dhr. mr. W.C.E. Winfield

Klaagster, de Gouverneur van Aruba, heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar bevordering naar schaal 5. Het gerecht oordeelt dat klaagster recht heeft op bevordering op basis van het 25-jaarsbeleid en verklaart het bezwaar gegrond.

Klaagster, de Gouverneur van Aruba, heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar bevordering naar schaal 5. Het gerecht oordeelt dat klaagster recht heeft op bevordering op basis van het 25-jaarsbeleid en verklaart het bezwaar gegrond.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat de korpschef niet bevoegd is om klager uit zijn functie te ontheffen en verklaart het bezwaar van klager gegrond.

Verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging wegens noodweerexces; niet strafbaar voor poging tot zware mishandeling en mishandeling.

Verdachte is veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf wegens poging tot doodslag, het voorhanden hebben van een vuurwapen met munitie en vernieling van een auto na een schietincident in Aruba.

Appellant heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verblijfsvergunning op basis van een ontbrekende DPL-verklaring. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing niet zorgvuldig was en vernietigde de beslissing.

Appellant verzocht om eervol ontslag op basis van de Lvut, maar zijn verzoek werd afgewezen. Het gerecht verklaarde het beroep ongegrond, oordelend dat de afwijzing gerechtvaardigd was en het gelijkheidsbeginsel niet was geschonden.

Klaagster maakte bezwaar tegen een ministeriële beschikking die haar tijdelijk andere werkzaamheden oplegde. Het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, oordeelde dat de beschikking correct was en wees het verzoek om schadevergoeding af.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de schorsing van klaagster en bepaalt dat deze maximaal drie weken na de uitspraak duurt. Het bezwaar is gegrond verklaard.

Het beroep van de Minister van Justitie en Sociale Zaken is niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang in de procedure om openbaarmaking van documenten en schadevergoeding.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 17 april 2024 het verzoek tot schorsing van een uitzettingsbevel afgewezen, omdat de verzoeker geen onevenredig nadeel heeft aangetoond.

Het beroep tegen bestuursdwang voor een carport zonder vergunning is ongegrond verklaard. De minister had terecht gehandeld volgens de Bouw- en Woningverordening.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba vernietigt het landsbesluit dat de bevordering van klager uitstelt vanwege arbeidsongeschiktheid, en draagt verweerder op opnieuw te beslissen.

Appellant, de Minister van Justitie en Sociale Zaken, heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar inzake immateriële schade door overschrijding van de redelijke termijn. De rechter verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzende beslissing.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wijst het verzoek om nakoming van een rechterlijke uitspraak en oplegging van een dwangsom af, omdat het verzoek onredelijk laat is ingediend.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelt dat de Minister van Justitie en Sociale Zaken binnen twee maanden een beslissing moet nemen op het bezwaar van de verzoeker, met een dwangsom van Afl. 500,- per dag bij niet-nakoming.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft de Minister van Justitie en Sociale Zaken opgedragen om binnen twee maanden een beslissing te nemen op het bezwaar van de verzoeker, met een dwangsom van Afl. 500,- per dag bij niet-nakoming.

Appellant, de Minister van Justitie en Sociale Zaken, heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek om schadevergoeding. Het gerecht verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de afwijzende beslissing.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart het bezwaar van de Gouverneur van Aruba niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij het indienen van het bezwaarschrift.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft het bezwaar van de Gouverneur van Aruba gegrond verklaard en klaagster met terugwerkende kracht bevorderd naar de rang van hoofdklerk per 1 augustus 2019.

Verzoek om voorlopige voorziening in planschadeclaim afgewezen; geen spoedeisend belang aangetoond.

Verzoeker vraagt om voorlopige voorziening na weigering ziekengeld door SVB. Gerecht oordeelt dat SVB terecht weigerde, ziekte bestond al voor indiensttreding. Verzoek afgewezen.

Verzoeker vraagt om voorlopige voorziening voor bijstandsuitkering. Gerecht schorst eerdere beslissingen en kent hem gehandicaptenuitkering toe tot beroep is beslist.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba weigert de bevestiging van de optieverklaring voor het Nederlanderschap aan de appellante vanwege een verblijfsgat na haar scheiding.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van een ambtenaar tegen afwijzing van bevordering ongegrond, gebaseerd op functiewaardering.

Het beroep van WINDPARK VADER PIET N.V. en WINDPARK URIRAMA N.V. tegen de verlening van een exclusieve elektriciteitsconcessie aan N.V. Elmar is gegrond verklaard. De bestreden beslissing is vernietigd en verweerders moeten opnieuw op het bezwaar beslissen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken schorst de beschikking van de Minister van Arbeid, Energie en Integratie tot tijdelijke werkzaamheden van verzoekster, wegens gebrek aan objectieve gronden voor het verlies van vertrouwen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het verzoek van een ambtenaar om een beslissing bij voorraad afgewezen, omdat geen spoedeisend belang was aangetoond.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba vernietigt het landsbesluit van de Gouverneur dat de bevordering van klager uitstelt, en oordeelt dat het 15%-verzuimbeleid niet op hem van toepassing is.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van de Gouverneur van Aruba ongegrond, betreffende de afwijzing van een verzoek tot overplaatsing naar DVG.

Verdachte vrijgesproken van rijden onder invloed, maar veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en 24 maanden ontzegging rijbevoegdheid na dodelijk ongeval.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft het verzoek om een voorlopige voorziening voor het plaatsen van bloembakken op het trottoir afgewezen, omdat de verzoeker niet kon aantonen dat de afwijzing hem onevenredig nadeel zou toebrengen.

Verdachte heeft als ambtenaar deel uitgemaakt van een criminele organisatie voor het vervalsen van vaccinatiebewijzen en is schuldig bevonden aan passieve ambtelijke omkoping. Vonnis: 365 dagen gevangenisstraf, 328 dagen voorwaardelijk, 240 uren taakstraf en Afl. 2.500,- boete.

Verdachte, ambtenaar, maakte deel uit van een criminele organisatie die vaccinatiebewijzen vervalste. Vonnis: 365 dagen gevangenisstraf, 344 dagen voorwaardelijk, 240 uren taakstraf en Afl. 2.500,- boete.

Verdachte deel uitgemaakt van criminele organisatie voor vervalsing vaccinatiebewijzen; veroordeeld tot 16 maanden gevangenisstraf, 410 dagen voorwaardelijk, 240 uren taakstraf en Afl. 2.500,- boete.

Appellant verzocht om wijziging van zijn adreshistorie in het bevolkingsregister van Libanon naar Nederland. Het Gerecht verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de bestreden beslissing.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 26 april 2023 het verzoek van Natura Development N.V. om een voorlopige voorziening voor een aanlegvergunning afgewezen, omdat de gevraagde voorziening niet het karakter van een voorlopige maatregel had.

Het Gerecht in Aruba sprak de verdachte vrij van mishandeling met wapens wegens onvoldoende bewijs. De alternatieve verklaringen waren niet ongeloofwaardig en er ontbrak ondersteunend bewijs voor de beschuldigingen.

Vrijspraak voor feiten 2 en 4 in zaak P-2022/09775; bewezenverklaring van feiten 1, 3 en 5: bedrijfsinbraak, diefstal met geweld en bezit van marihuana; zaak P-2023/01145: voorhanden hebben van vuurwapen en munitie.

Verdachte vrijgesproken voor feiten 1 en 2; bewezenverklaring van feiten 3 t/m 11: drie gewapende overvallen, bedrijfsinbraak, marihuana en vuurwapen. Vonnis: 10 jaar gevangenisstraf.

Verzoeker vraagt schorsing van uitzettingsbevel; verzoek afgewezen. Geen onevenredig nadeel voor verzoeker vastgesteld.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba schorst het uitzettingsbevel van een Venezolaanse burger tot er op zijn bezwaar is beslist, wegens onvoldoende bewijs van valsheid van huwelijksakten.

Verdachte vrijgesproken van dood door schuld, maar schuldig aan gevaarzetting en verlaten plaats ongeval. Werkstraf van 40 uren opgelegd.

Klaagster maakt bezwaar tegen haar plaatsing bij de afdeling 'gebouwen' in plaats van 'transport'. Het gerecht verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

De vader verzoekt om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind. Het gerecht beslist dat de ouders gezamenlijk gezag krijgen en de hoofdverblijfplaats bij de vader is. Een omgangsregeling wordt vastgesteld.

Het verzoek van de moeder om vervangende toestemming om met de minderjarige naar Nederland te verhuizen is afgewezen. De hoofdverblijfplaats blijft bij de vader.

Jason Anthony Leroy Mathilda is veroordeeld voor doodslag en verboden vuurwapen bezit, met een gevangenisstraf van negen jaren en terbeschikkingstelling.

Verdachte vrijgesproken van poging doodslag, maar schuldig bevonden aan zware mishandeling, bedreiging en verboden vuurwapenbezit. Vonnis: 5 jaar gevangenisstraf en schadevergoeding aan benadeelde partij.

De verzoeker, van Dominicaanse nationaliteit, verzoekt om schorsing van een uitzettingsbevel. Het gerecht wijst het verzoek af, omdat verzoeker sinds 12 februari 2020 zonder geldige verblijfstitel verblijft.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba schorst het uitzettingsbevel van de verzoekster tot er op haar bezwaar is beslist, gezien de omstandigheden van haar verblijf en nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de afwijzing van klager's verzoek om terug te komen op een ontslagbesluit, omdat de Gouverneur als bevoegd gezag moet beslissen en rekening moet houden met de kennisgeving van niet vervolging.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het bezwaar van klaagster gegrond verklaard en de afwijzing van haar bevorderingsverzoek vernietigd. Verweerder moet binnen drie maanden opnieuw beslissen op het verzoek.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft [verweerster] onder curatele gesteld wegens dementie, met benoeming van [verzoekster] als curatrice. De beschikking bevat verplichtingen voor de curatrice.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 23 augustus 2022 verzoek tot ondercuratelestelling van verweerder toegewezen wegens dementie, met benoeming van verzoekster als curatrice.

Verzoek om dwangsom wegens uitblijven beslissing op asielaanvraag; rechter legt verweerder op binnen drie maanden te beslissen en verbeurt dwangsom van Afl. 500,- per dag.

Eiser vorderde verhuisverbod voor minderjarige naar Ecuador. Gerecht wees vordering af, oordeelde dat belangen minderjarige niet in gevaar kwamen.

De verdachte is vrijgesproken van valsheid in geschrift en (schuld-)witwassen van goudbaren. Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlasteleggingen.

De verdachte is vrijgesproken van valsheid in geschrifte en (schuld-)witwassen van goudbaren wegens onvoldoende bewijs.

Herhaald verzoek van erven [persoon X] om schadevergoeding en dwangsom wegens niet-nakoming van rechterlijke uitspraak door de Minister van Toerisme, Volksgezondheid en Sport.

In deze zaak is de ontkenning van vaderschap door de moeder toegewezen op basis van DNA-onderzoek, waarbij de man niet de biologische vader blijkt te zijn.

De beschikking betreft de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap door de moeder, waarbij de man niet de biologische vader blijkt te zijn. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, maar krijgt toestemming om kosteloos te procederen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 28 juni 2022 het verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de betrokkene niet in staat is zijn belangen zelf te behartigen.

De rechter ontheft de moeder van het gezag over de minderjarige en benoemt de verzoekster tot voogdes, op basis van onmacht en ongeschiktheid van de moeder.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 28 juni 2022 een verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige toegewezen wegens geestelijke stoornis, met benoeming van de zus als curatrice.

Het verzoek tot schorsing van het uitzettingsbevel van een Venezolaanse verzoeker werd afgewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 juni 2022.

Verzoeker vraagt om een dwangsom wegens niet-naleving van een eerdere uitspraak door verweerder. Het gerecht legt een dwangsom op en veroordeelt verweerder tot betaling van proceskosten.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken schorst ministeriële beschikkingen die de bevoegdheden van de verzoekster als directeur van DIMAS inperken, wegens strijd met de wet en mogelijke onevenredige gevolgen voor haar rechtspositie.

De verdachte is vrijgesproken van moord, maar schuldig bevonden aan afpersing. Hij krijgt een gevangenisstraf van 36 maanden.

De verzoeker vraagt om schorsing van de afwijzing van zijn asielaanvraag. De rechter wijst het verzoek af, omdat de verzoeker niet aannemelijk maakt dat hij risico loopt op vervolging in Venezuela.

Verzoekster vraagt schorsing van uitzettingsbevel, maar verzoek wordt afgewezen omdat er geen grond is voor schorsing en de Minister in redelijkheid kon besluiten tot uitzetting.

Tourist dies after jumping into rough sea; tour guide convicted of manslaughter due to negligence. Sentenced to 3 months conditional imprisonment and 120 hours community service.

Politieambtenaar vrijgesproken van valsheid in geschrifte, maar schuldig bevonden aan misbruik van gezag bij aanhouding ex-vriendin. Vonnis: 3 maanden gevangenisstraf, 160 uren taakstraf, 2 jaar proeftijd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 22 maart 2022 een dwangsom opgelegd aan de man voor het niet meewerken aan een DNA-test ter vaststelling van het vaderschap.

Klager maakt bezwaar tegen een landsbesluit van de Gouverneur van Aruba over zijn bevordering. Het gerecht verklaart het bezwaar ongegrond, omdat het bestreden besluit geen impliciete afwijzing van eerdere verzoeken inhoudt.

