dhr. mr. W.J.A.M. van Brussel

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte subsidieaanvragen afwees. De onderneming is een nieuwe onderneming en voldoet aan de voorwaarden voor subsidie. Het beroep met zaaknummer 23/924 is ongegrond, maar 23/925 is gegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van [naam 1] B.V. afgewezen wegens niet voldoen aan de inschrijvingseis. Het beroep op het evenredigheidsbeginsel slaagde niet.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. gegrond, vernietigt het besluit van de minister en draagt op binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, die tegen de nihil vaststelling van subsidie op grond van de TVL in beroep was gegaan. De minister had terecht vastgesteld dat de onderneming niet voldeed aan de eis van 30% omzetverlies.

Hoger beroep van [naam 1] V.O.F. tegen tuchtbeschikking over het opplanten van afgekeurde tulpenbollen. Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over 'in de handel brengen' en instandhouding van genetische diversiteit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag door de minister, omdat de onderneming niet voldoet aan de omzetverliesdrempel van 30%.

Beroep van vennootschap tegen minister over subsidie COVID-19 ongegrond verklaard. Omzetbepaling en terugvordering van voorschot in geschil.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft het herzieningsverzoek terecht afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten.

Het College verklaart het beroep ongegrond. De minister heeft de omzet terecht vastgesteld op basis van de aangiften omzetbelasting. Geen proceskostenvergoeding.

Het College verklaart het beroep van de onderneming ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister om de subsidie voor Q3 2021 op € 0,- vast te stellen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep van [naam 1] B.V. tegen afwijzing subsidieaanvraag COVID-19 af, o.a. wegens te late indiening.

Beroepen van [naam 1] B.V. tegen afwijzing subsidieaanvragen COVID-19 ongegrond verklaard. Minister wijzigde juridische grondslag, maar onderneming niet benadeeld. Proceskostenvergoeding toegewezen.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete wegens niet voldoen aan mestverwerkingsplicht. College oordeelt dat [naam 1] abusievelijk als verwerker is opgenomen in DPO's. Geen overtreding van de Meststoffenwet vastgesteld. Boete herroepen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een ondernemer ongegrond, omdat de minister de subsidie voor COVID-19 mocht wijzigen door een onjuiste SBI-code.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het herzieningsverzoek van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening rechtvaardigen.

Herzieningsverzoek van ondernemer voor subsidie COVID-19 afgewezen; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam] B.V. voor subsidie op grond van de TVL afgewezen, omdat deze te laat was ingediend. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat de onderneming geen accountantsproduct heeft aangeleverd voor de subsidieaanvragen op grond van de TVL.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de ondernemer ongegrond inzake de afwijzing van subsidieaanvragen COVID-19 door de minister van Economische Zaken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de minister de subsidie voor Q4 2021 op € 0,- mocht vaststellen wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft de subsidie voor Q1 2022 op € 0,- vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond inzake de afwijzing van subsidie voor Q4 2021 en de herziening van subsidie voor Q4 2020, oordelend dat er geen sprake is van een nieuwe onderneming en dat de minister bevoegd was om de subsidie te herzien.

Beroep ongegrond; minister mocht vastgestelde subsidie COVID-19 baseren op aangifte omzetbelasting. Geen strijd met vertrouwensbeginsel. Geen proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag voor TVL Q4 2021, omdat de aanvraag te laat is ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de herzieningsverzoeken van [naam 1] B.V. afgewezen, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de herziening en intrekking van subsidie voor grote ondernemingen op grond van de TVL.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van V.O.F. F ongegrond, bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag en herzieningsverzoeken door de minister van Economische Zaken.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond tegen de minister van Economische Zaken over de vaststelling van de subsidie op nihil voor Q3 2021.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van een ondernemer tegen de ongegrondverklaring van zijn subsidieaanvraag MKB COVID-19 ongegrond op 5 november 2024.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van een ondernemer tegen de ongegrondverklaring van zijn subsidieaanvraag COVID-19 ongegrond op 5 november 2024.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag COVID-19 door de minister van Economische Zaken, omdat niet voldaan is aan het vereiste van 20% omzetverlies.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft de post 'onderhanden werk' terecht niet betrokken bij de omzetverliesberekening voor de subsidie COVID-19.

College oordeelt over landbouwsubsidies en subsidiabele oppervlaktes; minister moet nieuwe besluiten nemen na gegronde beroepen van landbouwer.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw terecht de subsidiabele oppervlakte van perceel 4 heeft vastgesteld op 92,53 ha en een sanctie heeft toegepast wegens overdeclaratie. Beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor COVID-19 buiten de aanvraagperiode was ingediend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van een onderneming ongegrond, omdat de minister de subsidie voor COVID-19 steun correct heeft vastgesteld op basis van de aangifte omzetbelasting.

Het College verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de minister de omzetcorrectie terecht heeft vastgesteld. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond wegens te late indiening van de TVL-subsidieaanvraag voor Q1 2022.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de verantwoordelijkheden van importeurs bij het in de handel brengen van navulverpakkingen met onjuiste nicotinegehaltes.

Het College van Beroep vernietigt het boetebesluit tegen een melkveebedrijf, dat niet langer door de minister wordt gehandhaafd, en veroordeelt de minister in proceskosten.

Drie ondernemingen hebben hun aanvragen voor COVID-19 subsidie afgewezen gekregen. Het College oordeelt dat zij niet als voortzetting van een eenmanszaak kunnen worden beschouwd, waardoor de afwijzing terecht was.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister terecht de subsidie op € 0,- heeft vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies.

Het College vernietigt de schorsing van de erkenning van een pluimveeslachterij wegens motiveringsgebrek in het herstelbesluit van de minister. Schadevergoeding van € 6.000,- en proceskostenvergoeding worden toegewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Dierenrecht ongegrond, oordelend dat de minister terecht het handhavingsverzoek afwees, omdat er geen overtredingen zijn vastgesteld bij de kalverhouderij op betonnen roostervloeren.

Het College verklaart het beroep van Stichting Dierenrecht tegen de minister ongegrond, omdat er geen overtredingen zijn vastgesteld bij het houden van kalveren op houten roostervloeren.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de minister de omzet van beide activiteiten mocht meenemen voor de subsidie TVL, gezien de ondernemer over zijn gehele omzet omzetbelasting betaalt.

Het College vernietigt het besluit van de minister inzake handhaving bij varkenshouderij en draagt op een nieuw besluit te nemen, met vergoeding van proceskosten aan ViN.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete voor dierenwelzijn bij varkentransport. Boete gematigd naar € 2.850,- wegens overschrijding redelijke termijn. Verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn benadrukt.

Het College heropent het onderzoek in hoger beroep om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen, na hoger beroep van de staatssecretaris tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor het houden van een ara en oordeelt dat de minister onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de overtreding.

Het CBb vernietigt de erkenning van EFS als dochterstamboekvereniging voor Falabella-paarden wegens onvoldoende onderzoek door de minister en draagt hem op een nieuwe beslissing te nemen.

Het College oordeelt dat de opgelegde diergezondheidsheffing aan de pluimveehouder rechtmatig is en geen ongeoorloofde inmenging vormt in het eigendomsrecht. Tevens wordt een schadevergoeding van € 3.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; minister mag runderen verkopen wegens niet voldoen aan voorwaarden teruggave.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, maar de minister opgedragen het griffierecht van € 371,- aan verzoekers te vergoeden.

Het College verklaart het beroep van Wakker Dier ongegrond en bevestigt de afwijzing van het handhavingsverzoek door de minister.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de bestuurlijke boete aan [naam 1] B.V. herroept, omdat de gezondheidswaarschuwing op de verpakking correct was aangebracht.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; inbeslagname van 80 runderen door de minister was gerechtvaardigd.

Hoger beroep van Slachterij [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan vertegenwoordigingsbevoegdheid van [naam 2].

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- opgelegd aan appellant wegens overtreding van de Wet dieren, waarbij de minister terecht vaststelde dat appellant kadavers niet tijdig had aangegeven en niet afgedekt had gehouden.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het invorderingsbesluit wegens ontoereikend bewijs van overtreding.

[naam 1] B.V. kreeg een boete van € 2.500,- voor onjuiste gewichten op handelsdocumenten tijdens mestvervoer. Het College verlaagde de boete tot € 2.125,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over boetes Meststoffenwet en Wet dieren; boetes bevestigd met matiging door overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluiten voor bezoedeling van karkassen. Het College bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de boetes terecht zijn opgelegd.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluiten voor bezoedeling van karkassen. College bevestigt eerdere uitspraak, geen reden voor prejudiciële vragen. Boetes blijven in stand.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de chauffeurskaart inmiddels was ingetrokken en er geen spoedeisend belang meer was.

Het College vernietigt de lasten onder dwangsom tegen vangbedrijven voor het optillen van pluimvee aan de poten, oordeelt dat dit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en dat de minister nieuwe besluiten moet nemen voor 15 augustus 2024.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de aanvraag van [naam 1] voor erkenning als dierenarts gegrond is. De minister heeft ten onrechte de aanvraag afgewezen. Het bestreden besluit wordt vernietigd en de minister moet binnen vier weken een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 28 mei 2024 het hoger beroep van een slachthuis tegen boetebesluiten van de minister van Landbouw gegrond verklaard en de proceskosten vastgesteld op € 2.998,-.

Het College vernietigt de last onder dwangsom en het invorderingsbesluit van de minister inzake hondenregistratie, omdat de begunstigingstermijn te kort was en onduidelijkheid bestond over de uitvoerbaarheid.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] en [naam 2] niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de looptijd van de last onder dwangsom zonder verbeurde dwangsommen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond die de eerdere besluiten kunnen wijzigen.

Het College vernietigt de decertificering van vijf partijen zonnebloempitten en de intrekking van het biocertificaat van de graanhandel, oordeelt dat Skal haar bevoegdheid te buiten is gegaan en draagt Skal op een nieuw besluit te nemen.

Beëindiging WGA-uitkering per 30 mei 2018 wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep niet succesvol; deskundigenrapporten zijn zorgvuldig en conclusies zijn bevestigd.

Het College vernietigt het besluit van de minister inzake handhavingsverzoeken van Stichting Wakker Dier en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen binnen acht weken.

Hoger beroep van slachterij tegen boete wegens overtreding van dierenwelzijnsregels. Boete verlaagd van € 2.500 naar € 1.875 vanwege overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 5% heeft opgelegd aan varkenshouder [naam 1] wegens onvoldoende hokverrijking, in strijd met artikel 2.22 van het Besluit houders van dieren.

