ECLI:NL:CBB:2024:904
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek subsidie COVID-19 door de minister van Economische Zaken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 december 2024 uitspraak gedaan in het beroep van een onderneming tegen de afwijzing van een herzieningsverzoek door de minister van Economische Zaken. De onderneming had in eerste instantie geen bezwaar gemaakt tegen het besluit van 7 december 2022, waarin de subsidie voor het vierde kwartaal van 2021 op € 0,- was vastgesteld en een eerder betaald voorschot van € 24.447,09 werd teruggevorderd. Na de afwijzing van het herzieningsverzoek op 18 april 2023, heeft de onderneming beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 23 augustus 2023, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard.
Het College heeft geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn gepresenteerd die de afwijzing van het herzieningsverzoek zouden rechtvaardigen. De onderneming had de argumenten die zij nu aanvoert, zoals de betrouwbaarheid van de omzetgegevens en het gelijkheidsbeginsel, eerder in bezwaar tegen het vaststellingsbesluit moeten inbrengen. Het College heeft vastgesteld dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de onderneming geen nieuwe informatie heeft aangedragen die de herziening van het vaststellingsbesluit zou rechtvaardigen. De afwijzing van het herzieningsverzoek is niet evident onredelijk en het beroep van de onderneming is ongegrond verklaard.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de minister is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De onderneming heeft de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.