Verzoekster vraagt om salarisbetaling na stopzetting door de Gouverneur van Aruba. Het verzoek wordt afgewezen omdat er geen spoedeisend belang is.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba vernietigt de beschikking tot ophouding van de appellant en veroordeelt de Minister tot schadevergoeding van Afl. 3.760,- en kosten van Afl. 1.400,-.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelt dat de ophouding van een Venezolaanse vrouw onterecht was en veroordeelt de Minister tot schadevergoeding van Afl. 2.480,- en kosten van Afl. 1.400,-.

Klager heeft het verzuim niet hersteld, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Verdachte vrijgesproken van het verspreiden van kinderpornografische videoafbeeldingen wegens onvoldoende bewijs van opzet.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wijst het verzoek tot gezamenlijk gezag van een ouder en een niet-ouder af, omdat de wet dit niet toestaat.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba ontzet de ouders uit het ouderlijk gezag over de minderjarige en benoemt een voogdes, vanwege grove verwaarlozing en misbruik van gezag.

Klaagster maakt bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op haar bevorderingsverzoek. Het gerecht verklaart het bezwaar gegrond en verplicht verweerder om binnen drie maanden te beslissen.

Verdachte veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het dealen van marihuana en cocaïne vanuit zijn woning.

Verdachte schoot dodelijk op slachtoffer tijdens ruzie; beroep op noodweer verworpen. Vonnis: 12 jaar gevangenisstraf en schadevergoeding van Afl. 4000,- toegewezen aan benadeelde partij.

Het beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend, buiten de wettelijke termijn.

De voorzieningenrechter schorst de afwijzing van de verblijfsvergunning van de verzoekster en staat haar toe de beslissing op haar bezwaar af te wachten.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van Venezolaanse asielzoekers toegewezen en hen verboden uit Aruba te worden verwijderd totdat op hun bezwaar is beslist.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft de bezwaren van vijf ambtenaren tegen de toekenning van een autotoelage van Afl. 300,- gegrond verklaard en de bestreden beschikkingen vernietigd, omdat de ambtenaren recht hebben op Afl. 700,- per maand.

Jeugdige verdachte veroordeeld tot jeugddetentie voor gewapende overvallen op snacktrucks, met bijzondere voorwaarden en begeleiding.

De verdachte is veroordeeld tot 48 maanden gevangenisstraf voor vijf gewapende overvallen in Aruba, waarbij geweld is gebruikt. Een deel van de straf is voorwaardelijk.

Verdachte veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf voor medeplegen van gewapende overvallen in Aruba, met bijzondere voorwaarden voor reclassering.

De minister van Justitie verzoekt om een dwangsom wegens het uitblijven van een beslissing op bezwaar. Het gerecht oordeelt dat verweerder binnen twee maanden moet beslissen en legt een dwangsom op van Afl. 500,- per dag.

Het gerecht schorst het gezag van de moeder over de minderjarige en benoemt de grootmoeder tot voogdes, maar wijst het verzoek tot ontzetting van het gezag af.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 12 oktober 2021 het vaderschap van [X] vastgesteld en de geslachtsnaam [achternaam X] aan verzoekster toegekend.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 12 oktober 2021 het verzoek van een verzoeker tot verbetering van zijn gegevens in het bevolkingsregister en de registers van de burgerlijke stand toegewezen, met uitzondering van het verzoek tot verbetering van de bevolkingsregistergegevens.

De moeder verzoekt om vernietiging van de erkenning van haar minderjarige kind. Het gerecht wijst het verzoek van de moeder af, maar vernietigt de erkenning door de erkenner op basis van DNA-onderzoek.

De rechter heeft het verzoek tot voorlopige voorziening voor een verblijfsvergunning van een minderjarige afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond.

Het beroep van de Minister van Justitie tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf is gegrond verklaard. De beslissing op bezwaar is vernietigd en verweerder moet binnen drie maanden een nieuwe beslissing nemen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker geen spoedeisend belang had bij de verlenging van zijn verblijfsvergunning.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager tegen de Minister van Justitie ongegrond, omdat niet vaststaat dat klager schade heeft geleden.

Klaagster maakte bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op haar bevorderingsverzoek. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en droeg verweerder op binnen drie maanden te beslissen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot schorsing van het uitzettingsbevel van een Venezolaanse verzoeker afgewezen, omdat hij sinds 2016 illegaal in Aruba verblijft en zijn asielverzoek is afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van een Venezolaanse asielzoekster om schorsing van de afwijzing van haar asielaanvraag afgewezen, omdat de nieuwe gegevens onvoldoende zijn om de geloofwaardigheid van haar asielrelaas te onderbouwen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van een Venezolaanse asielzoeker om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat hij inmiddels is uitgezet en het verzoek niet toewijsbaar is.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van een Venezolaanse asielzoekster om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat zij inmiddels was uitgezet en het verzoek niet toewijsbaar was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van een Venezolaanse verzoekster tot schorsing van haar uitzetting afgewezen, omdat het belang van de openbare orde zwaarder weegt dan haar gezinsleven in Aruba.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van een Venezolaanse verzoeker tot schorsing van een uitzettingsbevel afgewezen, omdat hij geen geldige verblijfstitel had en zijn asielaanvraag was afgewezen.

Hoger beroep over bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Wet dieren inzake mesttransport. Boetes gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar overtredingen bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellant geen fosfaatrechten heeft om over te dragen.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond, oordelend dat de verleende ontheffing voor fosfaatproductie voldoende is en de minister in redelijkheid heeft gehandeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het Eerste Protocol en dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims.

Het College oordeelt dat de minister terecht geen fosfaatrecht heeft vastgesteld voor stierkalveren van de appellant, die niet voor de melkveehouderij werden gehouden. Appellant krijgt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond. Appellante ontvangt € 1.000,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouder. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 20 juli 2021 uitspraak gedaan over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, waarbij de Staat en de verweerder ieder een deel van de schadevergoeding aan appellant moeten betalen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet correct is toegepast en dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellanten.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af wegens niet tijdig nemen van een besluit in het fosfaatrecht. De overschrijding van de beslistermijn was in redelijkheid aanvaardbaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Het beroep is gegrond voor proceskostenvergoeding in bezwaar en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast bij de vaststelling van het fosfaatrecht. Appellant krijgt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt het besluit van de minister over het fosfaatrecht en verleent een ontheffing van 382 kg fosfaatrecht aan appellante.

Verzoek om schadevergoeding afgewezen; wel schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Appellante betwist de fosfaattoestand van haar perceel in 2015. Het College verklaart het beroep gegrond, herroept het besluit van de minister en stelt het fosfaatrecht vast op 2.603 kg, met schadevergoeding aan appellante.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes op grond van de Meststoffenwet. Boete 2 wordt herroepen wegens strijd met het legaliteitsbeginsel. Boete 1 wordt gematigd tot € 1.350,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de verkleining van zijn veestapel het gevolg was van de aanleg van een ecologische verbindingszone. Schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij, en verklaart het beroep ongegrond.

College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert registratie overdracht pluimvee-eenheden; appellante kan aanspraak niet bewijzen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt en dat de appellant zelf verantwoordelijk is voor zijn investeringsrisico's.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat zij niet voldeed aan de vereisten van de startersregeling van de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplegt aan de appellant, maar herberekent het fosfaatrecht op 5.044 kg en vernietigt het eerdere besluit.

Het beroep van appellante op de knelgevallen- en startersregeling in het kader van de Meststoffenwet is ongegrond verklaard. Appellante voldeed niet aan de voorwaarden voor beide regelingen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante onder het fosfaatrechtenstelsel valt en wijst haar beroep af. Immateriële schadevergoeding wordt toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het Eerste Protocol. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last oplevert. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtenvaststelling van appellant terecht is, omdat hij als uitbreider wordt aangemerkt en zijn investeringen niet navolgbaar zijn.

Appellante voldoet niet aan de voorwaarden van de startersregeling voor fosfaatrechten. Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met eigendomsrechten.

Het College heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard, het fosfaatrecht vastgesteld op 6.687 kg en het bestreden besluit vernietigd wegens onvolledige bemonstering.

Beroep ongegrond; geen individuele en buitensporige last vastgesteld in fosfaatrechtzaak.

Het beroep van appellante tegen de fosfaatrecht vaststelling is ongegrond verklaard. Tevens is schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van Melkveehouderij [naam] tegen de minister van Landbouw ongegrond, omdat niet aannemelijk is gemaakt hoeveel melk is weggegooid door antibioticagebruik.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de omstandigheden van appellante niet onder de knelgevallenregeling vallen en dat zij niet als grondgebonden kan worden aangemerkt. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de last van het fosfaatrechtenstelsel niet als buitensporig wordt aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister bij de toepassing van de knelgevallenregeling geen rekening hoefde te houden met niet gerealiseerde uitbreidingen. Het beroep van appellante is ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het een buitensporige last vormt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn of het Eerste Protocol.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een biologische natuurboerderij tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, omdat niet is aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die de toepassing van de Meststoffenwet rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel verenigbaar is met het Eerste Protocol en verklaart het beroep van de appellante ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en geen buitensporige last oplegt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellanten ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt, gezien het ontbreken van benodigde vergunningen en de risico's van investeringsbeslissingen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellanten, die hun melkveehouderij verplaatsten. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, een melkveehouder, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellanten, die niet voldoen aan de voorwaarden voor extra fosfaatrechten. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet correct is toegepast en er onvoldoende bewijs is voor de gestelde bijzondere omstandigheden.

Het College verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat geen sprake is van een nieuw gestart bedrijf maar van een verplaatsing van een bestaand bedrijf.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond en oordeelt dat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor de startersregeling. Schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor fosfaatrechten volgens de Meststoffenwet.

Het College verklaart het beroep van de maatschap tegen de fosfaatrechten ongegrond, oordelend dat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder tegen de vaststelling van fosfaatrechten ongegrond, oordelend dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de zeven dieren terecht zijn aangemerkt als zoogkoeien en niet als melkvee, wat gevolgen heeft voor het fosfaatrecht.

Het College vernietigt het fosfaatrecht van appellante, oordeelt dat de gemiddelde melkproductie over een representatieve periode moet worden berekend en draagt de minister op een nieuwe beslissing te nemen.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM en wijst de vordering van appellante af, maar kent wel schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel. Immateriële schadevergoeding van € 1.500,- wordt toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en verleent ontheffing voor extra fosfaatproductie.

Het College oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat zij de 5%-drempel overschrijdt voor fosfaatrechten. Vergoeding van kosten in bezwaar en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt toegewezen.

Het College oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallen- en startersregeling in de Meststoffenwet, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een jongveeopfokbedrijf tegen de fosfaatrechtenvaststelling ongegrond, omdat de knelgevallenregeling onjuist was toegepast en het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het fosfaatrecht van appellante vastgesteld op 4.716 kg, na erkenning van onrechtmatigheid door de minister. Het beroep was gegrond en de proceskosten werden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verhoogt het fosfaatrecht van appellante naar 3.873 kg na gegrondverklaring van haar beroep, ondanks afwijzing van de knelgevallenregeling.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de overdracht van fosfaatrechten, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verzoek om schadevergoeding afgewezen wegens gebrek aan bewijs.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Meststoffenwet of het recht op eigendom.

Het College verklaart het beroep van een melkveehouder tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, oordelend dat de gevolgen van zijn keuzes voor rekening van hem komen en dat het stelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellante, een melkveehouderij. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet kan aantonen dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt. De beslissing van de minister wordt in stand gehouden, maar appellante krijgt wel proceskosten vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet als starter kan worden aangemerkt onder de Meststoffenwet. Het beroep is ongegrond, maar appellante ontvangt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor de melkveehouderij, ondanks de investeringen die zijn gedaan.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, o.a. omdat de investeringen niet navolgbaar waren in het licht van het fosfaatrechtenstelsel.

Crown van Gelder B.V. heeft een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.C. Stam, dat is afgewezen door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De verzoekster stelde dat de raadsheer de schijn van partijdigheid had opgewekt.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, oordelend dat er geen individuele en buitensporige last is.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, omdat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten, waarbij de knelgevallenregeling niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam] ongegrond, omdat appellante niet heeft aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake fosfaatrechten en de Nitraatrichtlijn, zonder motiveringsgebrek.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van V.O.F. [naam 1] en V.O.F. [naam 2] ongegrond, betreffende de vaststelling van fosfaatrechten op basis van de Meststoffenwet.

Het College verklaart het beroep van Melkveebedrijf [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw gegrond, vernietigt het vervangingsbesluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het beroep van de melkveehouderij tegen de vaststelling van fosfaatrechten werd ongegrond verklaard. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn werd toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellanten ongegrond inzake de weigering van de minister om de overgang van varkenseenheden te registreren onder de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de boete van € 825,- voor [naam 1] B.V. wegens overtredingen van de Meststoffenwet, ondanks eerdere matiging door de rechtbank.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel en oordeelt dat de procedurele waarborgen bij het opleggen van de boete zijn nageleefd. De boete blijft staan.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete wegens overtreding Meststoffenwet. College bevestigt eerdere uitspraak, geen intern transport, geen dubbele beboeting.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete wegens overtreding Meststoffenwet; appellante als afnemer aangemerkt, geen interne transporten, boete bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert, ondanks eerdere investeringen in uitbreiding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] V.O.F. tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de fosfaatrechtenvaststelling en knelgevallenregeling op 22 december 2020.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten op basis van de Meststoffenwet, oordelend dat de minister de regelgeving correct heeft toegepast.

