Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2025 in de zaak tussen
de minister van Economische Zaken
Procesverloop
Overwegingen
eHerkenning ingediend, terwijl voor het verkrijgen van dergelijke identiteitssystemen legitimatie is vereist. De ondernemer heeft niet aannemelijk gemaakt op welke wijze iemand anders in naam van de ondernemer een aanvraag heeft kunnen indienen. De ondernemer stelt wel dat er sprake is van identiteitsfraude, maar enige concrete onderbouwing van die stelling ontbreekt. Voor het College is daarom ook komen vast te staan dat de ondernemer, naast het indienen van de aanvraag, met het op de aanvraag vermelde e-mailadres heeft gecorrespondeerd met medewerkers van de minister en de foto van de bankpas heeft verzonden. Nu de minister vervolgens in overeenstemming met artikel 4:89, eerste lid, van de Awb op dit rekeningnummer het voorschot heeft overgemaakt, moet ervan worden uitgegaan dat het voorschotbedrag aan de ondernemer is betaald. De ondernemer heeft ook erkend dat het gaat om zijn bankrekening. Daarom heeft de minister het onverschuldigde betaalde voorschot van de ondernemer kunnen terugvorderen. Dat, zoals de ondernemer stelt, anderen het betaalde voorschot van zijn bankrekening hebben opgenomen, is een aangelegenheid waar de minister buiten staat. Dat is een kwestie tussen de ondernemer en zijn bank.
Beslissing
Bijlage
1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het bestuursorgaan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen, indien: