om terug te komen van eerdere WIA-besluiten. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening, en bepaalt terugbetaling griffierecht aan verzoeker.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld op 43,16% per 27 oktober 2016.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet correct uitvoering heeft gegeven aan eerdere uitspraak over de gezondheidstoestand van appellant. Uwv wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 2.500,- en proceskosten van € 1.312,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over terugvordering WW-uitkering en schending hoorplicht. Uwv veroordeeld tot vergoeding kosten appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening boetebesluit WW; appellant maakt schending inlichtingenverplichting niet aannemelijk als verminderd verwijtbaar.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, herziening boetebesluit en vertrouwensbeginsel afgewezen. Schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening van boetebesluit WW; boete verlaagd tot € 4.424,40. Uwv veroordeeld in kosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening van boetebesluiten WIA. Appellante schond inlichtingenplicht, boete van € 5.605,24 wordt gehandhaafd. Uwv veroordeeld in kosten van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante op basis van medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid per 19 maart 2018.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante wegens termijnoverschrijding.

Hoger beroep over de hoogte van de WGA-vervolguitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, gebaseerd op een zorgvuldige medische beoordeling en de FML van 22 december 2015.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingebracht en de gronden in hoger beroep zijn herhalingen van eerdere stellingen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel dat het Uwv terecht geen ziekengeld meer toekende aan appellante, na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen nieuwe medische informatie is die de eerdere conclusies van het Uwv ondermijnt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat de arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% is vastgesteld.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van toeslag op WIA-uitkering wegens schending van de inlichtingenplicht. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak.

Appellant heeft de inlichtingenplicht geschonden door niet te melden dat hij werkzaamheden heeft verricht, wat leidde tot een boete van € 5.200,- die door de Centrale Raad van Beroep is bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon van de appellant in het kader van de Werkloosheidswet, zonder onderbouwing van de appellant voor zijn bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning loongerelateerde WGA-uitkering op basis van 68,3% arbeidsongeschiktheid, met voldoende medische grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de WIA-uitkering van appellant, waarbij de WW-uitkering in maart 2016 niet wordt betrokken in de berekening van het WIA-dagloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, die onvoldoende arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA vervolguitkering van appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant in staat is de geselecteerde functies te vervullen.

Hoger beroep over WGA-loonaanvullingsuitkering; arbeidsongeschiktheid juist vastgesteld. Beoordeling van functies en geschiktheid in verband met trappenlopen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellant op basis van 39,73% arbeidsongeschiktheid, ondanks bezwaar tegen de geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische beoordeling door Uwv zorgvuldig was en dat geen nieuwe gegevens zijn ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland en wijst verzoek om onafhankelijke deskundige af. Appellant's arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 38,35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat de arbeidsongeschiktheid van appellant op 65 tot 80% is vastgesteld, zonder nieuwe medische informatie in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant bracht geen nieuwe medische stukken in die de beoordeling door het Uwv in twijfel trokken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening WW-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep over de toekenning van een IVA-uitkering aan betrokkene, waarbij de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat duurzame arbeidsongeschiktheid pas op 26 juni 2017 is ontstaan.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante onder de Wet WIA terecht is vastgesteld op 60,32%.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening van kortingen op WIA-uitkeringen; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen Uwv-besluit over WW-uitkering. De rechtbank oordeelde terecht dat appellant in strijd met de goede procesorde handelde. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering met verkorte wachttijd; geen medisch stabiele of verslechterende situatie aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en intrekking WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht, boete vastgesteld op € 1.040,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat de FML correct is vastgesteld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat CAK buitenlandbijdrage voor gezinsleden van appellant in Spanje kan heffen over 2009 en 2010, maar niet over 2006 en 2008.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar inzake WW-recht na disciplinaire ontslag. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat er geen reden is om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is door niet-naleving van re-integratieverplichtingen, waardoor het Uwv terecht een bedrag op zijn WW-uitkering in mindering heeft gebracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van de appellant, waarbij het Uwv de functies als passend heeft beoordeeld.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering na medisch onderzoek. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat onderzoek zorgvuldig was en functies geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid afgewezen, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens gebrek aan causaal verband tussen onrechtmatige besluiten en gestelde schade. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.887,50.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische beoordeling zorgvuldig was en appellante in staat was om geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 39,5% na herbeoordeling door het Uwv. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant verwijtbaar werkloos was per 10 november 2017, waardoor zijn WW-uitkering niet tot uitbetaling komt. Het verzoek om eervol ontslag was niet noodzakelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na voldoende zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen toename van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld en dat de WIA-uitkering terecht is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht, en volgt de rechtbank in haar oordeel over de medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na herbeoordeling; geen twijfel aan medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van het Uwv aan appellant wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot zijn WIA-uitkering, ondanks zijn psychische klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van de WIA-uitkering van appellant die in Tanzania woont, omdat hij zijn inlichtingenverplichting niet is nagekomen.