Het College van Beroep heropent het onderzoek naar de fosfaattoestand van een perceel en benoemt een deskundige voor een rapport. De uitspraak betreft de Meststoffenwet en fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de knelgevallenregeling niet van toepassing is en geen individuele en buitensporige last is aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake het fosfaatrechtenstelsel en staatssteun, uitspraak op 1 december 2020.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellante, maar verhoogt haar fosfaatrecht tot 3.893 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellanten correct heeft vastgesteld en dat zij niet als knelgeval kunnen worden aangemerkt. Het beroep is ongegrond.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante gegrond en stelt het fosfaatrecht vast op 4.388 kg, na erkenning van een fout in de eerdere vaststelling door verweerder.

Het College oordeelt dat appellante niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst beroep van V.O.F. [naam 1] tegen fosfaatrecht af; geen causaal verband aangetoond en niet grondgebonden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, omdat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en de knelgevallenregeling niet onterecht is afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake fosfaatrecht en knelgevallenregeling, maar vergoedt het griffierecht en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, bevestigt de noodzaak van het fosfaatrechtenstelsel en de generieke korting voor niet-grondgebonden bedrijven.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor fosfaatrechten en geen bijzondere omstandigheden kan aantonen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel verenigbaar is met het recht op eigendom. Appellante heeft geen individuele en buitensporige last aangetoond. Het beroep is ongegrond.

Het beroep tegen het bestreden besluit is niet-ontvankelijk verklaard; het beroep tegen het vervangingsbesluit is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld en dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Melkveebedrijf [naam] V.O.F. ongegrond, o.a. inzake het fosfaatrechtenstelsel en de Nitraatrichtlijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over fosfaatrechten voor een zoogkoeienhouderij en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen het fosfaatrecht, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat biologische melkveehouders onder het fosfaatrechtenstelsel vallen en dat appellante geen uitzonderingspositie toekomt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt.

Beroep gegrond verklaard; fosfaatrecht vastgesteld op 4.918 kg; proceskostenvergoeding van € 1.775,83 aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij sinds 2013 ziek was, waardoor de knelgevallenregeling niet kan worden toegepast.

Appellante voldoet niet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtstelsel. Schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert EIA-verklaring voor klimaatcomputer in aardbeienteelt; beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van extra betaling jonge landbouwers en herberekening van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de vaststelling van de basis- en vergroeningsbetaling GLB voor appellant, waarbij de 2% marge correct is toegepast.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de herziening van betalingsrechten voor perceel 68 onder het GLB, met bevestiging van de juiste toepassing van de 2% marge door de minister.

De voorzieningenrechter schorst het primaire besluit van het Ctgb om de aanvraag van Bayrol voor biocide te verwerpen, wegens onzorgvuldige besluitvorming en gebrek aan communicatie.

Northend Systems B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag door te late indiening, ondanks technische problemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht 1.068 monsters per partij eist om aan te tonen dat pluimveevlees veilig is, na een positieve Salmonella test.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart hoger beroep van accountant en klagers ongegrond; accountantskamer oordeelt terecht over onvoldoende controle op jaarrekeningen en truststructuur.

Accountant berispt voor onvoldoende controle van royalty's en niet melden ongebruikelijke transacties. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over accountantstuchtrecht en waardering aandelen; klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing opgelegd aan accountant. Hoger beroep ongegrond.

Het College vernietigt het besluit van de minister inzake de terugbetalingsverplichting van een innovatiekrediet, oordeelt dat het project niet geslaagd is en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant niet voldeed aan de last om een gezondheidsprotocol op te stellen, waardoor de invordering van verbeurde dwangsommen gerechtvaardigd was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de SDE-subsidie van appellante terecht is verminderd wegens overstimulering door cumulatie van subsidies, inclusief de TKI-subsidie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de verzoeken om schadevergoeding af wegens het ontbreken van onrechtmatige besluiten in het kader van betalingsrechten GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa terecht suppletiebedragen voor Bernhoven B.V. heeft geweigerd vanwege het ontbreken van een WTZi-vergunning. Het beroep van Bernhoven op het vertrouwensbeginsel en bijzondere omstandigheden wordt verworpen. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Slingeland Ziekenhuis ongegrond, omdat de 45-minutennorm niet gehaald kan worden op basis van de ingediende rittijden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, bevestigt de onderzoeksplicht van de Kamer van Koophandel en benadrukt de rol van de burgerlijke rechter in geschillen over bestuurswijzigingen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Chugoku Paints B.V. ongegrond, en bevestigt de bevoegdheid van het Ctgb om zelf gevarenaanduidingen vast te stellen voor biociden.

Het College oordeelt dat de minister terecht boetes oplegde voor overtredingen van de Meststoffenwet, maar dat deze gematigd moesten worden. De uiteindelijke boetes zijn vastgesteld op € 7.525,80.

Het College vernietigt de areaalbijdrage voor boomkwekerijgewassen en oordeelt dat Naktuinbouw een nieuw besluit moet nemen, waarbij alleen teeltmateriaal in rekening mag worden gebracht.

Het College verklaart het beroep van Boomkwekerij [naam 1] B.V. tegen de areaalbijdrage voor de keuring van boomkwekerijgewassen ongegrond.

Appellant heeft geen procesbelang bij het beroep tegen de uitbreiding van de toelatingstermijn van het gewasbeschermingsmiddel Talent. Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Appellanten verzoeken om schadevergoeding wegens integratie van steun voor vezelvlas en zaaizaad. Het College verklaart de beroepen ongegrond, omdat de besluiten rechtmatig zijn en de schade niet is veroorzaakt door de besluiten over de bedrijfstoeslag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de NAK terecht de pootaardappelen heeft afgekeurd wegens het ontbreken van een AM-vrijverklaring.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Loon- en Grondverzetbedrijf BV overtredingen van de Meststoffenwet heeft begaan en dat de opgelegde boetes terecht zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat niet is aangetoond dat er sprake is van een actieve onderneming.

College vernietigt besluiten van verweerder over subsidiabele oppervlakte perceel in Verdronken land van Saeftinghe en draagt nieuwe besluiten op binnen vier weken.

Hoger beroep van accountants [naam 1] en [naam 2] tegen berisping wegens onvoldoende controle van jaarrekeningen. Klachtonderdeel over liegen tijdens getuigenverhoor ongegrond verklaard. Maatregel omgezet in waarschuwing.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het besluit van de minister van Landbouw inzake uitbetaling betalingsrechten GLB, oordeelt dat appellante over een gebruikstitel beschikt en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College bevestigt de boete van € 1.500,- aan een pluimveehouder voor het veroorzaken van vangletsel bij kuikens, waarbij het vangletselpercentage 3,2% was, boven de toegestane 2%.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat zorgverzekeraars een machtigingsvereiste mogen opnemen in hun polisvoorwaarden voor niet-gecontracteerde zorg, mits dit op zorginhoudelijke criteria is gebaseerd. Het beroep van Stichting Zorghuis is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de boete van € 5.000,- voor het afleveren van URA-diergeneesmiddelen zonder recept aan schapenhouders. Appellante had moeten controleren of de middelen op recept waren voorgeschreven.

Het College verklaart het beroep van de Stichting Reinier de Graaf Groep ongegrond inzake suppletiebedragen voor kapitaallasten 2015 en 2016. De NZa heeft correct gehandeld volgens de Garantieregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht een last onder dwangsom heeft opgelegd aan Varkenshouderij B.V. wegens overtredingen van het Besluit houders van dieren. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Appellanten verzoeken handhaving tegen [naam 3] voor het exploiteren van een mobiel slachthuis. Het College oordeelt dat [naam 3] zich bezighoudt met primaire productie en verklaart het beroep ongegrond.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de veehouder niet in strijd heeft gehandeld met de wetgeving omtrent het vervoer van dieren, ondanks de beschuldigingen van de minister.

Het beroep van de appellant is niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van belang bij een inhoudelijke beoordeling. Verweerder is veroordeeld in de proceskosten van € 1.024,- en moet het griffierecht van € 170,- vergoeden.

Beroep tegen kostenbesluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ongegrond verklaard. Kosten voor opvang van dieren zijn terecht in rekening gebracht.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun bezwaar tijdig was ingediend tegen de last onder bestuursdwang.

Appellante verliest beroep tegen minister over uitbetaling betalingsrechten; sancties terecht opgelegd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt afwijzing S&O-verklaring Slimstock Holding B.V. en veroordeelt staatssecretaris in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris bevoegd was om S&O-verklaringen te corrigeren. Appellanten waren ten onrechte als starters aangemerkt. Beroepen ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Strukton Immersion Projects B.V. ongegrond, omdat de S&O-verklaringen voor projecten niet voldeden aan de eisen van de Wva.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van J.K. Son en Breugel Beheer B.V. ongegrond, omdat de administratie niet voldeed aan de eisen van de Wva en de S&O-verklaringen terecht zijn gecorrigeerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de weigering om de inschrijving van W. Zhou als bestuurder van de Limited in het handelsregister te doorhalen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de herberekening van de bedrijfstoeslag 2013 en de verjaring van het recht op terugvordering.

Het College vernietigt het herziene besluit van de minister over betalingsrechten en administratieve sanctie, oordeelt dat de appellant niet-ontvankelijk is in haar beroep tegen het oorspronkelijke besluit, maar gegrond in haar beroep tegen het herziene besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor graasdierpremie afgewezen wegens een afwijkingspercentage van meer dan 50% in het I&R-systeem. Appellante kon niet aantonen dat zij geen schuld had aan de onjuiste registratie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag om uitbetaling van de graasdierpremie afgewezen, omdat het aantal in aanmerking komende runderen lager was dan het drempelbedrag van € 1.000,-. Het beroep van de appellant is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de uitbetaling van betalingsrechten voor landbouwgrond, waarbij de minister correct heeft gehandeld.

Het College oordeelt dat de minister de graasdierpremie correct heeft vastgesteld en wijst een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de afwijzing van de graasdierpremie voor bepaalde percelen en oordeelt dat de minister een nieuw besluit moet nemen.

Het College vernietigt de boete van de ACM aan een webwinkel wegens onzorgvuldig handelen bij het verzenden van waarschuwingen over overtredingen van consumentenbescherming.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was tot spoedbestuursdwang inzake schildpadden, maar dat KLM recht heeft op een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaarschriften.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het hoger beroep gegrond verklaard en klachtonderdeel b gegrond verklaard, waarbij betrokkene een waarschuwing is opgelegd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van de accountantskamer voor klachtonderdeel a en verwijst de zaak terug, terwijl klachtonderdeel b ongegrond wordt verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard; klacht over leugenachtige verklaring accountant afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van huisartsen tegen de tariefbeschikking van de NZa ongegrond, o.a. vanwege het vastgestelde maximumtarief van € 73,37 voor HDS-diensten.

Accountant [naam 1] RA schond het beginsel van professionaliteit door niet-bestemde post te openen en geadresseerden niet te informeren. Hoger beroep ongegrond, waarschuwing bevestigd.

Hoger beroep accountantstucht: beide hoger beroepen ongegrond verklaard, maatregel van waarschuwing voor accountant wegens onvoldoende wederhoor.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een accountant als penningmeester tuchtrechtelijk aansprakelijk is voor onzorgvuldig handelen bij een atypisch betalingsverzoek, ondanks dat hij slachtoffer was van oplichting. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de accountantskamer, die zijn klachten over een onderzoek naar vergoedingen en zijn rol in gemeentelijke projecten ongegrond verklaarde. Het College bevestigt de uitspraak van de accountantskamer en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van gemeente Hellevoetsluis tegen ACM over kostenverdeling bij verhuur ligplaatsen. College bevestigt dat haveninfrastructuur als productiemiddel geldt en kosten terecht zijn meegerekend.

Het College verklaart het beroep van appellante gegrond, stelt een dwangsom vast van € 610,- en verwijst het beroep tegen het besluit van 3 juli 2018 ter behandeling als bezwaar naar verweerder.

Het College van Beroep bevestigt de tijdelijke doorhaling van de inschrijving van een accountant wegens schending van integriteit en professionaliteit door het toevoegen van geantedateerde documenten aan zijn toetsingsdossier.

Hoger beroep van Bouwens Beek Automatisering B.V. tegen het Kadaster over de Klic-viewer. Het College bevestigt dat het gratis aanbieden van de Klic-viewer geen economische activiteit is en dat artikel 25i van de Mededingingswet niet van toepassing is.

Het College vernietigt de boete van ACM voor de terugbetalingsverplichting, maar bevestigt de boete voor de informatieverplichting. ACM was niet bevoegd om de boete voor de terugbetalingsverplichting op te leggen.

Het College vernietigt de boete van € 120.000,-- wegens overtreding van de terugbetalingsverplichting, omdat ACM niet bevoegd was om handhavend op te treden. Het hoger beroep van [naam 3] is gegrond, het hoger beroep van ACM ongegrond.

Hoger beroep over klacht tegen accountant; klacht deels ongegrond verklaard, maar berisping blijft staan wegens schending van objectiviteit.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant gestraft voor niet-integer handelen en onvoldoende controlewerkzaamheden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst het verzoek om herziening af, oordelend dat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere uitspraak rechtvaardigen.

Het College bevestigt de boete van € 21.000,- voor [naam 1] wegens overtredingen van de Wwft, met name onvoldoende cliëntenonderzoek, maar niet voor de meldplicht van ongebruikelijke transacties.