Hoger beroep over boete voor onvoldoende hokverrijking voor varkens. College bevestigt eerdere uitspraak en boete van € 1.500,- blijft staan.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt de sancties opgelegd aan [naam 2] wegens onvoldoende hokverrijkingsmateriaal voor varkens, en verklaart de beroepen ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering van appellante per 14 januari 2021, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en wijst proceskosten toe.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de Ziektewetuitkering van appellante terecht heeft beëindigd. Medisch onderzoek is hersteld, geen aanleiding voor deskundige. Proceskostenveroordeling aan Uwv.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 12 maart 2024 de boete van € 2.500,- voor Pluimveeslachterij [naam 1] B.V. gematigd tot € 1.875,- wegens overschrijding van de redelijke termijn. De slachterij overtrad hygiënevoorschriften door pluimveevlees boven 4 °C in een koelwagen te vervoeren.

Hoger beroep over bestuurlijke boete voor overtreding hygiënevoorschriften bij vervoer pluimveevlees. Boete verlaagd naar € 2.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de boetebesluiten tegen [naam 1] vernietigde wegens onterecht onderscheid in handhaving. De minister had geen rechtvaardiging voor de beleidsregel die leidde tot boetes voor verontreiniging door baansmeer. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

Het hof oordeelt dat de arbeidsverhouding tussen gemeente Tynaarlo en werkneemster ernstig verstoord is, ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt toegewezen met een billijke vergoeding van € 60.000,- en een transitievergoeding van € 4.567,22, einddatum 1 april 2024.

Het College verklaart de beroepen van [naam] B.V. ongegrond, omdat de mededelingen en waarschuwingen van de minister geen besluiten zijn in de zin van de Awb.

Hoger beroep van [naam 4] tegen boete van € 6.000,- wegens overtreding van de Mededingingswet door onderlinge afstemming bij aanbesteding. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de ACM terecht een overtreding heeft vastgesteld en de boete passend is.

Tussenuitspraak over de schorsing van de erkenning van een pluimveeslachterij door de minister, waarbij het College oordeelt dat de minister onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de schorsing terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering en veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante.

Hoger beroep van slachterij tegen boete voor aanbieden bezoedelde karkassen. Boete verlaagd naar € 2.125,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep ongegrond; accountant [naam 1] betwistte tuchtrechtelijke maatregel van berisping door accountantskamer. College oordeelt dat geen strijd is met geheimhoudingsplicht en bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WIA-uitkering van 80-100% per 1 maart 2017, wegens onvoldoende motivering door Uwv.

Het hof oordeelt dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer bij de gemeente Groningen terecht is ontbonden op g-grond wegens verstoorde verhoudingen, maar dat de gemeente een passende regeling moet treffen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv over de WIA-uitkering van appellante, na deskundigenrapport. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 3.766,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die recht heeft op een WAO-uitkering van 35-45%.

Hoger beroep over beëindiging Ziektewet-uitkering na hartinfarct. Uwv oordeelt dat appellant meer dan 65% kan verdienen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-aanvraag van appellant terecht heeft afgewezen en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot € 3.348,-.

Appellant verzocht om nabetaling van zijn WAO-uitkering over een periode van meer dan vijf jaar. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak dat er geen bijzondere omstandigheden waren voor nabetaling, en dat de vijfjaarstermijn van toepassing was.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang over recht op ziekengeld na beëindiging WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant na zorgvuldige medische beoordeling. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing schadevergoeding door UWV wegens niet tijdig beslissen op WIA-aanvraag. Raad bevestigt uitspraak rechtbank.

Centrale Raad bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; psychische klachten niet voortkomend uit dezelfde ziekteoorzaak als knieklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op ZW-uitkering, omdat haar medische situatie niet is verslechterd.

Hoger beroep over WIA-uitkeringen; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellante recht heeft op WGA-uitkering, maar niet op IVA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt wordt geacht voor haar eigen arbeid. Het hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op WGA-loonaanvullingsuitkering per 1 december 2020, en vernietigt het eerdere besluit van het Uwv dat deze ingangsdatum op 1 februari 2021 stelde.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en het vertrouwensbeginsel in de Wet WIA. Appellant krijgt WGA-vervolguitkering naar 80-100% arbeidsongeschiktheid voor bepaalde periode. Uwv's vaststelling van 37,68% arbeidsongeschiktheid wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant door het Uwv, oordelend dat appellant niet doorlopend arbeidsongeschikt is geweest en in staat is tot licht werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over beëindiging ziekengeld en geschiktheid functies na psychische klachten. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en beëindiging ZW-uitkering; functies zijn medisch geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt over arbeidsvermogen en is niet als jonggehandicapte aan te merken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na zorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt WIA-besluit van Uwv wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en onvoldoende motivering, na overlijden van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv niet aannemelijk maakt dat appellant met autistische stoornis in de toekomst arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Wajong-uitkering toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordelend dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep over WIA- en ZW-uitkering van appellante met klachten van migraine en hoofdpijn. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld en dat appellante geschikt is voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling; appellante's beperkingen niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek naar de beperkingen van appellant zorgvuldig was en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de medische grondslag van het bestreden besluit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens termijnoverschrijding. Schadevergoeding van € 250,- toegekend aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 41,84% en oordeelt dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat de functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld. De belastbaarheid is correct vastgesteld en de functies zijn medisch geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant wegens geschiktheid voor functies ondanks schouderklachten.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant en het recht op een IVA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de beëindiging van de WIA-uitkering van de appellant, omdat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op een IVA-uitkering, omdat er op 23 januari 2021 geen sprake was van duurzame arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep van [appellante] tegen eervol ontslag door Beheerraad niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Beëindigingsvergoeding niet te laag geacht.

Betrokkene verzoekt om herziening van eerdere uitspraken en schadevergoeding, maar het Hof wijst deze verzoeken af wegens gebrek aan nieuwe omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag export Wajong-uitkering naar Duitsland; geen objectieve medische onderbouwing voor zwaarwegende redenen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na bedrijfsongeval. Onderzoek Uwv was zorgvuldig, en verzoek om deskundige werd afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat functies passend zijn voor appellante. Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor zijn arbeid. Verzoek om onafhankelijk deskundige afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen causaal verband tussen klachten vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen. Medisch onderzoek en FML zijn zorgvuldig vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, geen reden voor deskundige benoeming.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten van de appellant tot € 4.136,85 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op Wajong-uitkering.

Hoger beroep over de afwijzing van een Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep van appellante over afwijzing Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en appellante arbeidsvermogen heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering. Medische beoordeling en geselecteerde functies zijn adequaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; medische beoordeling van psychische klachten door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat de functies medisch geschikt zijn en dat er geen schending van procesrechten is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellante en de urenbeperking van 30 uur per week.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom beperkingen van psychiater Mutsaers niet gevolgd moeten worden. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen WIA-besluit ongegrond. Geschiktheid voor arbeid vastgesteld op basis van FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening van besluiten inzake arbeidsongeschiktheid en uitkering WIA, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de zorgvuldigheid van medisch onderzoek en arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA, en draagt het Uwv op een gebrek in de arbeidskundige beoordeling te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering van appellante op basis van deskundigenrapport en herbeoordeling arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 55,59% in het kader van de Wet WIA, na zorgvuldige beoordeling van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van betrokkene tot € 1.674,- na intrekking hoger beroep.

Hoger beroep over voortzetting WGA-vervolguitkering van appellant. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat deskundige zorgvuldig heeft gewerkt en dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen nieuw gebleken feiten zijn die herziening van het WIA-besluit rechtvaardigen.

Hoger beroep over WIA-uitkering en controleerbaarheid van het CBBS. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst beroepsgronden af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen Uwv; integrale kostenvergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongewijzigde voortzetting van de ZW-uitkering van ex-werkneemster; medisch onderzoek zorgvuldig, geen twijfel aan belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na eerstejaars ZW-beoordeling. Geen nieuwe medische informatie ingediend die de ernst van klachten onderbouwt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, op 1 februari 2023.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat Uwv voldoende onderzoek heeft gedaan en dat geen medische noodzaak voor urenbeperking bestaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en medische beoordeling. Beroep tegen niet tijdig beslissen op WW-aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Proceskosten deels toegewezen.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten of omstandigheden, geen medische beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid; appellant had geen recht op ziekengeld na samenvoeging ziekteperioden.

Hoger beroep van appellante tegen beëindiging WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen recht op uitkering door juiste inschatting van arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond, omdat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is bij het indienen van bezwaar tegen het Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over WIA-uitkering wegens onzorgvuldige voorbereiding en geeft opdracht tot herstel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op loongerelateerde WGA-uitkering tot 11 oktober 2019, maar niet op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen en dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig is uitgevoerd en dat appellante niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering. Proceskostenvergoeding van € 3.415,50 aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering. Appellante niet benadeeld door ontbreken hoorzitting. Medisch onderzoek was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA- en ZW-uitkering aan appellant wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het medisch onderzoek niet zorgvuldig heeft uitgevoerd en draagt hen op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld per 23 augustus 2020. Zorgvuldigheidsgebrek is hersteld. Proceskostenveroordeling van € 3.036,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, ondanks deskundigenrapport. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt, functies medisch geschikt.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen en beëindigt de ZW-uitkering, o.a. wegens onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening Wajong-besluit; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering na herbeoordeling; voldoende zorgvuldig medisch onderzoek en geen twijfel aan Uwv-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en geen reden is om te twijfelen aan de medische conclusies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; bewijslast bij laattijdige aanvragen ligt bij aanvrager.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en juiste FML toegepast.

Hoger beroep tegen Uwv over arbeidsongeschiktheid en Ziektewet; motiveringsgebrek niet hersteld; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 63,31% na zorgvuldige beoordeling van medisch onderzoek en FML.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak over proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak, Uwv veroordeeld tot €4.520,91.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WIA-beoordeling van appellant onvoldoende gemotiveerd is en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de WIA-uitkering aan appellante standhoudt na herstel van gebreken in de medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-uitkering export naar Polen; geen toepassing hardheidsclausule.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag wegens gebrek aan medische gegevens. Appellant kan belastbaarheid op 18e niet aantonen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; appellant heeft doel bereikt met gewijzigde beslissing Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht ziekengeld en WGA-uitkering op eigenrisicodrager verhaalt, ondanks eerdere toezeggingen. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat Uwv voldoende medische grondslag had voor de beslissing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de geschiktheid van functies voldoende heeft gemotiveerd en dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing WIA-aanvraag. Geen schending van equality of arms. Geschiktheid van functies bevestigd. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld per 11 mei 2020, oordeelt dat medisch onderzoek niet zorgvuldig was, maar gebrek hersteld in hoger beroep. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker inzake Wajong-uitkering en beslaglegging. Verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet voldoen aan wachttijd van 104 weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen bijzonder geval aanwezig is voor vervroeging Wajong-uitkering. Appellante was bekend met haar klachten en had eerder een aanvraag kunnen indienen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft aangetoond dat appellant arbeidsvermogen heeft. Hoger beroep gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd en Uwv opgedragen opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op 26 november 2019 geschikt was voor haar arbeid als schoonmaakster, ondanks psychische klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering, maar oordeelt dat rechtbank procedureel onjuist handelde. Uwv veroordeeld tot vergoeding proceskosten en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen.