Hoger beroep van appellante tegen intrekking WW-uitkering wegens niet gemelde werkzaamheden in kringloopwinkel. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellante haar inlichtingenplicht heeft geschonden.

Appellant is ontslagen wegens plichtsverzuim, wat leidt tot zijn werkloosheid. De Raad bevestigt dat aan zijn werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt, waardoor zijn WW-uitkering wordt geweigerd.

Centrale Raad bevestigt intrekking faillissementsuitkering wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking. Appellant kon geen tegenbewijs leveren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW-uitkering wegens niet nakomen inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het beroep van appellant op het vertrouwensbeginsel niet slaagt in het kader van de Werkloosheidswet.

Herziening en terugvordering van WAO-uitkering wegens schending van inlichtingenverplichting. Schadevergoeding voor overschrijding van redelijke termijn van € 500,-.

Intrekking en terugvordering van toeslag wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant. Schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en wijst de zaak terug naar de rechtbank, omdat het Uwv niet heeft aangetoond dat het besluit tijdig is verzonden. Proceskosten van € 1.050,- worden vergoed.

Hoger beroep over de berekening van de ZW-uitkering en dagloon na beëindiging dienstverband. De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte vakantiedagen niet meerekende, waardoor de ZW-uitkering wordt vastgesteld op € 199,95.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-vervolguitkering van appellant en oordeelt dat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld. Het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank over een herzieningsverzoek, omdat geen hoger beroep mogelijk is volgens de Awb.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om terug te komen van eerdere besluiten inzake arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongewijzigde voortzetting van de WAO-uitkering en de dwangsom van € 1.140,- door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af inzake de WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt voortzetting WAO-uitkering en toekenning dwangsom van € 460,- wegens niet tijdig beslissen door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een ZW-uitkering toe te kennen, omdat zij niet volledig arbeidsongeschikt is.

Beëindiging WGA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat medische beoordeling door Uwv juist is en dat geen bewijsnood bestaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat geen nieuwe medische informatie is overgelegd die de vastgestelde beperkingen onderbouwt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is geworden na ontslag voor verhuizing. Geen bewijs van pogingen om werk te vinden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden door het niet nakomen van re-integratieverplichtingen, wat leidde tot ontslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene heeft ingetrokken wegens verblijf in het buitenland zonder melding. De rechtbank's eerdere beslissing is herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering wegens verblijf buiten Nederland zonder melding; boete vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellante wegens verblijf buiten Nederland zonder melding. Uwv mag onverschuldigd betaalde uitkering terugvorderen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellante wegens verblijf buiten Nederland zonder melding aan het UWV.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene introk wegens verblijf buiten Nederland zonder melding. De boete werd niet gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellant wegens verblijf buiten Nederland zonder melding. Appellant slaagt er niet in om tegenbewijs te leveren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank dat Uwv bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaarde. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Hoger beroep over ontslag op staande voet en ontbinding arbeidsovereenkomst. Ontslag houdt geen stand; arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op g-grond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als medische afzakker kan worden aangemerkt en dat haar WAO-uitkering terecht is stopgezet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van uitkeringen wegens gefingeerd dienstverband. Appellante had geen recht op ZW, WAZO en WIA-uitkeringen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van het Uwv om loonbetalingsverplichtingen over te nemen wegens gebrek aan verifieerbare gegevens door appellant.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang. Proceskostenveroordeling Uwv vastgesteld op € 2.328,22.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor de functie van productiemedewerker en dat zijn ZW-uitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; appellant voltooide wachttijd niet en ongelijkheidsklacht faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-vervolguitkering van appellant, oordelend dat de medische beoordeling zorgvuldig was en dat er geen nieuwe gegevens waren die de eerdere conclusies konden ondermijnen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, op basis van medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, o.a. op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt terugvorderingsbedrag WW-uitkering vast op € 658,49 bruto.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante per 22 mei 2017, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld in beoordeling arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant zoals vastgesteld door het Uwv en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat de geselecteerde functies voor appellant geschikt zijn, ondanks zijn psychische klachten.