Hoger beroep gegrond; BFT heeft appellante ten onrechte een boete opgelegd voor Wwft-overtredingen. Herroeping van besluiten en proceskostenvergoeding aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van eenzijdige aanvragen voor kwaliteitsimpuls verpleeghuizen door de NZa en draagt hen op deze aanvragen inhoudelijk te beoordelen.

Het College vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van vijf zorginstellingen tegen toekenningsbesluiten van de NZa voor kwaliteitsimpuls verpleeghuizen, omdat er geen onderzoek is gedaan naar hun concurrentiepositie.

Appellant maakt bezwaar tegen vermelding merknaam in tariefbeschikking. College verklaart beroep ongegrond, geen rechtsgevolg van de vermelding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de inschrijving van een bestuurswisseling in het handelsregister, waarbij de rechtsgeldigheid van de besluiten van de VvE wordt bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de uitschrijving van de appellant als bestuurder door de KvK terecht was, omdat de appellant zijn ontslag tijdig heeft ingediend en niet heeft herroepen.

Verdachte veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf voor oplichting, pogingen daartoe, verduistering en valsheid in geschrifte.

Verdachte veroordeeld voor mensensmokkel tot 278 dagen gevangenisstraf, waarvan 180 dagen voorwaardelijk. Betrokkenheid bij vervoer van illegale vreemdelingen vastgesteld.

Verdachte veroordeeld tot 1 dag gevangenisstraf en 220 uur taakstraf voor ontucht met minderjarige prostituee na contact via internetadvertentie.

Verdachte veroordeeld voor ontucht met minderjarige prostituee, gevangenisstraf van 1 dag en taakstraf van 220 uren.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van ontucht met een minderjarige, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had gepleegd.

Verdachte veroordeeld voor ontucht met minderjarige prostituee; gevangenisstraf van 1 dag en taakstraf van 100 uren.

Verdachte veroordeeld voor ontucht met minderjarige prostituee; gevangenisstraf van 1 dag en taakstraf van 220 uren.

Verdachte veroordeeld voor verkeersongeval met zwaar letsel en doorrijden na aanrijding onder invloed van alcohol. Gevangenisstraf van 4 maanden en 30 maanden rijontzegging opgelegd.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van het aanwezig hebben van amfetamine en voorbereidingshandelingen, gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Verdachte veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf voor medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs, vrijspraak voor productie.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine/MDMA; gevangenisstraf van 9 maanden, 6 maanden voorwaardelijk.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van het be- en/of verwerken van amfetamine en voorbereidingshandelingen tot vervaardiging van amfetamine en/of MDMA wegens onvoldoende bewijs.

Verdachte veroordeeld tot 48 maanden gevangenisstraf voor medeplegen van productie van synthetische drugs en voorbereidingshandelingen.

Verdachte vrijgesproken van poging doodslag en zware mishandeling, veroordeeld voor verboden wapenbezit met een geldboete van € 310,-.

Verdachte schuldig aan medeplichtigheid aan grootschalige productie van synthetische drugs; gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd.

Hersteluitspraak van 21 februari 2018 in belastingzaak van belanghebbende X tegen de Inspecteur der Belastingen, met correcties op eerdere uitspraak van 24 januari 2018.

Het Gerecht verklaart het beroep ongegrond; belanghebbende heeft niet onverwijld melding gemaakt van de vergissing bij invoer, waardoor geen recht op teruggaaf van invoerrechten bestaat.

De rechtbank heeft op 30 januari 2018 de erkenning van vaderschap van de man vernietigd op verzoek van de minderjarige, gebaseerd op DNA-onderzoek waaruit blijkt dat de man niet de biologische vader is.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de disciplinaire straf van terugzetting in rang van een douaneambtenaar, oordelend dat de opgelegde sanctie te zwaar is voor het vastgestelde plichtsverzuim.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat de afwijzing van klagers verzoek om bevordering naar schaal 6 gebrekkig gemotiveerd was en verklaart het bezwaar gegrond.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba vernietigt het ontslag van een ambtenaar wegens onvoldoende bewijs van plichtsverzuim en verklaart het bezwaar gegrond.

Appellante's verzoek om vergunning tot tijdelijk verblijf is gehonoreerd, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Griffierecht wordt teruggegeven, geen kostenveroordeling.

De Gouverneur van Aruba heeft het verzoek om een gratificatie aan een ambtenaar afgewezen. Het gerecht oordeelt dat de afwijzing terecht is, omdat de Gouverneur discretionaire bevoegdheid heeft en klager al eerder is beloond.

Appellante verliest beroep tegen de Gouverneur van Aruba over het verkrijgen van het Nederlanderschap; verblijfsgat in verblijfsstatus leidt tot ongegrondverklaring.

Appellant verzocht om medische behandeling in Nederland, maar het gerecht oordeelde dat de behandeling in Colombia adequaat kan worden uitgevoerd. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het verzoek van verzoekster is niet-ontvankelijk verklaard omdat verweerder tijdig een beslissing op bezwaar heeft genomen, waardoor het belang van verzoekster is komen te vervallen.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premies AVBZ. De aanslagen voor 2006, 2008 en 2009 worden verlaagd, terwijl die voor 2010 gehandhaafd blijft. Proceskosten worden vergoed.

Het Gerecht oordeelt over bijtelling auto, alimentatie aan dochters en vliegticketkosten. Belanghebbende krijgt gelijk over alimentatie, maar niet over bijtelling en vliegticket.

Klaagster verzocht om uitbetaling van niet genoten vakantie- en atv-dagen, maar het gerecht oordeelt dat er geen wettelijke grondslag voor is. Het bezwaar wordt ongegrond verklaard.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klaagster ongegrond, omdat haar functie geen benoemde functie is en haar langdurige arbeidsongeschiktheid de beoordeling van haar functioneren bemoeilijkt.

Het Gerecht heeft de naheffingsaanslagen en vergrijpboeten aan de belanghebbende bevestigd, maar de boetes gematigd vanwege procedurele tekortkomingen.

Het Gerecht verklaart het beroep van N.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting buiten de wettelijke termijn is ingediend.

Het Gerecht oordeelt dat de verzuimboete voor het niet tijdig indienen van de aangifte winstbelasting terecht is opgelegd, ondanks schending van de hoorplicht.

Verdachte veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor medeplegen vuurwapenbezit en opzetheling. In beslag genomen vuurwapens en mobiele telefoon verbeurd verklaard.

De verdachte is vrijgesproken van het voorhanden hebben van vuurwapens. Het gerecht oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de beschuldigingen.

Verdachte veroordeeld tot 4,5 jaar gevangenisstraf voor diefstal en vuurwapenbezit met bedreiging. In beslag genomen vuurwapens onttrokken aan het verkeer.

Verdachte veroordeeld tot 48 maanden gevangenisstraf voor diefstal met bedreiging met geweld. Feiten gepleegd op 14 januari 2017 in Aruba.

Verdachte veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf voor overtreding van de Vuurwapenverordening en de Landsverordening verdovende middelen.

Verdachte vrijgesproken van primair tenlastegelegde, maar schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan diefstal en afpersing. Veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf.

Verdachte veroordeeld voor medeplichtigheid aan diefstal en afpersing met vuurwapen, gevangenisstraf van 6 jaar en 6 maanden opgelegd, schadevergoeding aan benadeelde partijen.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor medeplichtigheid aan diefstal en afpersing, met schadevergoeding aan benadeelde partijen.

Het Gerecht vernietigt de vergrijpboete, maar handhaaft de naheffingsaanslag winstbelasting. De RSV-methode is in strijd met goed koopmansgebruik.

Verzoekster heeft geen bezwaarschrift ingediend, waardoor het verzoek om een voorziening bij voorraad wordt afgewezen. De termijn voor bezwaar was reeds verstreken.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba vernietigt het landsbesluit van de Gouverneur wegens onvoldoende motivering van de opgelegde disciplinaire sanctie en verklaart het bezwaar van klager gegrond.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager gegrond en vernietigt de schriftelijke berisping wegens ongeoorloofde afwezigheid, aangezien klager niet ongeoorloofd afwezig was tijdens zijn werktijden.

De verdachte is veroordeeld tot dertig maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, voor het opzettelijk in bezit hebben van cocaïne en hennep, bestemd voor de (groot)handel.

Verdachte veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf voor bezit en verkoop van cocaïne en marihuana.

De verdachte is veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het bezit en de verkoop van verdovende middelen.

Verzoekers vragen om een voorlopige voorziening voor de vergoeding van medische kosten voor de behandeling van de minderjarige [A] met trisomie 18. Het gerecht oordeelt dat het belang van de behandeling zwaarder weegt dan het financiële belang van de verweerder en draagt verweerder op de kosten te vergoeden.

Het Gerecht verklaart het beroep inzake de aanslag inkomstenbelasting over 2011 gegrond en vermindert de aanslag tot Naf. 2.858, met proceskostenvergoeding van Naf. 1.050 aan de belanghebbende.

Verzoekster vraagt machtiging om registergoed te verkopen namens haar echtgenoot, maar verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat buitenlandse curatele niet erkend wordt.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba vernietigt de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag wegens onredelijk tijdsverloop tussen het plichtsverzuim en de strafoplegging.

Klaagster maakt bezwaar tegen haar bevordering naar klerk 1ste klasse. Het gerecht oordeelt dat zij niet voldoet aan de opleidingseisen en verklaart het bezwaar ongegrond.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken heropent het onderzoek naar een disciplinaire straf opgelegd aan klager, om getuigenbewijs te horen.

Klager maakt bezwaar tegen afwijzing bevordering; rechter verklaart bezwaar gegrond, vernietigt afwijzing, maar laat rechtsgevolgen in stand.

De vader verzocht om gezamenlijk gezag en wijziging van de omgangsregeling, maar het gerecht wees dit verzoek af. De moeder blijft alleen belast met het gezag, en de vader wordt het recht op omgang met [minderjarige 2] ontzegd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft [naam X] onder curatele gesteld wegens verslaving en psychische problemen, met benoeming van zijn moeder als curatrice en plaatsing in een rehabilitatiecentrum.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft [naam X] onder curatele gesteld wegens drugsmisbruik en zijn broer benoemd tot curator. Tevens is plaatsing in een rehabilitatiecentrum bevolen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaart de ontkenning van het vaderschap gegrond en verleent de moeder toestemming om kosteloos te procederen.

Het gerecht verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het bezwaarschrift van klager tegen een mededeling van feitelijke aard van de minister van Algemene Zaken.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager ongegrond, omdat de Minister niet verplicht was om het bevorderingsverzoek in te willigen. Klager heeft nog niet aangetoond schade te hebben geleden.

Verdachte veroordeeld tot 2 jaar PIJ-maatregel voor gewelddadige diefstallen, met schadevergoeding aan slachtoffers.

Verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van gewelddadige diefstallen en krijgt een PIJ-maatregel van 2 jaar opgelegd.

Verdachte veroordeeld tot 24 maanden jeugddetentie voor medeplichtigheid aan diefstal met geweld, toepassing van jeugdstrafrecht.

Verdachte veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf voor gewelddadige diefstallen en afpersingen met vuurwapenbezit, met schadevergoedingsmaatregel aan benadeelde partij.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verleent vervangende toestemming aan de man om de minderjarige te erkennen en stelt een omgangsregeling vast.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt een bewindvoerder voor de nalatenschap van wijlen [naam wijlen] wegens afwezigheid van belanghebbenden.

Benoeming van B.R. Roos als bewindvoerder over het aandeel van de belanghebbende in de nalatenschap, gezien haar afwezigheid.

Beschikking over kinderalimentatie en omgangsregeling tussen vader en minderjarige, met een maandelijkse bijdrage van Afl. 300,- en afspraken over omgang.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba ontzet de moeder uit het ouderlijk gezag over drie minderjarigen en benoemt een voogdes, terwijl de vader het gezag over twee van de kinderen krijgt.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart zich onbevoegd van het bezwaar van een ambtenaar tegen de minister kennis te nemen, omdat het verzoek niet vatbaar is voor bezwaar.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba vernietigt de afwijzing van een verzoek om bevordering, omdat deze onbevoegd is genomen. Verweerder moet de proceskosten betalen.

Klaagster verzocht om bevordering, maar verweerder heeft niet beslist. Bezwaar gegrond verklaard; verweerder moet binnen drie maanden beslissen.

Het beroep van appellanten tegen de afwijzing van een vergunning tot tijdelijk verblijf is niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belang meer hadden bij het beroep.

Verdachte veroordeeld voor bedreiging met vuurwapen en vuurwapenbezit, gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 12 september 2017 een omgangsregeling vastgesteld tussen de moeder [X] en haar minderjarige kinderen [E] en [D].

De vader verzoekt om wijziging van gezag en omgangsregeling voor zijn dochter [Z]. De rechter wijst het verzoek om gezamenlijk gezag af, maar stelt een omgangsregeling vast.

Klaagster heeft geen belang meer bij het bezwaarschrift tegen de afwijzing van haar verzoek om waarnemingstoelage en gratificatie, waardoor het bezwaarschrift niet-ontvankelijk is verklaard.

Het gerecht verklaart het bezwaar van klager gegrond en vernietigt de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar de Dienst Publieke Scholen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager tegen de afwijzing van zijn verzoek om versnelde bevordering ongegrond, omdat hij slechts als waarnemer was benoemd en niet voldeed aan de voorwaarden van het beleid.

Klaagster verzocht om een waarnemingstoelage, maar de minister weigerde dit omdat er geen formele waarneming was. Het bezwaar is ongegrond verklaard.

