ECLI:NL:CBB:2025:30
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag TVL-startersregeling wegens niet voldoen aan inschrijvingseis
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken. De onderneming had een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2021. De minister heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de onderneming niet voldeed aan de inschrijvingseis die vereist dat de inschrijvingsdatum in het handelsregister ligt tussen 1 juli 2020 en 30 juni 2021. De onderneming was op 4 juli 2008 ingeschreven in het handelsregister, wat betekent dat zij niet aan deze eis voldeed.
De onderneming betoogde dat zij wel aan de inschrijvingseis voldeed, omdat zij het boetiekhotel per 1 oktober 2020 exploiteerde. Het College oordeelde echter dat de inschrijvingsdatum van de onderneming bepalend is en dat de datum van feitelijke exploitatie niet relevant is voor de beoordeling van de inschrijvingseis. Het College concludeerde dat de minister terecht had geoordeeld dat de onderneming niet als startende onderneming kon worden aangemerkt en dat de afwijzing van de subsidieaanvraag op basis van de inschrijvingseis gerechtvaardigd was.
Daarnaast werd het beroep op het evenredigheidsbeginsel door het College verworpen. De onderneming had aangevoerd dat de afbakening van de doelgroep tot gevolg had dat zij niet in aanmerking kwam voor de subsidie, maar het College oordeelde dat dit een gevolg was van de keuze van de regelgever en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de inschrijvingseis rechtvaardigden. Het College verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de subsidieaanvraag.