De intrekking van de WAO-uitkering van appellante is onterecht per 3 februari 2008, maar de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering is terecht. De Raad heeft het Uwv opgedragen opnieuw te beslissen op de bezwaren.

Hoger beroep over arbeidsgeschiktheid en ziekengeld. Appellant betwistte de beëindiging van zijn ZW-uitkering, maar de Centrale Raad bevestigde de eerdere uitspraak dat hij arbeidsgeschikt was voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant over arbeidsvermogen beschikt en geen recht heeft op Wajong-uitkering.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv voldoende medische grondslag heeft voor afwijzing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging voorschot en weigering WIA-uitkering wegens onvoldoende medewerking aan onderzoek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over ZW-uitkering; Uwv moet reiskosten en wettelijke rente vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op een eerdere ingangsdatum van de WAO-uitkering. Er is geen sprake van een bijzonder geval.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet WIA terecht op minder dan 35% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding en proceskosten in WIA-zaak, waarbij de redelijke termijn is overschreden en vergoedingen zijn toegewezen aan de appellant.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om veroordeling in proceskosten af na intrekking hoger beroep Wajong-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor routinematige functies na ziekte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv nalatig was in het opvragen van informatie, waardoor de terugvordering van WIA-uitkering in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. WIA-uitkering wordt vastgesteld op het niveau van verstrekte voorschotten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de beëindiging van de ZW-uitkering per 4 januari 2019 in stand blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de WIA-uitkering, zonder nieuwe medische gegevens die tot een ander oordeel leiden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de WGA-uitkering wegens onvoldoende zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en arbeidsdeskundig oordeel.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat de terugvordering van WAO-uitkering is verjaard, omdat het Uwv niet aan zijn bewijslast voldeed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante in medisch opzicht geschikt is voor de aan de schatting ten grondslag liggende functies en dat de WGA-uitkering terecht is beëindigd.

Hoger beroep over Wajong-uitkering; Raad oordeelt dat Uwv onvoldoende rekening hield met beperkingen door ASS. Nieuwe beoordeling vereist met urenbeperking van 20 uur per week.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv appellant moet vergoeden voor overschrijding van de redelijke termijn en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de belastbaarheid van appellant correct is vastgesteld. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op arbeidsongeschiktheid in en door de dienst vanwege buitensporige werkomstandigheden, en vernietigt eerdere besluiten van het dagelijks bestuur.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ontheffing en overplaatsing van appellant binnen DUO; hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep van appellant tegen besluiten van de staatssecretaris van Defensie over toelage en terugkeer uit uitzending. De Raad oordeelt dat een e-mailbericht als besluit moet worden aangemerkt en vernietigt de uitspraak van de rechtbank in dat opzicht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslag van verpleegkundige wegens gebrek aan verbeterkans en herroept het ontslag, dienstverband eindigt op 28 januari 2020.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-dagloon en toekent schadevergoeding van € 1.000,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding voor immateriële schade en buitengerechtelijke kosten na onrechtmatig besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt was op 11 januari 2020 en kent hem een IVA-uitkering toe.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WGA-uitkering heeft beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante na een verkeersongeval.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing WIA-uitkering door Uwv wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en geeft opdracht tot herstel.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld, maar dat de beëindiging van de WGA-uitkering per 1 september 2019 onvoldoende is onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 42,16% en kent schadevergoeding van € 1.500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond inzake loondoorbetalingsverplichting en re-integratie na ziekte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen urenbeperking nodig, appellant geschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afwijzing van een WIA-uitkering en draagt hen op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 31 januari 2019 geschikt was voor werk als werkvoorbereider en geen recht had op ziekengeld. Proceskosten van € 2.277,- worden toegewezen aan appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft vastgesteld op minder dan 35%, waardoor geen recht op WIA-uitkering bestaat.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld, maar het besluit is niet deugdelijk gemotiveerd. Het Uwv moet gebreken herstellen en de cognitieve beperkingen van appellante opnieuw beoordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. omdat de verzekeringsgeneeskundige onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering terecht is geweigerd; geen progressief ziektebeeld, maar stabiel met behandelmogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WAO-uitkering van appellant en de berekeningen van maatmanomvang en maatmaninkomen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom nieuwe informatie van psychiater Mutsaers geen aanleiding geeft tot herziening van eerdere besluiten over arbeidsongeschiktheid. Uwv moet binnen acht weken het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante inzake Wajong-uitkering niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de juiste vaststelling van de WIA-uitkering door het Uwv, waarbij de keuze van appellante om een deel van de eindejaarsuitkering in te zetten voor reiskostenvergoeding leidde tot een lager uitbetaald bedrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de afwijzing van de WIA-aanvraag van appellante, waarbij de onafhankelijkheid van psychiater Cohen en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek worden onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij medisch geschikt is voor werk en geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkeringen na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv. Appellant's verzoek om onafhankelijke deskundige afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante met reumatoïde artritis over arbeidsvermogen beschikt en niet als jonggehandicapte kan worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op 58,16% heeft vastgesteld, zonder aanleiding voor een deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt is voor haar eigen werk als orderpicker en dat het Uwv haar Ziektewet-uitkering terecht heeft beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 3 maart 2018, oordelend dat de medische beoordeling van het Uwv juist was en dat er geen aanleiding was voor een onafhankelijke deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de beperkingen van appellant niet zijn toegenomen sinds 2014, en dat de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling op feitelijke arbeid kan worden gebaseerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeld appellant na zorgvuldige medische beoordeling door Uwv. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over toekenning Wajong-uitkering met terugwerkende kracht van 12 jaar en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van [appellante] tegen haar ontslag door de Beheerraad wegens verstoorde verhoudingen. Het Hof bevestigt het ontslag en oordeelt dat de Beheerraad op goede gronden heeft gehandeld. Hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene ongeschikt was voor zijn werk als lasser op basis van medische rapporten en medicatie, en bekrachtigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van het Uwv om herziening van Wajong-uitkering, geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op ziekengeld omdat tijdelijke urenuitbreiding niet leidt tot een tweede dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op de in geding zijnde datum niet beschikte over arbeidsvermogen, maar dat deze situatie niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de beëindiging van de WGA-vervolguitkering van appellante, na zorgvuldige beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen wettelijke grondslag was voor het opleggen van een maatregel tot weigering van ziekengeld aan betrokkene vóór 1 januari 2018.

Het hof oordeelt dat de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] met SWO terecht is ontbonden, maar dat SWO een passende regeling moet treffen, inclusief aanvullende en na-wettelijke uitkeringen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het ziekengeld van de werkneemster terecht is voortgezet, omdat zij door een urenbeperking niet meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.618,- en griffierecht van € 839,- vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht het ziekengeld van appellante heeft beëindigd, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat appellante geschikt was voor haar werk als schoonmaakster en dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld voor appellante in het kader van de Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die onvoldoende onderbouwde dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en geen loonsanctie hoeft op te leggen in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over beëindiging ziekengeld met terugwerkende kracht, oordeelt dat dit in strijd is met rechtszekerheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Maastricht over de medische geschiktheid van appellant voor arbeid na ziekmelding. Hoger beroep niet geslaagd, geen nieuwe gronden ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de medische beoordeling van appellant door het Uwv zorgvuldig was en dat zijn belastbaarheid correct is ingeschat. Hoger beroep verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van ziekengeld voor appellante op basis van deskundigenrapporten en oordeelt dat de rechtbank terecht geen aanleiding zag om meer beperkingen aan te nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep tegen afwijzing Wajong-uitkering ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld, en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat appellant medisch geschikt was voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant duurzaam geen arbeidsvermogen heeft en kent hem een Wajong-uitkering toe met terugwerkende kracht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op een IVA-uitkering, en vernietigt het besluit van het Uwv. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing laattijdige Wajong-aanvraag wegens gebrek aan medische gegevens over de situatie van appellant op zeventien- of achttienjarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel dat appellante niet meer dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toename van medische beperkingen is en dat het hoger beroep inzake WIA-uitkering niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de functie van Receptionist niet passend is voor de werkneemster en dat het combineren van functies niet mogelijk is. Uwv moet het besluit herstellen en nader onderzoek doen.

Verzoek om voorlopige voorziening in Wajong-uitkering afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is bevonden na zorgvuldig onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet in overwegende mate verwijtbaar is voor benadelingshandeling bij beëindiging dienstverband; uitkering wordt gekort met 15% voor vier maanden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op de datum in geding arbeidsvermogen had, ondanks haar psychische problematiek. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en verklaart het beroep van betrokkene tegen de afwijzing van de Wajong-uitkering ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de Wajong-uitkering op een ontoereikende grondslag berust en draagt het Uwv op dit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, o.a. vanwege onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldige besluitvorming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 9 maart 2018, oordeelt dat het Uwv bevoegd was tot herbeoordeling en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering, maar vernietigt uitspraak rechtbank voor wat betreft proceskostenvergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer recht heeft op IVA-uitkering in plaats van WGA-uitkering, wegens duurzaam arbeidsongeschiktheid. Uwv onvoldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Behandelmogelijkheden zijn aanwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn voor de late aanvraag van een Wajong-uitkering door appellant, die al in 2011 inzicht had in zijn arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onterecht betaalde Wajong-uitkering van € 14.546,06. Appellante kon redelijkerwijs weten dat zij te veel ontving. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uwv, waarbij geen vooringenomenheid werd aangetoond en de geselecteerde functies geschikt werden bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; geen twijfel aan medische geschiktheid voor arbeid.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid van appellante na zwangerschap; Raad oordeelt dat arbeidsongeschiktheid mede veroorzaakt is door zwangerschap en herroept Uwv-besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant niet arbeidsongeschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv schadevergoeding moet betalen voor kosten juridische begeleiding bij loonsanctie. Schade van € 2.074,50 toegewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellante, omdat zij op de beoordelingsdatum minder dan 25% arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over Wajong-uitkering; eerdere afwijzing blijft staan. Hoger beroep Uwv ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking Wajong-uitkering en terugvordering na intrekking verblijfsvergunning. Appellant had moeten begrijpen dat hij geen recht meer had op uitkering vanaf 17 december 2015.