Klager heeft bezwaar gemaakt tegen zijn indeling in schaal 8 op basis van een niet kenbare negatieve beoordeling. Het gerecht oordeelt dat de bestreden beschikking ondeugdelijk is gemotiveerd en vernietigt het landsbesluit.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de disciplinaire straf van ontslag tegen een luchtverkeersleider wegens onvoldoende motivering en oordeelt dat het enkele incident niet de zwaarste straf rechtvaardigt.

Klaagster verzocht om een waarnemingstoelage voor het ambt van hoofdofficier van justitie. Het gerecht verklaarde de beschikking van de minister nietig, maar de nietigheid werd voor gedekt verklaard.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 11 september 2017 het verzoek van een Australische verzoekster om schorsing van een afwijzende beschikking van de minister afgewezen, omdat het verzoek evident niet voor inwilliging vatbaar was.

Het beroep van de appellant tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vrijwillige uitdiensttreding is gegrond verklaard. De fictieve afwijzende beschikking is vernietigd en verweerder moet binnen drie maanden een beslissing nemen op het bezwaar.

Verdachte vrijgesproken van moord, maar schuldig bevonden aan poging tot doodslag en veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat klager geen plichtsverzuim heeft gepleegd en verklaart zijn bezwaar gegrond, vernietigt het landsbesluit en verplicht verweerder een nieuw besluit te nemen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wijst het verzoek tot schorsing van de beschikking inzake toeristisch verblijf af, omdat verzoekster geen spoedeisend belang kan aantonen.

Het Gerecht oordeelt dat de belanghebbende niet overtuigend heeft aangetoond dat de aanslag onjuist is en vermindert de aanslag tot Naf. 11.500.

Het Gerecht verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslagen grondbelasting ongegrond, oordelend dat de bezwaren ontvankelijk zijn en de uitspraken op bezwaar voldoende gemotiveerd zijn.

Klaagster maakt bezwaar tegen haar plaatsing en bevordering binnen het KPA. De rechter verklaart het bezwaar ongegrond, omdat klaagster onvoldoende heeft aangetoond dat haar rechtspositie is geschaad.

Klager verzocht om bevordering, maar zijn verzoek werd afgewezen omdat zijn functie maximaal op schaal 10 is gewaardeerd. Het gerecht vernietigde de afwijzing, maar liet de rechtsgevolgen in stand.

Klaagster's bezwaar tegen disciplinaire straf is niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De termijn voor indienen was verstreken.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart het bezwaar van een brandweerambtenaar ongegrond, die zich verzette tegen de toekenning van zijn functie, rang en bezoldiging in het nieuwe rangenstelsel.

Klagers maken bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op hun verzoek om restitutie van overwerkvergoeding. Het Gerecht verklaart het bezwaar gegrond en draagt verweerder op binnen drie maanden te beslissen.

Het bezwaar van de klager tegen de afwijzing van zijn pensioenuitkering is gegrond verklaard. De afwijzing was onbevoegd en niet goed gemotiveerd. De Gouverneur moet nu een beslissing nemen op het verzoek van de klager.

Klager betwist de ingangsdatum van zijn bevordering naar administrateur (schaal 13). Het gerecht verklaart het bezwaar gegrond en vernietigt het landsbesluit, omdat de motivering onvoldoende is.

Klager verzocht om bijzondere vrijstelling van dienst, maar zijn bezwaar tegen de beslissing van de gouverneur werd niet-ontvankelijk verklaard.

Het bezwaar van klager tegen zijn disciplinaire ontslag is gegrond verklaard; de uitspraak vernietigt het Landsbesluit van 3 mei 2016 en veroordeelt verweerder tot betaling van proceskosten.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het bezwaar van klager gegrond verklaard en het landsbesluit van 24 mei 2016 vernietigd, omdat de afwijzing van zijn bevorderingsverzoek naar schaal 12 onvoldoende gemotiveerd was.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat een ambtenaar recht heeft op kindertoelage, ook zonder erkenning van het kind, mits er een onderhoudsplicht is. Het bezwaar van klager is gegrond verklaard.

Klaagster verzocht om bevordering naar hogere schalen, maar haar functie is maximaal gewaardeerd op schaal 4. Het bezwaar is gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Klager maakt bezwaar tegen zijn bevordering tot hoofdcommies, stelt dat zijn functie op schaal 11 gewaardeerd moet worden. Het gerecht verklaart het bezwaar ongegrond en bevestigt de waardering op schaal 10.

Belanghebbende X, ingezetene van Curaçao, betwistte aanslagen in de inkomstenbelasting en premies AOV/AVBZ. Het Gerecht oordeelde dat het ABP-pensioen belastbaar is in Curaçao, maar dat dubbele belasting moet worden voorkomen. De Inspecteur moet de aanslag inkomstenbelasting herzien.

Het verzoek van de vader om de moeder bij te laten dragen in de kosten van de verzorging van de minderjarigen wordt afgewezen, omdat de moeder geen draagkracht heeft.

De vrouw verzoekt om partneralimentatie van Afl. 685,- per maand. Het gerecht oordeelt dat de man Afl. 415,- per maand moet betalen, en verleent de vrouw kosteloze procesvoering.

De beschikking betreft een verzoek van de vader om een omgangsregeling met zijn minderjarigen. De minderjarige [B] wordt in de gelegenheid gesteld zijn mening te geven aan de rechter op 4 september 2017.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba gelast de doorhaling van een akte van inschrijving van een rechterlijke uitspraak inzake het rechtsvermoeden van overlijden van [X].

Klaagster maakt bezwaar tegen terbeschikkingstelling aan stichting, maar het gerecht verklaart het bezwaar ongegrond. Klaagster kan hoger beroep instellen.

Klager maakte bezwaar tegen zijn bevordering tot gevangenisinrichtingswerker. Het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, o.a. omdat klager niet eerder het vereiste diploma had behaald en het gelijkheidsbeginsel niet van toepassing was.

Het bezwaar van klager tegen de afwijzing van zijn pensioenuitkering is gegrond verklaard. De bestreden beschikking is vernietigd, en de Gouverneur moet opnieuw beslissen op klagers verzoek.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de afwijzing van een ambtenaar's bevorderingsverzoek wegens onbevoegdheid en gebrek aan zorgvuldigheid in de beoordeling.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart het bezwaar van een gepensioneerde ambtenaar ongegrond, omdat het Bilateraal Akkoord niet van toepassing is op gepensioneerden.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart het bezwaar van klager ongegrond, omdat de ingangsdatum van zijn bevordering correct was vastgesteld op 1 augustus 2013. Klager voldeed pas op 6 juli 2013 aan de vereisten voor bevordering.

Het bezwaar van klager tegen de afwijzing van zijn bevorderingsverzoek is gegrond verklaard en de bestreden beschikking is vernietigd.

Vordering tot reisverbod voor minderjarige afgewezen; onvoldoende spoedeisend belang aangetoond door eiser.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba schorst een landsbesluit dat een ambtenaar schorste wegens vermoedelijk plichtsverzuim, met ingang van twee maanden na de uitspraak.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 21 augustus 2017 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster geen spoedeisend belang kon aantonen.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het beroep gegrond, vernietigt de aanslagen en stelt het belastbaar inkomen vast op Naf. 13.408, met proceskostenvergoeding aan de belanghebbende.

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboetes; belanghebbende voldoet niet aan administratieplicht.

Verzoek tot wijziging gezag afgewezen omdat de vader reeds het gezag over de minderjarige heeft na het overlijden van de moeder.

De vader is veroordeeld tot betaling van Afl. 350,- per maand voor kinderalimentatie, ingaande 1 april 2017, wegens het ontbreken van verweer.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 4 juli 2017 de vader veroordeeld tot betaling van Afl. 450,- per maand voor kinderalimentatie, ondanks zijn afwezigheid.

De moeder is ontzet uit het ouderlijk gezag over drie minderjarigen wegens grove verwaarlozing en misbruik van gezag. Fundacion Guia Mi is benoemd tot voogdes over twee minderjarigen en een voorgestelde voogdes over de derde minderjarige.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt op 4 juli 2017 de grootmoeder tot voogdes over het kind, omdat de moeder niet bevoegd is tot het uitoefenen van gezag.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt op 4 juli 2017 de grootmoeder tot voogdes over het kind, omdat de moeder niet bevoegd is het gezag uit te oefenen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt [de grootmoeder] tot voogdes over [het kind] wegens onbevoegdheid van de moeder tot het uitoefenen van gezag.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom klaagster verplicht moest worden tot een begeleidingstraject voor woedebeheersing. De bestreden beschikkingen worden vernietigd.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het bezwaar van klaagster tegen de ministeriële beschikking inzake disciplinaire maatregelen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart het bezwaar van een ambtenaar gegrond, vernietigt het landsbesluit over zijn bevordering en verplicht verweerder om opnieuw te beslissen binnen drie maanden.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager tegen de uitbetaling van vakantiedagen door de Gouverneur ongegrond.

Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen haar salaris en dienstbetrekking als leerkracht. Het gerecht verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat klaagster geen belang meer heeft na eerdere uitspraak.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de bevordering van klager naar de rang van brigadier 1ste klasse, omdat de negatieve beoordeling niet aan klager was kenbaar gemaakt. Verweerder moet binnen drie maanden een nieuw besluit nemen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de intrekking van goedgekeurde vakantiedagen door de Kopschef van het Korps Politie Aruba, oordeelt dat dit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en veroordeelt verweerder tot betaling van proceskosten.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft het bezwaar van een leerkracht gegrond verklaard en de beschikking van de minister van Onderwijs vernietigd, omdat de bezoldiging en aanstelling niet correct waren vastgesteld na een overplaatsing.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het bezwaar van een ambtenaar gegrond verklaard en de disciplinaire straf van terugzetting in bezoldiging vernietigd, omdat nalaten om melding te maken van diefstal niet als actieve betrokkenheid kan worden aangemerkt.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt de afwijzing van een bevorderingsverzoek door de minister, omdat alleen de Gouverneur bevoegd is. Proceskosten worden vergoed.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt het ontslag van klager wegens onvoldoende bewijs van plichtsverzuim en omkoping, maar constateert wel dat klager niet altijd aanwezig was bij containeropeningen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van de verzoeker tegen zijn ontslag wegens medische ongeschiktheid ongegrond, zonder verplichting voor de werkgever om hem in een andere functie te plaatsen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat de toegangsontzegging aan klager onrechtmatig was en verklaart zijn bezwaar gegrond.

Beroep van gewezen ambtenaar tegen afwijzing pensioenuitkering gegrond verklaard; beschikking vernietigd en doorverwezen naar gerecht in ambtenarenzaken.

Het beroep van appellante tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering is ongegrond verklaard. De rechter oordeelde dat de Minister zich op basis van medische rapporten kon stellen dat appellante niet in overwegende mate arbeidsongeschikt was.

Verzoekster vraagt om schorsing van een afwijzing van haar aanvraag voor tijdelijk verblijf. Het gerecht wijst het verzoek af wegens gebrek aan spoedeisend belang.

Appellante heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar voor een verblijfsvergunning. Het beroep is gegrond verklaard en de minister moet binnen drie maanden een beslissing nemen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaart het beroep van appellanten niet-ontvankelijk wegens gebrek aan bewijs van ontvangst van het bezwaarschrift, dat per fax was ingediend.

Beschikking tot ondercuratelestelling van [Y] wegens vasculaire dementie, met benoeming van [A] als curatrice.

In deze alimentatiezaak is de vader veroordeeld tot betaling van Afl. 475,- per kind per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van zijn minderjarige kinderen, met ingang van 1 mei 2017.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft het bezwaar van klager gegrond verklaard en de disciplinaire straf van ontslag in voorwaardelijke vorm opgelegd, met wijziging van de eerdere beschikking van de Gouverneur.

Klager maakte bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering naar schaal 13. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde de afwijzing, omdat alleen de Gouverneur bevoegd is om dergelijke verzoeken te behandelen.

Klager maakte bezwaar tegen indeling voor nachtdiensten, maar het gerecht oordeelde dat hij volledig arbeidsgeschikt is. Bezwaar ongegrond verklaard op 26 juni 2017.

Klager verzocht om een verklaring omtrent gedrag voor een baan, maar zijn verzoek werd afgewezen vanwege eerdere strafrechtelijke veroordelingen. De klacht is ongegrond verklaard.

Benoeming van [Z] tot voogdes over [X] door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, op verzoek van de Voogdijraad, vanwege het ontbreken van ouderlijk gezag.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt [Z] tot voogd over het kind [X], gezien de moeder niet in staat is het ouderlijk gezag uit te oefenen.

Klager maakt bezwaar tegen de ingangsdatum van zijn bevordering. Het gerecht verklaart het bezwaar gegrond en vernietigt het Landsbesluit van 4 november 2016.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba vernietigt de disciplinaire straf van ontslag aan klager wegens onvoldoende bewijs van plichtsverzuim tijdens een incident op de voetbalvelden.

De moeder is belast met het gezag over haar minderjarige kind, na een verzoek daartoe. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 13 juni 2017 de adoptie van een minderjarige door verzoekster toegewezen, na advies van de Voogdijraad.

Verzoek tot ontheffing of ontzetting uit het ouderlijk gezag afgewezen; moeder verzet zich niet, maar er zijn geen gronden voor ontheffing of ontzetting.