Appellant ging in hoger beroep tegen de beëindiging van zijn ziekengeld. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak en kende schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over WW-uitkering en wettelijke rente, met aanpassingen in bedragen en rechtsoverwegingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldig medisch onderzoek.

Beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek voldoende zorgvuldig, geen reden tot twijfel aan beoordeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk, veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten (€ 2.048,-) en de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn (€ 1.000,-).

Hoger beroep over ontslag op dringende reden en verwijtbare werkloosheid. Appellante was in voorlopige hechtenis en had geen contact met werkgever. Uwv weigerde WW-uitkering. Raad bevestigt uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking WW-uitkering en boete wegens verblijf in het buitenland. Boete verlaagd van € 5.110,- naar € 5.109,15.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verlaagt boete van € 8.100,- naar € 5.400,- wegens schending van inlichtingenplicht bij intrekking WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de (ex)werknemer niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt is, waardoor hij recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering en niet op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 69,69% na deskundigenonderzoek, hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WGA-uitkering appellante, arbeidsongeschiktheid vastgesteld onder 35%. Deskundige concludeert geen psychiatrische stoornis, beperkingen correct vastgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over herziening en terugvordering van toeslag en boete wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden en een boete van € 5.200,- terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van betrokkene correct heeft berekend en dat er geen sprake is van een kennelijk onredelijk resultaat. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant in beperkte mate verwarring had over re-integratieverplichtingen. Maatregel van 25% op WW-uitkering wordt gematigd naar 15% voor vier maanden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. Appellant krijgt € 500,- schadevergoeding en proceskosten van € 4.738,10 vergoed.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang in WW-zaak.

Hoger beroep over ziekengeld en arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat geen beperkingen hoeven te worden aangenomen. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op 9 april 2015 niet duurzaam arbeidsongeschikt was voor IVA-uitkering, ondanks eerdere WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep wijst aanvraag voor scholingsvoucher af en kent gedeeltelijke schadevergoeding toe van € 199,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante haar WIA-uitkering met terugwerkende kracht moest herzien wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld op 60,46%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen en oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn voor herziening van eerdere besluiten.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon door het Uwv, waarbij de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de WW-uitkering van € 65,11, vastgesteld door het Uwv, en wijst verzoek om wettelijke rente af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat prepensioen volledig in mindering moet worden gebracht op WW-uitkering; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep over beëindiging WGA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat Uwv terecht arbeidsongeschiktheid onder de 35% heeft vastgesteld en de uitkering heeft beëindigd.

Beëindiging van de ZW-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante 100% arbeidsongeschikt is per 30 mei 2016, na advies van psychiater. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv appellante terecht minder dan 35% arbeidsongeschikt heeft geacht en geen WIA-uitkering heeft toegekend.

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om schadevergoeding door het Uwv. De voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de vaststelling van het dagloon in verband met ingekochte vakantie-uren. De ingekochte uren worden als verlof aangemerkt, maar leiden niet tot een hoger dagloon. Het beroep van betrokkene wordt gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering en weigering ZW-uitkering voor appellante die in Hongarije verblijft zonder melding aan het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de arbeidsongeschiktheid van appellant, zonder aanleiding voor een medisch deskundige.

Hoger beroep over de hoogte van WW- en ZW-dagloon, waarbij het Uwv terecht uitgaat van gegevens in de polisadministratie. Appellante kan geen bewijs leveren voor onjuistheid van deze gegevens.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de inkomsten uit een dienstverband van 17,8 uur per week in mindering heeft gebracht op de ZW-uitkering van appellante. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering UWV om WAO-uitkering van appellant te heropenen, omdat appellant op 22 mei 2015 minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene verwijtbaar werkloos is geworden door ontslag wegens wangedrag. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening WGA-vervolguitkering en terugvordering na ontdekking hennepkwekerij. Appellant's beroep tegen Uwv's besluiten deels gegrond verklaard, boete verlaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat haar arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% is vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordelend dat de geselecteerde functies geschikt zijn en dat er voldoende medische grondslag is voor de beslissing van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordeelt dat deskundigenrapporten zorgvuldig zijn en dat appellant medisch geschikt is voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering; toegenomen klachten zijn van andere ziekteoorzaak. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WW-uitkering en boete, oordeelt dat appellant geen werknemerschap verloor door laptopwerkzaamheden, maar bevestigt intrekking WW-uitkering voor ICT-werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellanten geen recht hebben op overname van betalingsverplichtingen van failliete BV, omdat geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; geen aanleiding voor benoeming deskundige op basis van Korošec-arrest.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellant, oordelend dat artikel 56 van de Wet WIA correct is toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant, die niet voldeed aan referte-eis na beëindiging WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn af, omdat verzoekster onvoldoende onderbouwing heeft geleverd voor de gevorderde schade.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WW-betaling; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar werkzaamheden bij een BV, waardoor het dagloon voor haar WW-uitkering correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is en geen recht heeft op WW-uitkering of toeslag, omdat hij zijn dienstverband op verzoek heeft beëindigd zonder medische noodzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek, oordelend dat herstelmogelijkheden aanwezig waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering; appellant niet als werknemer aangemerkt na ontslagneming als bestuurder.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant, gebaseerd op deskundigenrapporten en medische beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aan de voorwaarden voor herziening voldoen.

