Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Rechter: mr. W.J.A.M. van Brussel
Partijen
de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door mr. S.M. Piron
Beslissing
Overwegingen
.Het College heeft geoordeeld dat voor dit tijdvak de TVL geen ruimte biedt om rekening te houden met de feitelijke bedrijfsactiviteiten of met naderhand met terugwerkende kracht doorgevoerde wijzigingen in het handelsregister (vergelijk onder 8 van de uitspraak van 25 mei 2021, ECLI:NL:CBB:2021:521). Dit maakt dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk is. Onder verwijzing naar 3.4 van de uitspraak van het College van 4 maart 2025 (ECLI:NL:CBB:2025:71) overweegt het College dat de onderneming bovendien beroep had kunnen instellen tegen de beslissing op bezwaar, maar dat zij daarvan geen gebruik heeft gemaakt. Het indienen van een herzieningsverzoek biedt niet de mogelijkheid dit te herstellen. In het oordeel dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk is, ligt besloten dat het beroep van de onderneming op het evenredigheidsbeginsel niet slaagt.