De rechtbank heeft op 13 juni 2017 de heer [Gerekestreerde] onder curatele gesteld op verzoek van zijn echtgenote, wegens geestelijke ziekte. De curatrice moet binnen acht weken een opgave van activa indienen.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk omdat er geen bezwaar is gemaakt tegen de belastingaanslagen, conform de Landsverordening op het beroep in belastingzaken.

Het beroep tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting is niet-ontvankelijk verklaard, en het verzoek om kostenvergoeding is ongegrond verklaard.

Het Gerecht verklaart het beroep inzake de naheffingsaanslag ongegrond, maar vernietigt de verzuimboete wegens een pleitbaar standpunt van de belanghebbende.

Grootmoeder verzoekt om ontheffing en ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag; verzoeken worden afgewezen op basis van rapport Voogdijraad.

De rechter heeft de grootmoeder moederszijde benoemd tot voogdes over de minderjarige, nadat het gezag van de moeder is geschorst.

De vader krijgt gezamenlijk gezag over de minderjarige en er wordt een omgangsregeling vastgesteld. De moeder heeft bezwaren, maar het gerecht oordeelt in het belang van het kind.

De vader verzocht om wijziging van het gezag over zijn minderjarige kind, maar het gerecht wees dit verzoek af en belastte de moeder alleen met het gezag. De omgangsregeling werd vastgesteld.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verleent op 23 mei 2017 machtiging voor de verkoop van een registergoed in de nalatenschap van wijlen [naam wijlen].

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 23 mei 2017 het gezamenlijk gezag van de ouders over de minderjarige beëindigd en het gezag volledig aan de moeder toegewezen, in het belang van de minderjarige.

Verzoek tot ondercuratelestelling en benoeming van een provisioneel bewindvoerder afgewezen; onvoldoende gronden voor ondercuratelestelling van de verweerster.

De moeder verzoekt om wijziging van het gezag en een omgangsregeling. Het gerecht wijst het verzoek tot gezagswijziging af, bepaalt hoofdverblijf bij de moeder en stelt een omgangsregeling vast.

Het Gerecht verklaart het bezwaarschrift van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in belastingzaken.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft het beroep van X NV tegen naheffingsaanslagen winstbelasting en boetebeschikkingen gegrond verklaard, de aanslagen verminderd en boetes verlaagd tot 10%.

Klaagster verzocht om bevordering, maar werd afgewezen vanwege langdurig ziekteverzuim. Het gerecht oordeelde dat de afwijzing onbevoegd was, maar dat de rechtsgevolgen in stand blijven.

Beroep van N.V. tegen naheffingsaanslag winstbelasting en verzuimboete. Aanslag verminderd naar nihil, beroep tegen boete gegrond, boete gehandhaafd op Naf. 500.

Verdachte veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor moord op slachtoffer in Aruba, huurmoord met schadevergoeding van Afl. 12.000,- aan benadeelde partij.

Klaagster verzocht om bevordering, maar de minister wees dit af. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond, vernietigde de afwijzing, maar liet de rechtsgevolgen in stand.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 8 mei 2017 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster geen spoedeisend belang kon aantonen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 8 mei 2017 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het verzoek evident niet voor inwilliging vatbaar was en er geen spoedeisend belang was aangetoond.

Verdachte veroordeeld voor mishandeling met een mes, vrijgesproken van poging tot moord. Gevangenisstraf van 247 dagen opgelegd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 25 april 2017 beslist dat de vader en moeder gezamenlijk het gezag over hun minderjarige kind uitoefenen en een omgangsregeling is vastgesteld.

De vader verzoekt gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kinderen met de moeder. Het gerecht oordeelt dat dit in het belang van de kinderen is en stelt de hoofdverblijfplaats bij de vader vast.

De moeder verzoekt om eenhoofdig gezag en hoofdverblijf bij haar, maar het gerecht wijst dit verzoek af en kent het gezag toe aan de vader, met een omgangsregeling voor de dochter.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 25 april 2017 de doorhaling gelast van een onterecht opgemaakte latere vermelding van echtscheiding in de huwelijksakte, op verzoek van het Openbaar Ministerie.

Verzoekster vraagt erkenning van haar biologische vader, maar het verzoek is niet tijdig ingediend. Het gerecht overweegt de mogelijkheid om de termijnoverschrijding te negeren en roept belanghebbenden op voor een nadere zitting.

De Voogdijraad verzoekt om een alimentatiebijdrage van Afl. 350,- van de vader voor de minderjarige. Het gerecht wijst het verzoek toe, ingaande 1 maart 2017.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft het bezwaar van een ambtenaar gegrond verklaard en de afwijzing van haar bevorderingsverzoek door de minister vernietigd, omdat alleen de Gouverneur bevoegd is om dergelijke verzoeken te behandelen.

Het beroep van appellant tegen de fictieve afwijzing van zijn verzoek om een werk- en verblijfsvergunning is gegrond verklaard. De minister moet binnen drie maanden een reële beslissing nemen.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten in de beroepsfase van een belastingaanslag, vastgesteld op Naf. 1.400.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 11 april 2017 [X] onder curatele gesteld wegens Alzheimer, met benoeming van [A] als curatrice.

Het Gerecht verklaart het bezwaar tegen de verzuimboete ontvankelijk en vernietigt de boetebeschikking, omdat de belanghebbende tijdig om uitstel had verzocht. Proceskosten van Naf. 1.050 worden toegewezen aan de belanghebbende.

Verdachte vrijgesproken van seksueel misbruik; twijfels over betrouwbaarheid van het slachtoffer leidde tot vrijspraak.

Belanghebbende, ingezetene van Curaçao, betwist de belastingheffing over zijn weduwnaarspensioen en ANW-uitkering uit Nederland. De rechtbank oordeelt dat Curaçao het heffingsrecht heeft en bevestigt de aanslagen van de Inspecteur.

Verdachte veroordeeld voor seksueel misbruik van een minderjarige en bedreiging met geweld, met een gevangenisstraf van 30 maanden en schadevergoeding aan het slachtoffer.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft het gezamenlijk gezag van ouders [X] en [Y] over de minderjarige [Z] beëindigd en de omgangsregeling met de vader ontzegd, gezien de schadelijke effecten voor de minderjarige.

De beschikking verleent [X] vervangende toestemming om de minderjarige [Z] te erkennen en belast hem met het ouderlijk gezag, na bevestiging van zijn biologische vaderschap.

De vader is verplicht Afl. 350,-- per maand te betalen voor de verzorging van de minderjarige [Z], met ingang van 1 december 2016, na instemming van de moeder.

In deze zaak verzoekt de moeder om een alimentatiebijdrage van Afl. 450,-- per maand van de vader voor hun minderjarige kind, welke wordt toegewezen met ingang van 1 december 2016.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt het eervol ontslag van klager, omdat de motivering ontbrak. De minister wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft het bezwaar van klaagster gegrond verklaard en de beschikking van de minister vernietigd, omdat bij de berekening van de waarnemingstoelage ten onrechte geen rekening is gehouden met de directeurentoelage.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart zich onbevoegd om het bezwaar van klager tegen de Universiteit van Aruba te behandelen, omdat klager niet als ambtenaar was benoemd.

De beschikking betreft een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, vastgesteld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 maart 2017, waarbij de vader recht heeft op contact met zijn kind.

In deze zaak is de wijziging van het ouderlijk gezag en de omgangsregeling tussen de ouders van drie minderjarigen behandeld. De vader krijgt eenhoofdig gezag over de oudste minderjarige, terwijl de moeder het gezag over de twee jongste minderjarigen behoudt. De omgangsregeling is vastgesteld en partijen worden aangespoord om hulp te zoeken voor communicatieproblemen.

De vader verzoekt om gezamenlijk gezag over de minderjarige, maar het gerecht wijst dit verzoek af vanwege communicatieproblemen tussen de ouders. Een omgangsregeling wordt vastgesteld.

De vader verzoekt wijziging van alimentatie en omgangsregeling, maar het gerecht ontzegt hem het recht op omgang met de minderjarige voor onbepaalde tijd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 14 maart 2017 een bevelschrift gegeven voor de afgifte van een tweede grosse van een proces-verbaal in een civiele procedure.

Klaagster betwist de uitslag van haar hertentamen administratieve organisatie, maar het gerecht verklaart haar bezwaar ongegrond.

Appellant betwist dat zijn dienstverband bij SKOA niet is meegenomen bij de VUT-berekening. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van verweerder.

Klager, hoofd van de Afdeling Financiën van de SVB, kreeg een disciplinaire straf voor plichtsverzuim. Het gerecht oordeelde dat hij onvoldoende toezicht hield en verklaarde het bezwaar ongegrond.

Klaagster betwistte de bevordering naar schaal 9 en stelde dat dit in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. Het Gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager tegen zijn disciplinair ontslag ongegrond, wegens ernstig plichtsverzuim en omkoping.

Klager verzocht om bevordering naar schaal 10, maar het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, oordelend dat de functie maximaal op schaal 9 gewaardeerd was.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaart het beroep van appellant gegrond, vernietigt de afwijzing van zijn aanvraag voor eervol ontslag en verplicht verweerder tot een nieuwe beslissing.

Het gerecht beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders over de minderjarigen en kent het eenhoofdig gezag toe aan de vader, terwijl de verzoeken van de grootmoeder worden afgewezen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba ontzet de ouders uit het ouderlijk gezag over drie minderjarigen en benoemt een voogd. Een onderzoek naar de adoptie wordt verzocht.

In deze beschikking wordt de vader veroordeeld tot betaling van Afl. 200,- per kind per maand als kinderalimentatie, ingaande op 1 december 2016, na beoordeling van zijn draagkracht.

Belanghebbende in Curaçao ontvangt ABP-pensioen uit Nederland. Hij betwist belastingplicht en alimentatieaftrek. Gerecht oordeelt dat hij belastingplichtig is en geen recht heeft op alimentatieaftrek. Uitspraken op bezwaar tegen IB, AOV en AVBZ 2009 worden vernietigd, BVZ 2013 ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de WAO-uitkering van een in Curaçao wonende belanghebbende belastbaar is in Curaçao, ondanks belastingheffing in Nederland. Het beroep tegen de aanslagen wordt ongegrond verklaard.

De man wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling met zijn minderjarige kind, wegens onvoldoende nauwe persoonlijke betrekking.

Verzoekster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot herroeping van een eerdere adoptiebeschikking. Kosteloos procederen is toegestaan, maar verzoekster moet de kosten van verweerster vergoeden.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van een ambtenaar tegen zijn bevorderingsverzoek ongegrond, omdat hij niet voldeed aan de vereisten voor bevordering naar schaal 9.

Verdachte veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf voor poging doodslag en zware mishandeling tijdens de lichtjesparade in Aruba op 4 februari 2016.

Belanghebbende, ingezetene van Curaçao, is belast voor zijn wereldinkomen, inclusief ABP-pensioen. Het Gerecht bevestigt dat Curaçao belastingvermindering moet verlenen om dubbele belasting te voorkomen en handhaaft de aanslagen in de inkomstenbelasting en premie AVBZ.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat de aanslagen in de inkomstenbelasting en premies AVBZ op pensioeninkomsten van wijlen X terecht zijn vastgesteld, zonder verplichting tot tegemoetkoming ter voorkoming van dubbele belasting.

Het Gerecht oordeelt dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij in 2001 geen belastbare inkomsten had. De aanslag wordt verminderd tot Naf. 75.000.

Verdachte veroordeeld voor poging tot doodslag met vuurwapen; noodweer en noodweerexces verworpen; gevangenisstraf van vier jaar opgelegd.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader vastgesteld en de alimentatieverplichting van de vader op nihil gesteld, terwijl de moeder een bijdrage van Afl. 250,- per maand moet betalen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 17 januari 2017 [Gerekestreerde] onder curatele gesteld wegens een psychiatrische aandoening, met benoeming van haar broer als curator.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager gegrond en vernietigt de beschikking van de minister inzake plaatsing in een functie bij IBiSA, wegens strijd met de wet.

Klager maakte bezwaar tegen de niet-plaatsing in een functie bij IBiSA. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde de beschikking van de minister, die niet door het bevoegde gezag was gegeven.

Het Gerecht vernietigt de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie AVBZ over 2006, 2008 en 2009, oordelend dat belanghebbende niet te kwader trouw was en er geen nieuw feit was voor navordering.

Belanghebbende, ingezetene van Curaçao, betwistte aanslagen in de inkomstenbelasting en premie AVBZ. Het Gerecht oordeelde dat hij belast is voor zijn wereldinkomen en dat de aanslagen correct zijn vastgesteld.

Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij rente heeft betaald die voor aftrek in aanmerking komt. Het beroep tegen de aanslag premie AVBZ 2010 is gegrond, het overige beroep ongegrond.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond inzake de aanslag inkomstenbelasting en verzuimboete, oordelend dat de boete terecht is opgelegd.

De beschikking verleent [X] toestemming om een uiterste wilsbeschikking te maken, ondanks zijn curatele, na beoordeling van zijn geestelijke vermogens door de rechter.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft [Y] onder curatele gesteld wegens Alzheimer, met benoeming van haar dochter [X] als curatrice.

Beschikking van 13 december 2016 over ondertoezichtstelling van minderjarigen [X], [Y] en [Z] en benoeming van gezinsvoogdes.

De vader verzoekt om eenhoofdig gezag over de minderjarigen en een omgangsregeling. Het gerecht wijst het verzoek voor de minderjarigen [B] en [C] af, maar kent het eenhoofdig gezag over [A] toe aan de vader.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 13 december 2016 de moeder geschorst in haar gezag over de minderjarige [Y] en het gezag aan de vader [X] toegewezen.