Hoger beroep over de herziening van WAO-uitkering. Appellant heeft inkomsten niet gemeld, waardoor te veel is ingehouden. Uwv heeft beleid consistent toegepast. Hoger beroep afgewezen.

Appellant, een MT-lid, werd op staande voet ontslagen wegens belangenverstrengeling. Het Uwv weigerde zijn WW-uitkering op basis van verwijtbare werkloosheid. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat appellant verwijtbaar werkloos was.

Centrale Raad van Beroep wijst aanvraag WW-uitkering af wegens gebrek aan rechtmatig verblijf in Nederland. Beroep op arrest Tümer slaagt niet. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.560.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet voldoet aan voorwaarden voor verhoging WIA-uitkering wegens gebrek aan medische noodzaak tot geregelde oppassing en verzorging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om kwijtschelding van schuld in het kader van de Wet WIA, TW en WW; geen dringende redenen aanwezig.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Geen structurele beperkingen vastgesteld. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen onjuiste inschatting van belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering en boete van € 5.400,- wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Hoger beroep over de toerekening van een billijke vergoeding aan de Werkloosheidswet na ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vergoeding niet kan worden toegerekend aan de a-periode.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van college niet-ontvankelijk en beroep van betrokkene ongegrond inzake WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de beperkingen van appellant niet zijn onderschat. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn voor appellante, die in hoger beroep geen nieuwe relevante informatie heeft ingebracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland dat appellant in staat is de geselecteerde functies te vervullen, ondanks zijn psychische klachten.

Hoger beroep over faillissementsuitkering en loonbetalingsverplichtingen van een werknemer na faillissement van werkgever, waarbij de Raad oordeelt dat de vordering van appellant duidelijk en concreet is.

Hoger beroep over afwijzing scholingsvoucher aanvraag. Uwv oordeelt dat opleiding niet leidt tot kansberoep. Geen opgewekt vertrouwen. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de vergoeding van onbetaald gebleven bedragen aan bijdrage duurzame inzetbaarheid correct heeft berekend over de perioden in de WW.

Hoger beroep over schending van de inlichtingenplicht bij WAO-uitkering door betrokkenheid bij hennepkwekerij. Appellant had geen recht op uitkering en moest onverschuldigd betaalde bedragen terugbetalen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt wijziging en terugvordering WIA-uitkering wegens pgb-inkomsten en oordeelt dat boete van € 10,- evenredig is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster per 1 augustus 2015 verwijtbaar werkloos is geworden. De uitkering wordt met ingang van 9 juli 2016 verlaagd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat het Uwv de WW-uitkering van appellant correct heeft beëindigd. Appellant's bezwaar was ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing scholingsvoucher voor opleiding tot mediator; opleiding leidt niet tot kansberoep juridisch adviseur/onderzoeker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Overijssel; appellant kan betalingsonmacht Stichting niet aannemelijk maken, terugvordering voorschot WW blijft staan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het oude WW-recht van werknemer niet herleeft na werkhervatting, omdat er een nieuw WW-recht is ontstaan met groter arbeidsurenverlies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant na beoordeling van medische beperkingen. Schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden en dat het Uwv terecht een maatregel op zijn WW-uitkering heeft opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ingangsdatum WAO-uitkering en eerste arbeidsongeschiktheidsdag, kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, een dga, niet heeft aangetoond feitelijk ondergeschikt te zijn aan de ava voor 1 december 2015, waardoor hij geen recht heeft op WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om voorlopige voorziening af. Schadevergoeding van € 11.969,- door Uwv blijft staan.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van zijn WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, omdat appellant geen nieuwe feiten heeft aangedragen over zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, die geen nieuwe argumenten aanvoert over zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing scholingsvoucher aanvraag wegens te late indiening en eerdere gebruikmaking van regeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door detentie niet tijdig te melden. Boete van € 595,98 wordt opgelegd, rekening houdend met verminderde verwijtbaarheid.