Hoger beroep over verlaging Wajong-uitkering van 75% naar 70% wegens arbeidsvermogen. Appellante betwist de beoordeling van het Uwv, maar de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant duurzaam arbeidsongeschikt is en kent hem een Wajong-uitkering toe met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt urenbeperking voor WIA-uitkering op zeven uur per dag, drie dagen per week, met een rustdag tussen werkdagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de Wajong-uitkering van appellant naar 70% van het minimumloon, oordeelt dat de SMBA-methode rechtens aanvaardbaar is en dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering en de vastgestelde arbeidsongeschiktheidsdatum op 31 maart 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv, geen nieuwe feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 27 november 2017, omdat hij geen nieuwe wachttijd van 104 weken heeft doorlopen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Wajong 2010 van toepassing is en dat het Uwv voldoende onderzoek heeft gedaan naar de arbeidsongeschiktheid van de appellant. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de Wajong-uitkering van appellante naar 70% van het minimumloon, o.b.v. voldoende bewijs van arbeidsvermogen en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordeelt dat de belastbaarheid correct is vastgesteld en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging Wajong-uitkering van appellante naar 70% van het minimumloon, oordeelt dat appellante arbeidsvermogen heeft en dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

Appellant verliest hoger beroep tegen beëindiging Ziektewetuitkering; geen nieuwe feiten aangetoond. Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante arbeidsvermogen heeft en dat de Wajong-uitkering terecht is verlaagd. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering Wajong-uitkering door Uwv. Appellant had onterecht ontvangen uitkering door werkzaamheden. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geen recht op ZW-uitkering bestaat bij tijdelijke urenuitbreiding tijdens ziekte. Schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake Wajong-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering terecht verlaagd is naar 70% van het minimumloon. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering verhoging WIA-uitkering; betrokkene voldoet niet aan hulpbehoevendheidcriteria.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging Wajong-uitkering van appellant van 75% naar 70% van het minimumloon, oordeelt dat appellant arbeidsvermogen heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant arbeidsvermogen heeft en dat zijn Wajong-uitkering terecht is verlaagd naar 70% van het minimumloon, na zorgvuldig onderzoek door verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de FML van appellante niet de juiste beperkingen weergeeft en draagt het Uwv op dit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA loonaanvullingsuitkering; geen onderschatting van beperkingen appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die niet in staat werd geacht om haar werk te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. arbeidsongeschiktheid van 32,44%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat medische beoordeling en geselecteerde functies adequaat zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellante en de beëindiging van haar WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant geen recht meer had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; geen beperkingen vastgesteld op 18e jaar en tijdens studie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant heeft arbeidsvermogen en is niet als jonggehandicapte aan te merken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen objectieve medische gronden voor arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld en de wachttijd voor de WIA niet heeft doorlopen, na zorgvuldige beoordeling van medische gegevens.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de vastgestelde belastbaarheid juist is.

Appellant's verzoek om terug te komen van een eerder besluit tot weigering van Wajong-uitkering is afgewezen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen redelijke waarschijnlijkheid is dat de eerdere uitspraak niet in stand zal blijven.

Hoger beroep over Werkplan Wajong; geen verplichtingen voor appellante; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; geen recht op uitkering met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant heeft geen duurzaam arbeidsvermogen. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant met zijn beperkingen geschikt is voor de geselecteerde functies en dat zijn ZW-uitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante op medische gronden geen arbeidsvermogen had en herstelt haar Wajong-uitkering naar 75% per 1 januari 2018.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante heeft geen duurzaam arbeidsvermogen, ondanks behandelmogelijkheden voor klachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Wajong-uitkering, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is. Eerdere afwijzing door Uwv wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van beroep tegen Uwv-besluit inzake WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant met epileptische aanvallen; functies zijn medisch geschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. op basis van zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant voldoet niet aan voorwaarden. Bewijslast ligt bij appellant door laattijdige aanvraag. Medische beoordeling Uwv wordt onderschreven.

Hoger beroep over WIA-uitkering; deskundigenrapporten bevestigen arbeidsongeschiktheid. Uwv in proceskosten veroordeeld.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Uwv heeft aanvraag terecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; functies zijn geschikt voor appellant en geen strijd met reformatio in peius.

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om terug te komen van WAO-besluit. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over haar Ziektewet- en WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Appellante was geschikt voor andere functies, ondanks klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 58,25% en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat het Uwv terecht oordeelde dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; appellante is geschikt voor geselecteerde functies ondanks taalproblemen en hooikoorts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag van appellant, geboren in 1976, op basis van AAW. Geen onderbouwing voor meer beperkingen op zeventien- en achttienjarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; medische beoordeling door Uwv is juist en volledig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering wegens geen toegenomen beperkingen na 11 november 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; verzoeker was op 30 juli 2017 niet verzekerd. Hoger beroep afgewezen en verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoeker geen financieel spoedeisend belang heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Minister veroordeeld tot vergoeding van € 1.000,- en proceskosten van € 2.100,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens te late indiening zonder verschoonbare termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg wegens psychiatrische problematiek. Appellant heeft geen recht op Wlz-zorg. Schadevergoeding en proceskosten niet toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag bovenwettelijke uitkering Zavo wegens te late indiening. Appellant toonde niet aan dat hij redelijkerwijs niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening beroepsgronden en niet tijdige betaling griffierecht.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Den Haag in de proceskosten van appellante tot € 1.050,- na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op toegang tot de Wlz, omdat niet kan worden vastgesteld dat zij een verstandelijke handicap heeft die recht geeft op zorg.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een pgb aan appellante op basis van de Wsnp, waarbij het zorgkantoor geen beoordelingsvrijheid had.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op vier uur hulp bij het huishouden per week, in plaats van drie uur, en veroordeelt het college tot schadevergoeding.

Hoger beroep afgewezen; geen geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel inzake vergoeding voor aangepaste bestelauto.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt college in proceskosten van appellante tot € 3.150,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Den Haag in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.575,- na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank die zelf in de zaak voorzag; college moet gebreken in besluit herstellen en onderzoek naar jeugdhulp herhalen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellant heeft geen gronden ingediend na herhaaldelijke verzoeken.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot betaling van € 2.100,- aan appellante in proceskosten na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een tegemoetkoming van € 2.950,- voor verhuis- en inrichtingskosten, na vernietiging van eerdere besluiten van het college.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van besluiten en terugvordering van onterecht genoten pgb. Appellanten hebben niet aannemelijk gemaakt dat hun verklaringen onjuist zijn. De hoger beroepen slagen niet.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar van appellant tegen CAK; CAK moet griffierecht vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK geen incassokosten hoeft te betalen, omdat het bedrag van € 305,06 op tijd is terugbetaald aan appellant.

Hoger beroep over aanspraak op huishoudelijke hulp na 31 december 2014. Appellante kon niet op de brief van het college vertrouwen dat haar hulp ongewijzigd zou voortgezet worden. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat zorgkantoor wettelijke grondslag heeft voor waarnemingen en controle van pgb's. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de intrekking van een pgb voor de jaren 2011-2013 en de vaststelling voor 2014. Voor 2011-2013 slaagt het hoger beroep, maar voor 2014 niet. Schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van CAK voor niet afsluiten zorgverzekering. Appellante had niet tijdig voldaan aan de aanmaning. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over afwijzing maatwerkvoorziening Wmo 2015; college voldeed aan onderzoeksplicht, appellant niet aan medewerkingsverplichting.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat gronden van appellant tegen bestuursrechtelijke premie niet beoordeeld kunnen worden. CAK veroordeeld tot schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg passend is voor appellant, en wijst het hoger beroep af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK mag uitgaan van door zorgaanbieder verstrekte gegevens, tenzij er een kennelijke fout is. Appellanten hebben onvoldoende bewijs geleverd voor hun betwisting.

Hoger beroep over toekenning van elektrische deuropeners aan appellante met MS. Centrale Raad oordeelt dat college onterecht bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde en kent appellante vergoeding toe van € 4.261,62.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Delft en kent een tegemoetkoming van € 500,- per maand toe aan appellante voor extra zorgkosten.

Hoger beroep over de afwijzing van zorg op basis van de Wlz wegens gebrek aan verstandelijke handicap. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de hoogte van de bijdrage voor beschermd wonen en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op dubbele kinderbijslag voor haar zoon, omdat hij niet voldoet aan de criteria voor intensieve zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag zorg Wlz; appellante kan zelf hulp inroepen, geen blijvende behoefte aan 24-uurs zorg.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een gesloten buitenwagen, oordelend dat de OV-taxi en het persoonsgebonden budget voldoende zijn voor de vervoersbehoefte van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart; medische adviezen tonen aan dat appellante niet voldoet aan de criteria.

Hoger beroep van een ambtenaar tegen schorsing en ontslag wegens plichtsverzuim in financieel beheer. Beheerraad verplichtte tot schadevergoeding. Hof bevestigt schorsing en ontslag, maar vernietigt deel van schadevergoeding.

Hoger beroep slaagt niet; onderzoek CIZ is zorgvuldig. Appellante kan hulp inschakelen ondanks geheugenproblemen. Geen medische onderbouwing voor onjuiste inschatting door medisch adviseurs.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-behandeling na zorgvuldig medisch onderzoek. Verzoek om schadevergoeding afgewezen, maar griffierecht vergoed.

Hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland tegen de rechtbank Rotterdam. De Raad bevestigt dat het college niet voldoende onderbouwd heeft waarom betrokkene specialistische begeleiding nodig heeft en kent een maatwerkvoorziening toe.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van pgb door VGZ Zorgkantoor B.V. van appellanten, omdat de zorg niet rechtmatig is verleend door zorgverlener [X], die in Zwitserland woonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van pgb wegens gebrek aan verantwoording door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten niet hebben aangetoond hoe pgb's zijn besteed aan AWBZ-zorg, waardoor terugvordering door zorgkantoor gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herstelt maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning tot 4,5 uur per week.

Centrale Raad van Beroep vernietigt wijziging van pgb-besluiten door zorgkantoor; geen wettelijke grondslag voor wijziging vastgesteld pgb.

Hoger beroep over maatwerkvoorzieningen voor huishoudelijke ondersteuning en pgb. Raad vernietigt eerdere besluiten van het college wegens onvoldoende motivering en gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag bruikleenauto; individueel rolstoeltaxivervoer met twee begeleiders is adequate maatwerkvoorziening.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van zorgaanvraag op grond van Wlz; medische adviezen tonen aan dat geen noodzaak voor intensieve zorg bestaat.

Hoger beroep over de weigering van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning; de Centrale Raad bevestigt dat appellant niet in staat is om de taken van een pgb op verantwoorde wijze uit te voeren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van de Svb van de aanvraag voor TOG en dubbele kinderbijslag, oordelend dat er geen bijzonder geval is en het beleid consistent is toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; geen bewijs voor verstandelijke handicap, psychiatrische grondslag leidt niet tot recht op zorg.