Het bezwaar van klager tegen zijn ontslag is gegrond verklaard. De Gouverneur van Aruba heeft ten onrechte gesteld dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim. Klager was niet als technicus aangesteld en handelde adequaat na het uitvallen van het systeem.

Appellante verzocht om openbaarmaking van documenten, maar de minister weigerde dit gedeeltelijk. De rechter verklaarde het beroep gegrond en droeg de minister op een nieuwe beschikking te geven.

Het Gerecht heeft de verzuimboete van Naf. 1.000 wegens te late indiening van de aangifte winstbelasting gematigd naar Naf. 500, omdat de onderneming niet operationeel was en de aangifte slechts enkele dagen te laat was ingediend.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt op 6 december 2016 een voogd voor een minderjarig kind, gezien de moeder niet bevoegd is tot gezag.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt op 6 december 2016 de voorgestelde voogdes tot voogd over een minderjarig kind, gezien de moeder niet bevoegd is tot gezag.

Benoeming van [de voogdes] tot voogd over een minderjarig kind, waarbij de moeder, zelf minderjarig, niet bevoegd is tot gezag. Beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Verzoeker vraagt om een voorziening bij voorraad na ontslag en terugvordering van salaris. Het gerecht schorst het ontslag en beveelt betaling van salaris vanaf 1 november 2016.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; brief van de directeur is geen beschikking.

De vrouw verzoekt alimentatie van de man voor de kosten van de minderjarigen. Het gerecht oordeelt dat de man Afl. 1.200,- per maand moet betalen, met ingang van 1 augustus 2016.

Het Gerecht verklaart de beroepen van X N.V. tegen belastingaanslagen 2008-2012 niet ontvankelijk, maar vernietigt de boete over 2012 wegens gebrek aan bewijs van uitreiking van een aangiftebiljet.

De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde in een profijtontnemingsprocedure, vastgesteld op Afl. 52.690,44, met vervangende hechtenis bij niet-betaling.

De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde in een profijtontnemingsprocedure voor witwassen, met een te betalen bedrag van Afl. 387.375,08.

De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde in een profijtontnemingszaak, vastgesteld op Afl. 798.794,92, met vervangende hechtenis bij niet-betaling.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat de Minister van Financiën rechtmatig informatie heeft verstrekt aan de Nederlandse belastingautoriteiten, ondanks de geheimhoudingsplicht van belanghebbende. Het beroep van X N.V. wordt ongegrond verklaard.

Het Gerecht verklaart het beroep van X N.V. tegen de Minister van Financiën niet ontvankelijk, omdat er geen rechtens te respecteren belang aanwezig is.

Het Gerecht verklaart het beroep van X B.V. tegen de Minister van Financiën niet ontvankelijk, omdat er geen rechtens te respecteren belang is.

Het Gerecht verklaart het beroep van X Ltd ongegrond, oordelend dat de Minister van Financiën niet onrechtmatig heeft gehandeld bij de informatieverstrekking aan Nederland.

Het Gerecht verklaart het beroep van de belanghebbende niet ontvankelijk, omdat er geen rechtens te respecteren belang aanwezig is.

Het Gerecht verklaart het beroep van de belanghebbende niet ontvankelijk, omdat er geen rechtens te respecteren belang meer is na de verstrekking van inlichtingen aan Nederland.

Belanghebbende X B.V. betwist naheffingsaanslagen omzetbelasting en stelt dat betalingen van Y B.V. dividenduitkeringen zijn. Het Gerecht oordeelt dat geen tegenprestatie voor diensten is geleverd, vernietigt de aanslagen en boeten.

De verdachte is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf voor gewapende diefstal en bezit van verdovende middelen in Aruba.

De verdachte is veroordeeld tot 18 maanden jeugddetentie voor het medeplegen van een gewapende diefstal in een supermarkt, met toepassing van jeugdstrafrecht.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat het bezwaar van klager tegen het uitblijven van een beslissing op zijn pensioenverzoek ontvankelijk is, en vernietigt de fictieve weigering van verweerder.

Het Gerecht oordeelt dat de kosten voor de voorbereiding van lessen niet aftrekbaar zijn, omdat de belanghebbende geen bewijs heeft geleverd voor daadwerkelijk gemaakte kosten.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaart het verzoek van de moeder tot ontkenning van het vaderschap niet-ontvankelijk, maar kent het verzoek van de bijzondere curator namens de minderjarige toe.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba ontheft de moeder van het ouderlijk gezag over haar kinderen en benoemt de grootmoeder tot voogdes.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaart zich onbevoegd in een omgangsregeling, omdat de minderjarige en de moeder in Zwitserland wonen. De vader in Aruba heeft geen rechtsmacht.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba benoemt verzoekster tot voogdes over een minderjarige na afwijzing van een verzoek om verklaring op basis van een buitenlandse uitspraak.

De Voogdijraad verzoekt om kinderalimentatie van de man voor de minderjarige. Het gerecht oordeelt dat de man als verwekker moet bijdragen aan de kosten en veroordeelt hem tot betaling van Afl. 450,-- per maand, ingaande op 1 augustus 2016.

De vader is veroordeeld tot betaling van Afl. 500,- per maand als kinderalimentatie voor zijn dochter, ingaande op 1 augustus 2016, na een verzoek van de Voogdijraad.

Benoeming van de grootmoeder tot voogdes over een niet erkend kind, geboren uit een minderjarige moeder, door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 november 2016.

Benoeming van [de oma] tot voogdes over een minderjarig kind, met instemming van de moeder.

Benoeming van de grootvader als voogd over een minderjarig kind, moeder is minderjarig en onbevoegd. Beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De grootmoeder verzoekt om schorsing van het ouderlijk gezag van de ouders en benoeming tot voogdes over de minderjarige. Het gerecht schorst het gezag en benoemt de grootmoeder tot voogdes.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat de verzuimboete van Afl. 500 voor te late betaling van winstbelasting passend is en verklaart het beroep ongegrond.

Het Gerecht oordeelde dat de vergoeding voor ziektekosten door NV Y aan haar directeur-aandeelhouder X als onzakelijk moet worden aangemerkt, waardoor het bedrag als uitdeling in het inkomen van belanghebbende moet worden opgenomen.

Het Gerecht oordeelt dat de verzuimboete van Naf. 2.500 terecht is opgelegd wegens te late indiening van de belastingaangifte door X N.V.

Belanghebbende in Curaçao betwist de wijze van belastingheffing en heffingskortingen op inkomsten uit Nederland. Het Gerecht verklaart het beroep tegen de inkomstenbelasting ongegrond, maar het beroep tegen de premieheffing AVBZ gegrond.

Het Gerecht verklaart het beroep van X B.V. ongegrond en bevestigt de verzuimboete wegens te late betaling van winstbelasting.

Het Gerecht oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan de belanghebbende terecht zijn opgelegd, maar de verzuimboeten komen te vervallen omdat er geen aangiftebiljetten zijn uitgereikt.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van gewoontewitwassen, met verbeurdverklaring van in beslag genomen geldbedragen.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van gewoontewitwassen, met verbeurdverklaring van inbeslaggenomen geldbedragen.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van gewoontewitwassen; gevangenisstraf van vijf jaar en verbeurdverklaring van geldbedragen en voorwerpen.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van gewoontewitwassen en opzettelijk geen melding maken van in- of uitvoer van geld.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt over belastingaanslagen en interne compensatie. Beroep voor 2008 gegrond, aanslag 2011 vastgesteld op Naf. 4.251 (negatief).

De vader verzoekt om gezamenlijk gezag over de minderjarige. Het gerecht oordeelt dat beide ouders in staat zijn om gezamenlijk het gezag uit te oefenen en legt een alimentatie van Afl. 350,- per maand op.

In deze zaak is de vader veroordeeld tot betaling van Afl. 340,- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van zijn dochter, ingaande op 1 juli 2016.

De vader heeft gezamenlijk gezag en een omgangsregeling verzocht over zijn minderjarige kind. De moeder stemde in, en de rechter heeft dit verzoek toegewezen op 11 oktober 2016.

De moeder wordt belast met het ouderlijk gezag over haar dochter na meerderjarigheid, met instemming van de voogdes en zonder bezwaren van de Voogdijraad.

De man kreeg vervangende toestemming om zijn minderjarige kind te erkennen, met behoud van de geslachtsnaam van de moeder. De zaak is verwezen naar de Voogdijraad voor verder onderzoek naar gezag en omgang.

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen een disciplinaire straf van ontslag, maar zijn verzoek tot een voorziening bij voorraad is afgewezen wegens termijnoverschrijding.

Verdachte veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf voor poging tot diefstal met geweld bij een snacktruck op 16 februari 2015.

Verdachte veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf voor poging tot diefstal met geweld tijdens een overval op een snacktruck in Aruba.

Het Gerecht verklaart het beroep van de belanghebbende niet ontvankelijk wegens gebrek aan motivering, ondanks herhaalde waarschuwingen.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelde dat de aanslagen van belanghebbende moesten worden geconverteerd in navorderingsaanslagen. Het beroep tegen de aanslagen AVBZ 2006 tot en met 2008 werd gegrond verklaard.

De rechter wijst het verzoek van een Colombiaanse vreemdeling tot schorsing van bevelschriften tot inbewaringstelling en uitzetting af, omdat er geen grond voor schorsing is en eerdere bevelen rechtens onaantastbaar zijn.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 30 augustus 2016 de geboorteakte van de minderjarige [X] aangevuld en verbeterd op verzoek van het Openbaar Ministerie.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte van [X] aan te vullen met de gegevens van de vader, op verzoek van het Openbaar Ministerie.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 30 augustus 2016 de geboorteakte van de minderjarige [X] aangevuld en verbeterd op verzoek van het Openbaar Ministerie, waarbij de gegevens van de vader zijn toegevoegd en de geslachtsnaam is gewijzigd.

De zaak betreft vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarige door de man, omgangsregeling en kinderalimentatie. De man krijgt toestemming om de minderjarige te erkennen, met behoud van de geslachtsnaam van de moeder.

De vader wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 500,- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van zijn dochter, met ingang van 1 maart 2016.

Klaagster verzocht om bevordering naar administrateur 1ste klasse, maar dit werd afgewezen omdat deze rang niet bestaat. Het bezwaar werd ongegrond verklaard.

Klager maakte bezwaar tegen voorwaardelijk ontslag wegens overtreding van de Landsverordening verdovende middelen. Het bezwaar werd gegrond verklaard en de straf gewijzigd naar voorwaardelijke inhouding van één maand bezoldiging.

Het bezwaar van klager tegen de stichting APFA werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de stichting niet als administratief orgaan kan worden aangemerkt.

Beroep tegen aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ; beroepstermijn gaat later in door verzuim belastingadministratie; geen bewijs van inhouding loonbelasting door werkgever; uitspraken op bezwaar deels vernietigd.

Het Gerecht verklaart het beroep van X B.V. gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag en boete naar nihil, met proceskostenvergoeding aan de belanghebbende.

Het Gerecht verklaart het beroep van X N.V. niet-ontvankelijk en kent een proceskostenvergoeding van Naf. 575 toe aan belanghebbende.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van belastingaanslagen ongegrond, omdat de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar is.

Het Gerecht verklaart het bezwaar van belanghebbende tegen belastingaanslagen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep mogelijk.

Het Gerecht verklaart het beroep van X B.V. tegen de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de aanslag winstbelasting ongegrond, omdat het bezwaar buiten de wettelijke termijn is ingediend.

De stichting voor blinden verzocht om vrijstelling van invoerrechten voor twee personenbussen, maar het Gerecht oordeelde dat deze bussen niet speciaal zijn ontworpen voor gehandicapten, waardoor er geen recht op vrijstelling bestaat.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat X N.V. niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de onbelaste representatiekostenvergoeding, waardoor de naheffingsaanslagen door de Inspecteur worden gehandhaafd.

Het Gerecht vernietigt de naheffingsaanslagen loonbelasting voor april 2011 en oktober 2013 en kent een proceskostenvergoeding toe aan belanghebbende.

Het Gerecht oordeelt dat de heer S als statutair bestuurder van de belanghebbende NV moet worden aangemerkt, waardoor de aan hem betaalde beloningen als loon uit dienstbetrekking worden beschouwd. Het beroep van de belanghebbende wordt gegrond verklaard, met vermindering van de aanslagen loonbelasting.

X Holding N.V. verzet zich tegen naheffingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. Het Gerecht oordeelt dat de kosten niet zakelijk zijn en handhaaft de boetes van 25%.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaarde het verzet van RBM tegen het verbod op uitgifte van erfpacht voor hotelvoorzieningen niet-ontvankelijk, omdat het optierecht van RBM was vervallen.

Belanghebbende X verzet zich tegen een aanslag grondbelasting, maar het Gerecht verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de rechtsgeldigheid van de aanslag en de heffing van opcenten.

Verzoekster vraagt om voorlopige voorziening voor vergunningen; verzoek afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing en noodzaak voor nader onderzoek.

De rechter heeft de verzoekster tijdelijk behandeld als in het bezit van een verblijfsvergunning, totdat er een beslissing is op haar bezwaarschrift.

De rechter heeft de verzoeker behandeld als ware hij in het bezit van een geldige vergunning tot tijdelijk verblijf, totdat er een beslissing is op zijn bezwaarschrift.

Benoeming van een bewindvoerder en wijziging van de notaris in een nalatenschapskwestie door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 28 juni 2016.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 28 juni 2016 een verzoek tot ondercuratelestelling en machtiging tot hypotheekondertekening toegewezen, gezien de geestelijke stoornis van de gerekestreerde.

