ECLI:NL:CBB:2025:206
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van subsidie bezwaar COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 februari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een bezwaar tegen een vaststellingsbesluit van de minister van Economische Zaken. De minister had op 1 december 2021 een subsidie voor het eerste kwartaal van 2021 vastgesteld op € 39.926,09. De onderneming had het bezwaar te laat ingediend, waardoor de minister dit niet-ontvankelijk verklaarde. De onderneming verzocht de minister om herziening van het besluit, maar dit werd afgewezen omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren.
De onderneming stelde dat het meenemen van de omzet van de vorige eigenaar bij een overgenomen onderneming een nieuw gegeven was dat niet in het besluit was meegenomen. Het College oordeelde echter dat de minister terecht had geoordeeld dat er geen nieuw gebleken feiten waren, aangezien de onderneming tijdig bezwaar had moeten indienen tegen het vaststellingsbesluit. Het College verklaarde het beroep ongegrond, waarbij het benadrukte dat het indienen van een herzieningsverzoek niet bedoeld is om een verzuim in de bezwaarprocedure te herstellen. Bovendien werd het beroep op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat een andere onderneming die tijdig bezwaar had gemaakt, wel rekening was gehouden met de omzet van de voortgezette onderneming.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de voorwaarden waaronder een herzieningsverzoek kan worden ingediend. Het College bevestigde dat de minister niet onredelijk had gehandeld door het verzoek tot herziening af te wijzen, en dat de onderneming niet kon terugkomen op haar verzuim om tijdig bezwaar te maken.