Hoger beroep over de afwijzing van een maatwerkvoorziening voor boodschappen door het college van Rotterdam. De Raad bevestigt dat een boodschappendienst als algemeen gebruikelijke dienst kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wlz-zorg; appellant kan geen grondslag verstandelijke handicap aantonen.

Centrale Raad van Beroep herroept afwijzing aanvraag elektrische rolstoel en verstrekt maatwerkvoorziening, maar handhaaft afwijzing rolstoelbus.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verhuiskostenvergoeding; geen belangenverstrengeling of onheuse bejegening door rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de intrekking van een indicatiebesluit door het CIZ, waarbij onvoldoende bewijs werd geleverd dat betrokkene niet langer op zorg was aangewezen.

CIZ heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland die oordeelde dat onvoldoende was onderzocht of betrokkene met AGS en psychiatrische aandoeningen recht had op Wlz-zorg. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen afwijzing Wlz-zorg ongegrond; CIZ heeft voldoende onderzoek gedaan naar zorgbehoefte betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van een aanvraag om tegemoetkoming zorgkosten op grond van het Flankerend beleid, oordelend dat de keuze om bepaalde groepen uit te sluiten een politiek-bestuurlijke afweging is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 en herroept het besluit van het college, appellante komt in aanmerking voor hulp bij het huishouden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op indicatie voor zorgprofiel VG Wonen met intensieve begeleiding en verzorging voor de periode van 23 oktober 2015 tot 30 november 2018. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Draaginsigne Gewonden aan appellant na voedselvergiftiging in Afghanistan; appellant voldoet niet aan criteria.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Limburg over procesbelang en ondeugdelijke motivering van tijdelijke werkzaamheden en ontslag van ambtenaar.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over herziening aanvullende uitkering en stelt ingangsdatum vast op 1 juli 2019, bedrag op € 794,34 per maand.

Hoger beroep van een rolstoelafhankelijke appellante over de afwijzing van haar aanvraag voor woningaanpassingen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de woning niet geschikt was en dat er geen andere woningen beschikbaar waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van financiële tegemoetkoming op grond van Wmo 2015, omdat inkomen appellanten boven de bijstandsnorm ligt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt het ontslag van een politieambtenaar wegens plichtsverzuim, specifiek het raadplegen van politiesystemen voor privédoeleinden, als niet onevenredig.

Hoger beroep over functiewaardering en indeling in de normfunctie Medewerker bedrijfsvoering III. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de indeling op voldoende gronden berust.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het ontslag van een ambtenaar wegens onbekwaamheid, oordeelt dat de staatssecretaris niet aannemelijk heeft gemaakt dat er ongeschiktheid was en herroept het ontslagbesluit.

Hoger beroep van een politieambtenaar tegen negatieve functioneringsbeoordeling en ontslag. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn voor onbevooroordeeldheid beoordelaars.

Appellant verliest beroep tegen afwijzing uitkeringen Wubo; ingangsdatum vastgesteld op 1 maart 2018. Geen blijvende invaliditeit vastgesteld voor eerdere werkbeëindigingen.

Appellant verzocht om toekenningen op grond van de Wubo, maar zijn verzoek werd afgewezen omdat geen blijvende invaliditeit was vastgesteld. De Raad verklaarde het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet eerder dan 25 augustus 2016 recht had op bevordering tot adjudant-onderofficier, omdat hij pas op die datum de functie vervulde.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om vergoeding van verzorgingshuis- en verhuis kosten af, omdat geen medische noodzaak is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank Amsterdam over samenhangende zaken Wmo 2015 en veroordeelt college in proceskosten.

Hoger beroep over de vraag of de rechtbank drie zaken terecht als samenhangend heeft aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt het college in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb geen vertrouwen heeft gewekt bij appellant voor extra kinderbijslag, gezien de inkomensvoorwaarden. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de aanvraag dubbele kinderbijslag, waarbij de oude wetgeving niet van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging pgb voor appellant wegens onveiligheid en ondoelmatigheid van zorgverlening. Appellant kan nieuwe melding doen voor zorg in natura en pgb.

De rechtbank heeft de bestuurlijke boete van € 4.000,- wegens overtreding van de Wet minimumloon gematigd tot € 1.500,- en het bestreden besluit vernietigd.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van Egyptische Grillbar VOF gegrond en vernietigt de intrekking van de exploitatievergunningen. Beroep van Steakhouse VOF is niet-ontvankelijk.

De rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van de eiser ongegrond, omdat het bestreden besluit bevoegd was genomen, ondanks dat het primaire besluit onbevoegd was.

De rechtbank vernietigt de intrekking van de vergunning voor het vissen met staande netten, oordelend dat onvoldoende bewijs is voor illegale bevissing in de relevante periode.

Rechtbank Noord-Holland wijst beroep af tegen afwijzing horeca exploitatievergunning en drank- en horecavergunning op basis van Bibob-advies over zakelijk samenwerkingsverband.

De rechtbank oordeelt dat de eigenrisicodrager verantwoordelijk is voor het monitoren van het herstelgedrag van de (ex-)werknemer en dat het UWV hierin geen rol speelt. Het beroep van de eiseres is ongegrond verklaard.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep van Stichting Duinbes tegen Natura 2000-beheerplan 'Schoorlse Duinen' ongegrond, met uitzondering van onbevoegdheid inzake kap westelijke bossen.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep ongegrond; extra kinderbijslag afgewezen wegens te hoog inkomen minstverdienende partner.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is bij de bouw van logies voor arbeidsmigranten.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat ontslag van ambtenaar wegens ongeschiktheid onrechtmatig was, maar handhaaft rechtsgevolgen van ontslag per 1 juli 2016. Verweerder moet schadevergoeding betalen.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt de afwijzing van het verzoek om toepassing van de remplaçantenregeling en kent eiser recht op ontheffing van werkzaamheden met terugwerkende kracht.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en kent eiser smartengeld toe van netto € 1.615,55 na een dienstongeval in 2015.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake de geweigerde evenementenvergunning voor 14 feesten in een strandpaviljoen in Bloemendaal.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van verzoekers ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het houden van evenementen zonder vergunning in strijd is met het bestemmingsplan.

Rechtbank vernietigt besluit van Schadeschap luchthaven Schiphol over schadevergoeding aan eiser wegens geluidsbelasting. Nieuwe beslissing vereist.

Beroep van de Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs tegen subsidiebesluit EP-Nuffic ongegrond verklaard; rechtbank oordeelt dat de toekenning van subsidie voldoende gemotiveerd is.

De rechtbank vernietigt de besluiten van het college over planschade en oordeelt dat de adviezen van deskundigen niet controleerbaar zijn. Nieuwe besluiten moeten worden genomen. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegekend aan eisers.

Eiser verzocht om tegemoetkoming in planschade door bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank oordeelde dat het college de advisering van Ten Have niet aan zijn besluitvorming mocht ten grondslag leggen, verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit.

De rechtbank vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders over planschade en draagt nieuw onderzoek op.

Eiseres verzocht om tegemoetkoming in planschade door bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank oordeelde dat het nieuwe plan voordeliger is en verklaarde het beroep ongegrond.

Eisers verzoeken om planschadevergoeding na afwijzing door gemeente. Rechtbank vernietigt besluit en oordeelt dat nieuwe taxatie nodig is. Schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt het besluit van het college over planschade en draagt nieuw besluit voor met nieuwe taxatie.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt besluit over planschade verzoek van eiser, oordeelt dat advies niet voldoende onderbouwd is.

De rechtbank vernietigt de besluiten van de gemeente over planschade en oordeelt dat de adviezen onvoldoende zijn onderbouwd. Verweerder moet nieuwe besluiten nemen en schadevergoeding betalen aan eisers.

Eisers verzoeken om planschadevergoeding na afwijzing door de gemeente. De rechtbank vernietigt het besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Eiseres verzocht om planschadevergoeding na wijziging bestemmingsplan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen directe planschade was, maar wel een schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Eisers verzoeken om tegemoetkoming in planschade door wijziging bestemmingsplan. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat de advisering van Ten Have niet aan de besluitvorming ten grondslag mocht worden gelegd.

Eiser verzocht om planschadevergoeding door bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank vernietigde de afwijzing van verweerder wegens onvoldoende onderbouwing en oordeelde dat contra-expertises niet waren meegenomen. Verweerder moet nieuw besluit nemen en eiser ontvangt € 2.000,- schadevergoeding.

Eisers verzoeken om tegemoetkoming in planschade door bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en draagt nieuw besluit voor met schadevergoeding van € 2.000,-.

Eisers verzoeken om planschadevergoeding na wijziging bestemmingsplan. De rechtbank vernietigt de besluiten van de gemeente en oordeelt dat nieuwe besluiten genomen moeten worden. Schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding redelijke termijn.

Eisers verzochten om planschadevergoeding na inwerkingtreding bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit I en oordeelde dat de advisering van Ten Have niet aan de besluitvorming ten grondslag mocht worden gelegd.

Eisers vroegen om planschadevergoeding na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank vernietigde het besluit van het college en droeg een nieuwe besluitvorming op, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in een zaak over planschade door bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt afwijzing verzoek planschade door gemeente Bergen; onvoldoende onderbouwing van taxatie. Eiser moet medewerking verlenen aan nieuwe taxatie.

Eisers verzoeken om planschadevergoeding door bestemmingsplan ‘Bergen, Dorpskern Zuid’. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eisers af.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorschotten in verband met planschade af, maar kent een schadevergoeding van € 1.000,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een herhaalde aanvraag om voorschotten voor planschade, omdat geen nieuwe feiten zijn aangevoerd.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van verweerder en draagt op binnen drie weken een nieuw besluit te nemen over de aanvraag voor onderwijshuisvesting voor de [naam academie].

De voorzieningenrechter heeft de melding van een uitweg door een derde belanghebbende niet als zodanig behandeld en het bestreden besluit gedeeltelijk vernietigd, omdat de uitweg niet aansluit op een openbare weg.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep en verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk in een zaak over handhaving van bestemmingsplan en gebruik van groenstrook.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de sluiting van de horecazaak door de burgemeester gerechtvaardigd is vanwege ernstige veiligheidsrisico's.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt de weigering van de omgevingsvergunning voor 56 appartementen in Alkmaar, oordeelt dat de gemeenteraad ten onrechte de verklaring van geen bedenkingen heeft geweigerd en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt over verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures. Verzoeken van verzoeker 4 tot en met 10 toegewezen, verzoeken van verzoeker 1, 2 en 3 afgewezen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt over boete Meststoffenwet wegens overschrijding gebruiksnormen. Boete verlaagd van € 35.230,50 naar € 33.468,98 na gegrondverklaring beroep.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de raad van de gemeente Zaanstad geen dringende redenen had om geen referendum te houden over het kredietbesluit. Het bestreden besluit wordt vernietigd en de raad moet binnen acht weken een nieuw besluit nemen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, ondanks vaststelling dat het bestuur van de Faunabeheereenheid niet voldeed aan de wettelijke eisen. Het gebrek is herstelbaar en het Faunabeheerplan zal waarschijnlijk worden bekrachtigd door een nieuw bestuur.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de lasten onder dwangsom opgelegd aan de eiser wegens overtredingen van milieuregels.