Appellant heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering. Het Uwv heeft de arbeidsongeschiktheid correct vastgesteld. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat griffierecht tijdig is betaald en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank. Zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsovereenkomst van appellant op 7 juni 2016 met wederzijds goedvinden is geëindigd, en dat hij recht heeft op een faillissementsuitkering voor de periode van 1 juni tot 7 juni 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling door deskundige ondersteunt het standpunt van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; zorgvuldig onderzoek door verzekeringsartsen, geen twijfel aan belastbaarheid.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering door Uwv na zorgvuldig medisch onderzoek. Proceskosten van € 2.560,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering ZW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht, boete verlaagd naar € 3.958,80.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering, appellant heeft 39 uren te weinig doorgegeven, terugvordering vastgesteld op € 469,99, boete verlaagd naar € 117,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitsluiting WW-uitkering voor vreemdeling zonder geldige verblijfsstatus; geen schending van gelijkheidsbeginsel.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WAO-uitkering in periode I, maar bevestigt de schending van de inlichtingenplicht in periode II, met een boete van €2.269,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de correcte berekening van de WGA-uitkering door het Uwv, waarbij geen rekening is gehouden met de keuzes van appellant met betrekking tot EPS en vakantiebijslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; geen nieuwe medische gegevens in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WGA-vervolguitkering correct is vastgesteld en het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WW-uitkering en terugvordering door Uwv, oordelend dat appellant redelijkerwijs had moeten begrijpen dat hij te veel uitkering ontving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering na zorgvuldig onderzoek. Appellante kan geselecteerde functies verrichten, geen recht op uitkering.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering en afwijzing aanvraag ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WW-uitkering omdat appellant volledig werkzaam was als zelfstandige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht de WW-uitkering van appellant heeft beëindigd op basis van zijn inkomen in oktober 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is na ontslag op staande voet wegens werkweigering, zonder geldige reden niet op het werk verschenen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WW-uitkering van appellant, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant verbleef buiten Nederland zonder dit te melden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WW-uitkering door Uwv, oordeelt dat er sprake is van een nieuw besluit op andere grondslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat herziening en terugvordering WW-uitkering niet in strijd zijn met rechtszekerheidsbeginsel; terugvorderingsbedrag vastgesteld op € 13.529,62 bruto.

Hoger beroep over schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat schadevergoeding niet onder WW valt en verwerpt beroep op Insolventierichtlijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet arbeidsongeschikt is en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep over WW-uitkering en verwijtbare werkloosheid. Appellante kan werkloosheid niet in overwegende mate worden verweten door omstandigheden rondom ontslag en verhuizing. Uwv moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt was op 7 september 2016, waardoor hij geen recht heeft op IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens overtreding van inlichtingenplicht door appellant.

Hoger beroep over WGA-loonaanvullingsuitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; geen twijfel over arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door niet gemelde werkzaamheden in café.

Tussenuitspraak over de weigering van een passend werkaanbod door appellant en de gevolgen voor zijn WW-uitkering. Uwv moet besluit herstellen op basis van 24 uur per week.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens niet-gemelde werkzaamheden als zelfstandige. Boete van € 955,08 blijft staan.

De Raad vernietigt de intrekking van de WW-uitkering van appellant, omdat deze niet correct was. Appellant heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden, maar de intrekking per 16 april 2012 kan niet standhouden. Het Uwv moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking ZW-uitkering en afwijzing WIA-uitkering; onvoldoende bewijs voor ontbreken gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten Uwv over terugvordering WAO-uitkering en boete wegens hennepkwekerij, oordeelt dat onschuldpresumptie is geschonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WGA-loonaanvullingsuitkering met 57,05% arbeidsongeschiktheid, na vernietiging van eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WW-uitkering van appellante wegens schending van informatieplicht. Boete van € 1.882,61 is evenredig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering aan appellant wegens onduidelijke urenberekening en gebrek aan bewijs.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over overname vakantiedagen na faillissement werkgever. Raad oordeelt dat vordering van 98,11 uur voor overname in aanmerking komt. Uwv moet opnieuw beslissen en vergoedt proceskosten van € 2.116,-.