De rechtbank vernietigt de weigering van een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering, oordeelt dat de aanvraag niet leidt tot een andere inrichting en draagt het college op een nieuw besluit te nemen.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt de weigering van een omgevingsvergunning voor de bouw van winkelgebouwen, oordelend dat zowel detailhandel als tuincentrum is toegestaan volgens het bestemmingsplan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit tot ontheffing voor het doden van smienten in Noord-Holland geschorst, omdat de motivering onvoldoende was.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt over afwijzing sollicitatie en niet verlengen tijdelijke aanstelling bij IND. Eiser krijgt gelijk in sollicitatieprocedure, maar niet in aanstellingskwestie.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van Stichting Flora- en Faunabescherming Weesp ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen bewijs was voor overtredingen van de Wet natuurbescherming.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om handhaving tegen de gemeente Weesp afgewezen, omdat verzoekster niet kon aantonen dat er overtredingen van de Wet natuurbescherming zouden plaatsvinden.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk, omdat het UWV volledig tegemoet is gekomen aan zijn aanvraag voor een iPad Pro. Eiser heeft geen belang meer bij verdere beoordeling.

Rechtbank vernietigt besluiten tot overplaatsing en inhouding van bezoldiging van leerkracht wegens gebrek aan grondslag voor de besluiten.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eisers geen recht op bijstand hebben, omdat zij over voldoende middelen beschikten. Beroep gegrond verklaard, bestreden besluit vernietigd maar rechtsgevolgen in stand gelaten.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt omgevingsvergunning voor tijdelijke kiosken wegens gebrek aan belangenafweging en welstandstoets.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt omgevingsvergunning voor tijdelijke kiosken wegens gebrek aan belangenafweging en welstandsbeoordeling.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eiseres de toegekende uren voor schrijftolk mag gebruiken voor haar HBO-opleiding. Het UWV had eerder de vergoeding voor de opleiding afgewezen, maar erkende tijdens de procedure dat dit mogelijk is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en laat de rechtsgevolgen in stand.

Voorlopige voorziening toegewezen inzake pgb voor jeugdhulp; gebrekkige onderbouwing van tarieven door verweerder.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het ontslag van de verzoeker naar verwachting stand zal houden door vertrouwensbreuk en het achterhouden van informatie.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de vrees voor overlast door arbeidsmigranten niet zwaarder weegt dan het belang van huisvesting voor seizoenarbeiders.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekster zonder vergunning veranderingen heeft aangebracht aan een openbare weg, wat in strijd is met de Apv.

De rechtbank verklaart het verzet van [opposante] ongegrond en bevestigt de eerdere beslissing van de Orde van Advocaten tot schrapping van het tableau.

De rechtbank vernietigt de besluiten van het Schadeschap over schadevergoeding voor bewoners van Hoofddorp-Noord door hinder van grondgeluid van de Polderbaan en draagt het Schadeschap op nieuwe besluiten te nemen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het Schadeschap onvoldoende onderbouwde of er schadevergoeding voor grondgeluid van de Polderbaan moet worden toegekend. Beroep gegrond verklaard, schadevergoeding van € 500,00 toegekend voor overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat het Schadeschap opnieuw moet beslissen op aanvragen van eiseressen om aanvullende schadevergoeding, omdat eerdere besluiten onterecht waren ingetrokken.

Rechtbank vernietigt besluit Schadeschap over schadevergoeding voor hinder door grondgeluid van de Polderbaan en draagt nieuw onderzoek op.

De rechtbank vernietigt de besluiten van het Schadeschap over schadevergoeding voor hinder door grondgeluid van de Polderbaan, oordeelt dat onvoldoende is onderbouwd of er sprake is van waardevermindering van de woning, en veroordeelt het Schadeschap tot betaling van een dwangsom en schadevergoeding.

Eiseres verzocht om openbaarmaking van gegevens van LBP Sight. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de gegevens niet bij het bestuursorgaan berusten en er geen verplichting is om deze te vergaren.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het Schadeschap ten onrechte aanvullende schadevergoeding heeft geweigerd aan bewoners van Hoofddorp-Noord in verband met de Polderbaan. De rechtbank vernietigt de besluiten en draagt het Schadeschap op opnieuw te beslissen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het Schadeschap onvoldoende onderbouwde schadevergoeding voor hinder door grondgeluid van de Polderbaan. Beroep gegrond, besluiten vernietigd.

De rechtbank heeft de omgevingsvergunning voor een natuurpark en natuurbegraafplaats in Koedijk beoordeeld en de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten, ondanks gegronde beroepen van eisers.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de OV-schuld terecht is vastgesteld, ondanks de PDD-NOS van de eiser.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van eiseres ongegrond inzake studiefinanciering en prestatiebeurs, omdat zij slechts recht heeft op vier jaar prestatiebeurs.

Tussenuitspraak over aanvraag vergoeding iPad Pro voor leerling met motorische en cognitieve beperkingen; rechtbank oordeelt dat afwijzing niet deugdelijk is gemotiveerd.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek tot schorsing van de Bijzondere Trekking van de Staatsloterij niet-ontvankelijk, omdat verzoekers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep ongegrond inzake intrekking en terugvordering bijstandsuitkering wegens gezamenlijke huishouding en verzwijgen van vermogen.

Rechtbank Noord-Holland verklaart beroep ongegrond inzake terugvordering bijstandsuitkering wegens verzwegen gezamenlijke huishouding.

Tussenuitspraak over afwijzing bijstandsaanvraag; rechtbank oordeelt dat vermogenspositie eisers onduidelijk is en geeft verweerder gelegenheid tot herstel.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de Staatssecretaris terecht de hardheidsclausule niet toepaste, waardoor kosten van het Schadeschap Luchthaven Schiphol volledig doorbelast blijven aan de luchtvaartsector.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers niet-ontvankelijk omdat zij hun doel, het stilleggen van de werkzaamheden, niet meer konden verwezenlijken. Er was geen rechtens te honoreren belang bij de beoordeling van het beroep.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gedoogplicht voor aanleg ondergrondse hoogspanningsverbinding door TenneT rechtmatig is opgelegd. Eisers hebben onvoldoende bewijs geleverd voor hun claims.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente Haarlem onvoldoende heeft gemotiveerd dat eisers hun inlichtingenverplichting hebben geschonden en geeft de gemeente de kans om het besluit te herstellen.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt boete van € 20.500,00 wegens overtredingen van het Arbeidstijdenbesluit vervoer, oordeelt dat verweerder onvoldoende bewijs heeft geleverd voor toezicht tekortkomingen door eiseres.

De rechtbank verklaart het beroep van Aldi Zaandam B.V. en Aldi Vastgoed B.V. ongegrond, omdat de omgevingsvergunning voor de bouw van een Aldi supermarkt niet verleend kon worden zonder een bestaand hoofdgebouw.

Rechtbank Noord-Holland vernietigt het bestreden besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland inzake Wob-verzoek van Stichting RTV Noord-Holland en verklaart het beroep gegrond.

De voorzieningenrechter vernietigt het besluit van de gemeente Hoorn over de herindicatie van hulp bij het huishouden en kent eiseres voorlopig 240 minuten hulp per week toe.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt over een bestuurlijke boete en betalingsregeling. Eiser's beroep tegen het bestreden besluit II wordt ongegrond verklaard. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente onvoldoende inzicht heeft gegeven in de financiële haalbaarheid van een omgevingsvergunning voor een natuurpark en natuurbegraafplaats. De overige beroepsgronden van eisers worden verworpen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond tegen de omgevingsvergunning voor een natuurpark en natuurbegraafplaats, ondanks bezwaren van de eiser over waterverontreiniging en draagvlak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op nabetaling van bezoldiging zonder aftrek van genoten inkomsten en geen recht op wettelijke rente.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de omgevingsvergunning voor verbouwing en nieuwbouw. De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat fractieleden van de SP niet als subsidie-ontvangers kunnen worden aangemerkt voor terugvordering van subsidiebedragen, omdat de toekenningsbesluiten niet correct zijn bekendgemaakt.

Tussenuitspraak over openbaarmaking van documenten op basis van de Wob inzake het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer ’t Gooi. De rechtbank oordeelt dat de weigering tot openbaarmaking onvoldoende gemotiveerd is en geeft verweerder de kans om dit te herstellen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de kostendelersnorm rechtmatig is toegepast op de AIO-aanvulling van eiseres, ondanks haar zorgbehoefte en mantelzorgsituatie. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de woonlandfactor van 70% voor kinderbijslag aan een in Indonesië woonachtig kind rechtmatig is toegepast. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat verzoekster recht heeft op 7 uur huishoudelijke hulp per week, omdat 3 uur onvoldoende is voor een schoon en leefbaar huis. Het bestreden besluit wordt vernietigd.

Hoger beroep over recht op bovenwettelijke werkloosheidsuitkering en passende functie voor B3-medewerkers. Centrale Raad oordeelt dat eerdere beslissingen van de provincie niet-ontvankelijk zijn verklaard en wijst aanvragen af.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep ongegrond inzake beëindiging ziektewetuitkering na bezwaar van ex-werkgever. UWV hanteerde juiste maatstaf bij herbeoordeling arbeidsongeschiktheid.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij ontheffing voor het doden van damherten in de AWD en NPZK is verleend. De verkeersveiligheid en schade aan flora en fauna zijn doorslaggevend.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de intrekking van hun bijstandsuitkering en de terugvordering van € 25.254,44. De rechtbank oordeelt dat eisers de inlichtingenplicht hebben geschonden en verklaart het beroep tegen de intrekking ongegrond, maar het beroep tegen de afwijzing van de nieuwe aanvraag gegrond.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de opgelegde boete van € 5.880,- op basis van de Participatiewet niet terecht was. De rechtbank stelt de boete vast op € 490,- en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit 2 gegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, oordeelt dat de kostendelersnorm terecht is toegepast op de uitkering van eiser, die samen met zijn moeder woont.

De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker en zijn partner als gehuwden moeten worden aangemerkt, waardoor de bijstandsuitkering van verzoeker terecht is ingetrokken. Het beroep is ongegrond en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de kostendelersnorm correct is toegepast op de AIO-aanvulling van eiseres, die samenwoont met haar zoon. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door geen melding te maken van een hennepkwekerij, waardoor zijn recht op bijstand op goede gronden is opgeschort en ingetrokken.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden door gezamenlijke huishouding niet te melden, waardoor herziening van bijstandsrecht gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van ambtenaar wegens ongeschiktheid, ondanks geboden verbeterkansen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van herwaardering functie van appellant van salarisschaal 7 naar 8; beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.

Centrale Raad van Beroep herroept ontslagbesluit van minister wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Appellante was niet geschikt voor eigen werk, maar wel voor aangepast werk. Minister heeft onvoldoende gedaan voor re-integratie.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

Hoger beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim door ongewenst seksueel gedrag en privégebruik van de diensttelefoon. Ontslag wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om nieuwe berekening van salaris en pensioenpremies door de Minister van Infrastructuur en Milieu, omdat geen nieuwe feiten zijn aangevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de functiewaardering van de Algemeen medewerker facilitair bedrijf, waarbij de korpschef op goede gronden de functie op schaal 7 heeft gewaardeerd.

Hoger beroep van appellant tegen ontslag wegens verstoorde arbeidsverhouding. Ontslag bevestigd, geen recht op aanvullende vergoeding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslag van ambtenaar wegens onvoldoende bewijs van plichtsverzuim en verstoorde arbeidsverhouding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over beperking van kennisneming van een selectieverslag in hoger beroep. Privacy van kandidaten versus verdedigingsbeginsel van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van ambtenaar wegens verstoorde samenwerking en te late verzoek om kostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing aanvraag arrangement C voor medische herplaatsingskandidaten terecht was. De Minister heeft in redelijkheid de Tijdelijke regeling niet van toepassing geacht op deze groep.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het ontslag van de appellant wegens overtolligheid, omdat de minister niet zorgvuldig heeft gehandeld in het herplaatsingsonderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt stopzetting bezoldiging en ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim.

Hoger beroep over functiewijzigingen na reorganisatie binnen Defensie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de functie van appellant is gewijzigd en dat er geen gebreken zijn in het reorganisatieplan.

Hoger beroep over functiewijziging na reorganisatie binnen Defensie; Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de functie van appellant wezenlijk is veranderd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Minister van Defensie aansprakelijk is voor schade van een militair door PTSS na uitzending naar Libanon, wegens schending van de zorgplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak en wijst het verzoek om compensatieverlof en toelagen af, omdat er geen nieuwe feiten zijn voor een eerdere datum dan 16 april 2011.

Hoger beroep over compensatieverlof en toelagen voor onregelmatige dienst. Appellant heeft geen nieuwe feiten voor eerdere compensatie. Hoger beroep niet geslaagd, uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak en wijst het verzoek om compensatieverlof en toelagen af, omdat er geen nieuwe feiten zijn voor de periode vóór 1 juli 2010.

Hoger beroep over ontslag van ambtenaar wegens onjuiste inlichtingen bij indiensttreding. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en herroept ontslagbesluit.

Hoger beroep van een brugwachter tegen ontslag en afwijzing WW-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen bewijs voor wijziging ontslaggrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding na ontslag en onrechtmatige besluiten. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslagbesluit en afwijzing sollicitatie van appellant bij gemeente Veere wegens niet-naleving van interne herplaatsingsvoorschriften.

Hoger beroep over de afwijzing van uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen van een arbeidsongeschikte ambtenaar. De Raad oordeelt dat appellante geen mogelijkheid had om vakantiedagen op te nemen en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt strafontslag van opsporingsambtenaar wegens heimelijk filmen van kamergenoot, schending van privacy en integriteit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij afwijkende werkzaamheden verrichtte. De procedure voor de vaststelling van zijn uitgangspositie is correct nageleefd.

Hoger beroep over niet-ontvankelijkverklaring bezwaar en functieonderhoud binnen de politie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de vermelding van het waarderingsniveau niet op rechtsgevolg gericht was.

Hoger beroep over ontslag van ambtenaar wegens onbekwaamheid en verstoorde arbeidsverhouding. Ontslag op grond van onbekwaamheid vernietigd, maar verstoorde arbeidsverhouding blijft legitieme reden voor ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van docente wegens ongeschiktheid na meerdere waarschuwingen en coaching. Geen wettelijke grondslag voor herplaatsingsonderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt de ingangsdatum van de functietoewijzing op 1 november 2013, omdat de noodzaak tot benoeming al eerder bestond.

Hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn herhaalde aanvraag voor functiebeschrijving. De Raad bevestigt dat geen nieuwe feiten zijn aangevoerd en dat de functiebeschrijving correct is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijkheid van beroep door rechtbank; oordeelt dat griffierecht is betaald en verklaart beroepen ongegrond.

Hoger beroep over disciplinair ontslag wegens plichtsverzuim door excessief internetgebruik en privéactiviteiten tijdens werktijd. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt dat appellant recht heeft op maandelijkse tegemoetkoming in woninghuur, omdat het huurplafond niet op een deugdelijke motivering berust.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een militair geen aanspraak heeft op loon over de periode van 22 tot en met 31 juli 2013 wegens ongeoorloofde afwezigheid. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ambtenaren van de provincie Gelderland niet ontslagen konden worden zonder intern herplaatsingsonderzoek na reorganisatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ongevraagd ontslag van politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim, waaronder ongewenst gedrag en misbruik van de diensttelefoon.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-verlenging van het tijdelijke dienstverband van een leraar zonder wettelijke lesbevoegdheid, oordelend dat het bestuur niet onzorgvuldig heeft gehandeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de gratificatie van 100% van het maandsalaris correct is gebruteerd tegen 42%, en niet tegen 52% zoals appellant betoogde.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat beperkte kennisneming van bepaalde stukken gerechtvaardigd is in hoger beroep van een ontslagzaak van een ambtenaar.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat korpschef ten onrechte verzoek om functieonderhoud heeft afgewezen. Functieonderhoud wordt toegewezen en korpschef wordt veroordeeld in kosten.

Hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar verzoek om voortzetting van werkzaamheden na opheffing functie. Raad oordeelt dat toezeggingen niet correct zijn geïnterpreteerd en vernietigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep van een appellant bij de Koninklijke Luchtmacht over de weigering van functie-toewijzing door de minister van Defensie, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigt en het beroep ongegrond verklaart.

Centrale Raad van Beroep bevestigt voorwaardelijk strafontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim en oordeelt dat het plichtverzuim aan appellant kan worden toegerekend.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van de behandelend rechters af, omdat er geen bewijs is van vooringenomenheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over ontslag wegens ongeschiktheid en terugvordering van teveel betaalde bezoldiging bij de Belastingdienst. Betrokkene heeft afspraken niet nageleefd, wat leidde tot ontslag en terugvordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging tijdelijke urenuitbreiding van ambtenaren op basis van dienstbelang. Rechtszekerheidsbeginsel niet geschonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister onvoldoende motivering heeft gegeven voor het niet toewijzen van de functie aan appellant, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand.

Hoger beroep over functiebeschrijving en waardering van Senior medewerker opsporing tactiek. Raad bevestigt eerdere uitspraken en verklaart hoger beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het ontslag van een ambtenaar bij de Kmar wegens wangedrag, oordelend dat de gedragingen niet ernstig genoeg zijn voor ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet als functievolger voor Specialistisch Adviseur kan worden aangemerkt, omdat zijn werkzaamheden hoofdzakelijk uitvoerend waren.

Hoger beroep over ontslag wegens plichtsverzuim van een ambtenaar. Ontslag op primaire grond vernietigd, maar subsidiaire grond blijft staan. Proceskosten vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de opheffing van de functie van een universitair hoofddocent aan de Universiteit Twente wegens reorganisatie, waarbij de specialisatie etching/edge and corner lithography is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat tijdelijke verschillen in rechtspositie van politieambtenaren na de vorming van de Nationale Politie gerechtvaardigd zijn. Beroep op gelijkheidsbeginsel slaagt niet.

Hoger beroep van appellante tegen ontslag wegens ongeschiktheid voor de functie en weigering na-wettelijke uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat ontslag niet te wijten is aan omstandigheden binnen de werksfeer.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van de uitspraak van 28 januari 2014 af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die aan de voorwaarden voor herziening voldoen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beoordeling van een ambtenaar door de gemeente 's-Hertogenbosch als rechtsgeldig, ondanks langdurige arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gemeente Buren geen re-integratiegelden meer verschuldigd is aan appellante na eerdere besluiten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van herleving van ZW-uitkering en Wsw-indicatie, o.a. wegens gebrek aan nieuw gebleken feiten.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoeker af en bepaalt dat toekomstige wrakingsverzoeken niet in behandeling worden genomen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslag van appellant wegens onvoldoende pogingen van het college om onwerkbare situatie op te lossen. Beroep gegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat leerkracht zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door ongepaste aanrakingen van jonge leerlingen, wat leidde tot onvoorwaardelijk ontslag.

Hoger beroep van het Kadaster tegen de vernietiging van het ontslag van betrokkene wegens verstoorde arbeidsverhouding. De Raad oordeelt dat het ontslag niet deugdelijk was en kent proceskostenvergoeding toe aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking Wsw-indicatie van appellante, die niet bereid was een Wsw-dienstbetrekking te aanvaarden. Hoger beroep afgewezen.

Appellant is ontslagen als lid van de CROS vanwege onverenigbare dubbelfunctie met zijn raadslidmaatschap. De Centrale Raad van Beroep bevestigt het ontslag en de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden die tot andere uitspraak hadden kunnen leiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek tot intrekking beoordeling; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Hoger beroep over disciplinaire straf wegens plichtsverzuim en tijdfraude door ambtenaar. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat straf evenredig is aan het vergrijp.

Hoger beroep van appellante tegen niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep inzake ontslag en salarisspecificatie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen gronden zijn voor proceskostenvergoeding.

Hoger beroep van ambtenaar tegen ontslag wegens onbekwaamheid en ongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat voldoende gelegenheid is geboden om functioneren te verbeteren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank; ontslag ambtenaar op basis van fictieve aanvraag niet rechtsgeldig door gebrek aan waarschuwing.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep ongegrond. Niet verlengen tijdelijk dienstverband is rechtmatig, betrokkene voldeed niet aan redelijke eisen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de terugvordering van een voorschot van € 150,- door het dagelijks bestuur van WSD, omdat niet is bewezen dat het voorschot aan appellant is betaald.