Hoger beroep over de toewijzing van vakantiedagen na faillissement van de werkgever. De Raad oordeelt dat de vordering van appellante voldoende concreet is en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de vordering van appellante voor niet-genoten vakantiedagen voldoende concreet is en vernietigt eerdere uitspraak. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; onderzoek was zorgvuldig, geen ongelijkheid in procespositie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering van appellant naar 35-45% na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht geen nieuwe WAO-uitkering toekent aan appellant, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WW-recht zonder aanvraag kan ontstaan. Geen benadeling of inbreuk op eigendomsrecht. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en wijst verzoek om schadevergoeding af. Procesbelang van appellant wordt erkend, maar argumenten worden niet onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet voldoet aan de vier-uit-vijf-eis voor een verlengde WW-uitkering, omdat zij in 2011 slechts 44 dagen loon heeft ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na onvoorwaardelijk strafontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA- en WW-uitkering per 29 december 2015, na beëindiging van ziekteverzuim.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht op basis van medische beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na herbeoordeling; geen sprake van 35% arbeidsongeschiktheid en geschiktheid functies onderschreven.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door werkzaamheden niet tijdig te melden, en stelt de boete vast op € 1.925,93.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordeelt dat de medische belastbaarheid overtuigend is gemotiveerd en dat het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant na eerstejaars Ziektewetbeoordeling; appellant kan meer dan 65% van zijn loon verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering omdat appellante niet tijdig aanvraag indiende na intrekking WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de verrekening van WW- en ZW-uitkeringen. Appellante ontving beide uitkeringen, en de Raad oordeelt dat de verrekening correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WW-uitkering aan appellant wegens ziekte en niet-beschikbaarheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de redelijke termijn is overschreden met 2 jaar en 8 maanden in WIA-zaak, leidt tot schadevergoeding van € 3.000,- aan appellant.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep herziening boetebesluit Werkloosheidswet; afwijzing verzoek evident onredelijk; boete vastgesteld op € 7.800,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing van herzieningsverzoek evident onredelijk is en herroept boetebesluit van Uwv, boete vastgesteld op € 1.651,52.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing van herzieningsverzoeken voor boetebesluiten evident onredelijk kan zijn. Boete van € 4.162,90 wordt herzien naar € 2.084,54. Belang van rechtszekerheid en evenwichtige behandeling van boetes benadrukt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de IOW-uitkering zoals vastgesteld door het Uwv, en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de FML moet aanpassen na deskundigenonderzoek naar de beperkingen van appellant per 1 april 2014.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de medische beperkingen van appellante niet te gering heeft vastgesteld. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking van bijstand wegens niet melden van directeurschap van Britse bedrijven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeldaanvraag; appellant slaagt er niet in zijn arbeidsongeschiktheid aan te tonen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen causaal verband is tussen de depressieve klachten van de werkneemster en haar zwangerschap/bevalling, waardoor de beëindiging van de ZW-uitkering door het Uwv terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betalingen aan appellante als loon moeten worden gekwalificeerd, niet als terugbetaling van leningen, en dat het Uwv deze bedragen terecht in mindering heeft gebracht op haar uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WW-uitkering en terugvordering na ontdekking hennepkwekerij. Boete van € 5.466,67 blijft staan.

Hoger beroep over de toekenning van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van uitkering wegens betalingsonmacht. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank; Uwv heeft terecht loonbetalingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant wegens beëindiging arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de opzegtermijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering aan appellante; financiële gevolgen niet onaanvaardbaar.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering; geen psychische klachten op datum in geding; medische belastbaarheid bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv ondeugdelijk heeft gemotiveerd bij afwijzing WAO-uitkering. Nieuwe feiten over psychische klachten van appellant moeten opnieuw worden beoordeeld.

Hoger beroep van appellant R tegen Uwv over faillissementsuitkering en arbeidsomvang. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen besluit Uwv gegrond, maar beroep tegen ander besluit ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet heeft aangetoond dat zijn loon tijdens ziekte vorderbaar maar niet inbaar was. Uwv moet dagloon opnieuw berekenen.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de WIA-uitkering van een havenmedewerker. Het Uwv moet het gebrek in de dagloonberekening herstellen.