Hoger beroep over eervol ontslag en bovenwettelijke werkloosheidsuitkering. De minister had geen overwegend aandeel in de impasse die tot ontslag leidde. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over ontslag wegens ongeschiktheid tot arbeid door ziekte. De Centrale Raad bevestigt dat de minister niet kon verwachten dat appellant duurzaam zou re-integreren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de korpschef zijn zorgplicht niet heeft geschonden bij een dienstongeval tijdens een training.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over nabetaling en verlofuren na ontslag appellant bij politie. Korpschef moet € 633,91 betalen en vergoedt proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond. Wijziging van de rechtspositie van appellant in strijd met rechtszekerheid. Rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand.

Hoger beroep over ontslag van een militair wegens plichtsverzuim door hennepbezit en vervaardigen van kinderpornografie. Ontslag blijft in stand.

Hoger beroep van appellant tegen ontslagbesluit gemeente Drimmelen. Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen nieuwe feiten zijn aangevoerd die herziening rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond. Betrokkene, een hoofdagent, wordt onvoorwaardelijk ontslagen wegens plichtsverzuim en schending van de lichamelijke integriteit van een aangeefster.

Hoger beroep tegen onvoorwaardelijk ontslag van een hoofdagent wegens plichtsverzuim en schending van de lichamelijke integriteit van een aangeefster. De Raad bevestigt de straf als niet onevenredig.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep betrokkene ongegrond inzake aanstelling in functie B.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vordering tot schadevergoeding van de erven van een militair niet is verjaard, en oordeelt dat de Minister van Defensie aansprakelijk is voor tekortschietend handelen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Beide partijen worden veroordeeld tot betaling van € 500,- aan verzoeker.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ontslag wegens ongeschiktheid jobcoach niet kan standhouden; betrokkene is geschikt voor functie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslag van ambtenaar wegens verregaande nalatigheid; minister niet bevoegd tot ontslag. Kostenvergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de tijdelijke aanstelling van een ziekenhuisarts wegens niet-nakomen van afspraken, ondanks aangeboden hulp.

Centrale Raad van Beroep bevestigt het ontslag van appellante wegens ongeschiktheid en de schorsing door het bestuur van de Kredietbank Limburg.

Hoger beroep over eervol ontslag en beëindigingsovereenkomst. Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet onder druk is gezet en dat er geen wilsgebreken zijn.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af; ontslag niet onrechtmatig, verjaring van schadeclaims.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de onvoldoende beoordeling van een ambtenaar, oordeelt dat werkzaamheden voor de COR en OR niet in de beoordeling betrokken hoeven te worden.

Hoger beroep over weigering herplaatsingstermijn te verlengen en ontslag wegens opheffing functie bij Universiteit Twente. Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep over ontslag op andere gronden van een ambtenaar wegens onvoldoende medewerking aan re-integratie. Ontslag bevestigd, geen recht op na-wettelijke uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant gebonden is aan ontslagafspraak, verhoging AOW-leeftijd is geen onvoorziene omstandigheid.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het nadere besluit van de korpschef inzake functieonderhoud en wijst de aanvraag om functieonderhoud toe, met vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond, waarbij de functie van Coördinator Jeugdzorg als uitgangspositie wordt gehandhaafd.

Hoger beroep van de Minister van Defensie over functiewaardering van een burgerambtenaar. De rechtbank heeft de functie herzien naar schaal 9. De Raad bevestigt deze uitspraak en stelt de ingangsdatum van de bevordering vast op 7 december 2009.

Hoger beroep over eervol ontslag van een luitenant-kolonel. De Kroon was bevoegd om ontslag te verlenen per 1 mei 2011. Bestreden besluit vernietigd, maar rechtsgevolgen in stand gelaten. Proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkgever geen bevoegdheid heeft om werknemer uit te sluiten van OR-werkzaamheden. Schorsingsbesluit herroepen en college veroordeeld in kosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over functie-indeling en toekennen van dwangsom wegens niet tijdig beslissen. Betrokkene moet in dezelfde functie als collega K worden ingedeeld en ontvangt een dwangsom van € 1.260,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkzaamheden van appellant als hulpofficier van justitie in functiebeschrijving moeten worden opgenomen. Korpschef veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep tegen disciplinair ontslag van ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim door loonbeslagen en overtreding van ziekteverzuimregels. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op loonsuppletie na salarisverlaging, omdat de voorwaarden in het Sociaal Plan dit niet toestaan.

Hoger beroep van appellante tegen ontslag door de minister van Binnenlandse Zaken wegens verstoorde arbeidsrelatie bij de AIVD. De Raad bevestigt de bevoegdheid van de minister om ontslag te verlenen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt stopzetting bezoldiging en onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van ambtenaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van appellant wegens ernstig plichtsverzuim en boventalligheid na reorganisatie bij de Technische Universiteit Delft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag van de appellant om met terugwerkende kracht een vergoeding in vrije uren te ontvangen voor uren gewerkt tussen 16:00 en 23:59 uur tijdens een aanwezigheidsdienst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek van een ambtenaar om terug te komen van zijn ontslag na vrijspraak in een strafzaak, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontheffing appellant uit officiersopleiding wegens onvoldoende competenties en afwezigheid van bewijs voor discriminatie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boete van € 250,- wegens plichtsverzuim; fout bij vergunningverlening niet strafwaardig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WSW-indicatie voor appellant, die meer dan 15% begeleiding nodig heeft, op basis van deskundigenrapportages.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van ambtenaar wegens herhaaldelijk niet verschijnen op re-integratiegesprekken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante eervol ontslag op eigen verzoek heeft gekregen. Werkgever voldeed aan vergewisplicht; psychische klachten stonden niet in de weg aan wilsbepaling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de afwijzing van een invaliditeitspensioen na een dienstongeval onterecht was, en oordeelt dat er sprake was van een verhoogd risico op letsel tijdens de militaire oefening.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering te veel betaalde levensloopuitkering door gemeente Den Haag. Gemeente niet bevoegd om uitkeringen te verlagen. Opdracht tot herstel van besluiten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering van te veel betaalde levensloopuitkeringen door gemeente Den Haag. De gemeente is bevoegd om de te veel betaalde levensloopbijdrage terug te vorderen, maar niet de levensloopuitkeringen zelf.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de terugvordering van een levensloopuitkering door de gemeente Den Haag. De gemeente was niet bevoegd om de uitkering te verlagen, maar kan wel een bedrag terugvorderen dat te veel is betaald.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak rechtbank Overijssel en verklaart beroep tegen besluit van korpschef ongegrond. Functiebeschrijving van groepschef Verkeers Ongevallen Analyse is deugdelijk.

Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank; ontslag ambtenaar onterecht wegens onvoldoende bewijs van verstoorde arbeidsverhouding.

Hoger beroep over ontslag wegens ernstige ongeschiktheid van een leerkracht. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante voldoende kansen heeft gekregen om te verbeteren.

Hoger beroep over seniorenregeling en werktijdverkorting bij overgang naar omgevingsdienst. Raad oordeelt dat verzoek om werktijdverkorting niet redelijk is afgewezen en herroept het besluit van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt het besluit van de korpschef om appellante geen vaste aanstelling te verlenen, gezien de reorganisatie van de politie en de reductie van de formatie.

Hoger beroep over strafontslag van een politieambtenaar wegens het innen van verkeersboetes zonder kwitantie. De Centrale Raad bevestigt het ontslag.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de terugvordering van te veel ontvangen BWOO-uitkering onvoldoende onderbouwd is. De eerdere uitspraak wordt vernietigd, maar de rechtsgevolgen blijven in stand. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.

Hoger beroep over strafontslag en terugvordering bezoldiging van een ambtenaar wegens niet-melding van dienstverband tijdens outplacement. De Raad bevestigt het ontslag en stelt terugvordering op € 84.545,52 bruto vast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt het eervol ontslag van appellant uit de vrijwillige brandweer wegens ernstig verstoorde verhoudingen met collega's.

Hoger beroep tegen onvoorwaardelijk ontslag wegens plichtsverzuim. Twee van de drie verweten gedragingen zijn terecht, maar ontslag is niet evenredig aan de ernst van het plichtsverzuim. Schorsing en inhouding bezoldiging zijn wel terecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant als ambtenaar moet worden aangemerkt, ondanks het ontvangen van vacatiegelden. De minister's niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar wordt vernietigd.

Hoger beroep over strafontslag van een vrijwilliger bij de politie wegens nevenwerkzaamheden tijdens ziekteverzuim. De Raad bevestigt de straf en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de sollicitaties van appellant als boventallige medewerker bij de gemeente Amsterdam, omdat de functies niet passend waren.

Hoger beroep tegen disciplinaire straf van schriftelijke berisping wegens plichtsverzuim van een ambtenaar. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op bezoldiging van een ambtenaar wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, oordelend dat er geen buitensporige werkomstandigheden waren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de benoeming van appellant in eerste echelons functies, na een herindeling van stadsdelen in Amsterdam. Appellant weigerde deelname aan een nieuwe selectieprocedure, wat leidde tot de afwijzing.

Hoger beroep van brandweercentralist over nieuw aanstellingsbesluit en toepassing Harmonisatieregeling GMK. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat de nieuwe regeling van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding na ontslag op eigen verzoek van een herplaatsingskandidaat.

Hoger beroep over ongevraagd ontslag van een Universitair Hoofddocent wegens herhaaldelijk plichtsverzuim. Appellant negeerde uitnodigingen voor gesprekken over werkhervatting, wat leidde tot disciplinaire maatregelen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister van Defensie ongelijk heeft gehandeld door militairen zonder eigen huishouding minder tegemoetkoming in reiskosten te geven, in strijd met IVBPR en de Grondwet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ontslag van rechterlijk ambtenaar in opleiding onterecht was; appellant krijgt kans om opleiding te vervolgen.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroepschrift inzake beoordelings-, niet-plaatsings- en ontslagbesluit. De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de zaak terug.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk strafontslag wegens plichtsverzuim, waarbij appellant zich opnieuw schuldig maakte aan vergelijkbaar gedrag.

Hoger beroep van appellant tegen negatieve beoordelingen en ontslag wegens onbekwaamheid bij de Technische Universiteit Eindhoven. Beoordelingen zijn terecht en voldoende onderbouwd.

Hoger beroep over de overplaatsing van een docent wegens conflictsituatie. De Raad bevestigt dat de nieuwe functie passend is en er een toereikend dienstbelang was voor de ontheffing uit de functie.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de negatieve beoordeling van appellant, omdat deze op onvoldoende gronden berust. Appellant krijgt kostenvergoeding van € 1.461,-.

Hoger beroep van appellant tegen de Minister van Defensie over bevordering naar adjudant onderofficier. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de bevordering niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing van functieonderhoud door korpschef onterecht was; appellant krijgt functieonderhoud toegekend.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het ontslag van appellante wegens weigering deel te nemen aan de IBT, oordelend dat zij een geldige reden had vanwege pijnklachten.