Het Gerecht oordeelt dat de huurprijs van belanghebbende onzakelijk laag is, wat leidt tot naheffingsaanslagen winstbelasting. Vergrijpboetes worden vernietigd wegens gebrek aan bewijs voor opzet of grove schuld.

Klager maakt bezwaar tegen wijziging salarisslip; gerecht verklaart bezwaar niet-ontvankelijk wegens gebrek aan schending rechtspositie.

Klaagster, ambtenaar bij IASA, maakt bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek tot hervatting van haar functie. Het gerecht verklaart het bezwaar gegrond en vernietigt de fictieve weigering van verweerder.

Klager, een politieambtenaar, maakte bezwaar tegen zijn bevordering tot brigadier. Het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, omdat klager niet voldeed aan de opleidingseisen.

Het Gerecht verklaart het beroep van X N.V. niet-ontvankelijk en veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van Naf. 700.

Belanghebbende, een discjockey, verliest het beroep tegen de Inspecteur over de aftrekbaarheid van kosten. Het Gerecht stelt het belastbaar inkomen vast op Naf. 22.113 na vermindering van de kostencorrecties.

Appellant heeft beroep ingesteld tegen de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar tegen een ontheffing voor de buurvrouw. Het beroep is gegrond verklaard en de minister moet binnen drie maanden een beslissing nemen.

Heritage Development Company N.V. heeft beroep ingesteld tegen de fictieve weigering van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie. Het gerecht verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzende beschikking.

Heritage Development Company N.V. heeft beroep ingesteld tegen de fictieve weigering van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling inzake een bouwvergunning. Het gerecht verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzing.

Beschikking van 14 juni 2016 over gegrondverklaring ontkenning vaderschap door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba beëindigt het gezamenlijk gezag van ouders over minderjarigen vanwege ernstige communicatieproblemen, waarbij het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt.

Benoeming van [X] als bewindvoerder over het aandeel van [Y] in de nalatenschap van wijlen [Z] vanwege haar afwezigheid.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn en het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in het fiscale procesrecht.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft ABC in het gelijk gesteld in hun vordering tegen het Land Aruba om hotelontwikkeling in een groengebied te verbieden, oordelend dat dit in strijd is met het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan.

Bezwaar van ambtenaar tegen schorsing ongegrond verklaard; schorsing gerechtvaardigd door verdenking zedenmisdrijf.

Klaagster's verzoek om bevordering werd afgewezen op basis van een negatieve beoordeling zonder beoordelingsgesprek. Het gerecht verklaart het bezwaar gegrond en vernietigt de beschikking.

Het beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in de bestuursrechtelijke procedure.

Het beroep van Heritage Development Company N.V. tegen de weigering van een bouwvergunning voor een winkelruimte is gegrond verklaard. De minister moet binnen drie maanden een nieuwe beslissing nemen.

De vader verzoekt om eenhoofdig gezag over zijn kinderen, maar het gerecht wijst dit verzoek af en bevestigt de moeder als enige gezaghebbende. Ook worden afspraken gemaakt over omgang en kinderalimentatie.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba vernietigt de erkenning van vaderschap op verzoek van minderjarigen, gebaseerd op DNA-onderzoek, en verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek.

De rechter keurt de huwelijkse voorwaarden goed van een echtpaar dat in gemeenschap van goederen is gehuwd, en hecht de concept-notariële akte aan de beschikking.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaart de bezwaren van de klager niet-ontvankelijk wegens te late indiening, met betrekking tot de beëindiging van zijn ambtelijke aanstelling en de toekenning van een overbruggingsuitkering.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaarde het bezwaar van klager tegen de afwijzing van zijn bevorderingsverzoek ongegrond, omdat er geen nieuw gebleken feiten waren die heroverweging rechtvaardigden.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat de aflossing van de studielening niet als aftrekbare uitgave kan worden aangemerkt en het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.

Het Gerecht verklaart het beroep van de werknemer gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en handhaaft de aanslag inkomstenbelasting, waarbij de Inspecteur niet verplicht was een naheffingsaanslag aan de werkgever op te leggen.

De zaak betreft de belastingplicht van een inwoner van Curaçao die als directeur van een Nederlandse BV werkt. Het Gerecht oordeelt dat hij premieplichtig is in Curaçao en niet in aanmerking komt voor vrijstelling.

Belanghebbende vraagt om kostenvergoeding voor bezwaarfase en beroepsfase. Gerecht oordeelt dat Naf. 25 voor bezwaarfase terecht is, en kent Naf. 262,50 toe voor beroepsfase, totaal Naf. 287,50.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de verzuimboete voor niet tijdige indiening van de aangifte winstbelasting.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de verzuimboete van Naf. 500 voor de winstbelasting.

Belanghebbende in belastinggeschil met Inspecteur over heffingskortingen en dubbele belasting. Gerecht oordeelt dat heffingskortingen eerst op verschuldigde belasting moeten worden toegepast. Beroep ongegrond verklaard.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao verklaart het beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting.

Belanghebbende, inwoner van Curaçao, betwist aanslag AVBZ. Gerecht oordeelt dat hij niet premieplichtig is en vernietigt de aanslag.

Belastingplichtige in Curaçao heeft geen aangifte gedaan binnen 36 maanden. Gerecht oordeelt dat aanslag is opgelegd en verrekening van voorheffingen moet plaatsvinden. Aanslag verminderd tot Naf. 91.946 met verrekening van Naf. 38.595.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klaagster tegen haar voorwaardelijk disciplinair ontslag ongegrond, wegens plichtsverzuim en schade aan het imago van het Hulpbestuurskantoor.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van oplichting met niet aan hen toebehorende creditcards, gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van oplichting met valse creditcards in Aruba, gevangenisstraf van 15 maanden en schadevergoeding aan benadeelde partijen.

Het gerecht ontheft de moeder van het ouderlijk gezag over de minderjarige en benoemt de grootmoeder tot voogdes, met uitvoerbaarheid bij voorraad.

Het gerecht heeft het verzoek tot ontzetting van de moeder uit het ouderlijk gezag afgewezen en gezamenlijk gezag vastgesteld, met het hoofdverblijf bij de vader en een omgangsregeling voor de grootmoeder.

Verzoek om verklaring voor recht inzake buitenlandse akte van voogdij en gezag over minderjarige afgewezen; akte niet vatbaar voor opneming in register burgerlijke stand.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 26 april 2016 de voornaam van een verzoeker gewijzigd van "X X" naar "Y" op basis van zijn verzoek en de onderbouwing van zijn belangen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verleent verlof tot tenuitvoerlegging van een buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraak en wijst het verzoek van verweerster om dit te weigeren af.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken oordeelt dat de uitbetaling van verzoeksters bezoldiging hervat moet worden, wegens een bevoegdheidsgebrek in de ontslagbeschikking.

Verzoek om voorlopige voorziening voor verblijfsvergunning afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang.

Beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba over de verbetering van de geboorteakte van een minderjarige, met toevoeging van de gegevens van de vader en wijziging van de geslachtsnaam.

Verzoek om afgifte tweede grosse van beschikking in civiele procedure, toegewezen door mr. W.C.E. Winfield.

De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door een ambtenaar die heeft verduisterd. De veroordeelde moet Afl. 60.003,- betalen aan het Land Aruba.

Verdachte schuldig aan medeplegen van verduistering als ambtenaar, veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf en 240 uren taakstraf.

De zaak betreft een ambtenaar die is veroordeeld voor verduistering en valsheid in geschrifte, met een ontnemingsvordering van Afl. 120.006,-, waarbij Afl. 60.003,- aan het Land Aruba moet worden betaald.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van verduistering en valsheid in geschrifte als ambtenaar, met een gevangenisstraf van vier maanden en een taakstraf van 240 uren.

Verzoek om erkenning van een buitenlandse uitspraak inzake voogdij en gezag over een minderjarige is afgewezen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige Z bij de vader X zal zijn, met een omgangsregeling voor de moeder Y.

Benoeming van X tot bewindvoerder over de nalatenschap van wijlen A, met machtiging tot toebedeling van huurrechten tegen betaling aan de overige deelgenoten.

In deze zaak is de alimentatie voor de minderjarige vastgesteld op Afl. 650,- per maand, met een omgangsregeling voor de vader. De moeder heeft geen draagkracht, de vader wel.

Beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba over de aanvulling en verbetering van een geboorteakte van de minderjarige X, waarbij de gegevens van de vader worden toegevoegd en de geslachtsnaam wordt gewijzigd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte van de minderjarige X aan te vullen met de gegevens van de vader en de geslachtsnaam te wijzigen.

Beschikking van 15 maart 2016 over de aanvulling en verbetering van de geboorteakte van de minderjarige X, waarbij de gegevens van de vader Z worden toegevoegd en de geslachtsnaam wordt gewijzigd.

Het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van vaderschap is afgewezen, omdat het verwantschapsonderzoek heeft uitgewezen dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige.

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba erkent vaderschap van Z over minderjarige Y en verleent moeder toestemming om kosteloos te procederen.

De vader is veroordeeld tot betaling van Afl. 250,- per maand voor de kosten van verzorging van zijn minderjarige kind Y, ingaande op 1 januari 2016.

Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op haar verzoek om waarnemingstoelage. Het gerecht verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet tijdig is ingediend.

Klaagster, leerkracht, werd ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim na een strafrechtelijke veroordeling voor witwassen. Het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond en bevestigde het ontslag.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba heeft het bezwaar van een ambtenaar gegrond verklaard tegen de afwijzing van extra periodieken voor het behalen van een bachelordiploma Arubaans recht, en verweerder opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager ongegrond en bevestigt de disciplinaire straf van ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

Klaagster verzocht om bevordering, maar kreeg geen beslissing. Het bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing is gegrond verklaard. Verweerder moet binnen drie maanden beslissen op het verzoek.

Klager verzocht om gratificatie, maar dit werd afgewezen. Het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, omdat klager niet voldeed aan de criteria voor toekenning.

Appellante verzoekt om een gehandicaptenuitkering na afwijzing door de minister. Het gerecht verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beschikking op bezwaar.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba schorst het bevelschrift tot verwijdering van een Haïtiaanse verzoeker, omdat er zicht is op legalisering van zijn verblijf.

Klager was het niet eens met de ingangsdatum van zijn bevordering. Het gerecht oordeelde dat hij deze niet meer kon aanvechten, omdat hierover al onherroepelijk was beslist in een landsbesluit. Het bezwaar werd ongegrond verklaard.

Klaagster verzocht om bevordering met terugwerkende kracht naar 1 mei 2012, maar het gerecht verklaarde haar bezwaar ongegrond omdat zij niet voldeed aan de vereisten voor bevordering.

Het gerecht verklaart het bezwaar van klager gegrond en vernietigt de afwijzing van zijn bevorderingsverzoek wegens motiveringsgebrek.

Klaagster betwist de ingangsdatum van haar bevordering en de negatieve beoordeling van haar functioneren. Het gerecht oordeelt dat het bezwaar ongegrond is.

Klaagster maakte bezwaar tegen haar leeftijdsontslag als lerares. Het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, omdat de wet eervol ontslag bij het bereiken van 60,5 jaar voorschrijft.

Klaagschrift om verklaring omtrent gedrag afgewezen; belangenafweging tussen klager en verweerder leidde tot ongegrondverklaring van de klacht.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager tegen zijn plaatsing na reorganisatie ongegrond, omdat de omstandigheden voldoende bijzonder waren om van het beleid af te wijken.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba verklaart het bezwaar van klager gegrond en vernietigt de disciplinaire straf wegens ongeoorloofde afwezigheid, oordelend dat klager voldoende stappen heeft ondernomen om zijn werkzaamheden te hervatten.

Het verzoek van de moeder om ouderlijk gezag over haar minderjarige kind wordt afgewezen, omdat de belangen van het kind in gevaar zouden komen. De voogdes krijgt toestemming om kosteloos te procederen.

Beëindiging van het gezamenlijk gezag over minderjarige sub 1, waarbij het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt, en afwijzing van het verzoek voor minderjarige sub 2.

In deze zaak is de man veroordeeld tot betaling van Afl. 320,- per maand aan de Voogdijraad voor de kosten van de minderjarige Y, met ingang van 1 februari 2016.

Beschikking over levensonderhoud en omgangsregeling voor minderjarigen A en B, met verzoeken van moeder en vader en beslissing van het gerecht.

Het verzoek van de moeder om kinderalimentatie wordt afgewezen wegens gebrek aan draagkracht van beide ouders. De moeder krijgt toestemming om kosteloos te procederen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 5 januari 2016 de man X veroordeeld tot betaling van Afl. 200,- per maand voor de verzorging van de minderjarige Y, ingaande op 1 oktober 2015.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wijst het verzoek tot erkenning van een buitenlandse notariële akte inzake voogdij over de minderjarige Y af, omdat de akte niet vatbaar is voor opname in het register van de burgerlijke stand.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wijst het verzoek tot erkenning van een buitenlandse akte inzake voogdij over de minderjarige Y af, omdat de akte niet vatbaar is voor opneming in het register van de burgerlijke stand.

Het bezwaar van de klager tegen zijn ontslag is niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet binnen de wettelijke termijn is ingediend.

Klager verzocht om bevordering naar schaal 7 en 8, maar het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond omdat klager de functiewaardering niet had bestreden.

Klaagster verzocht om verhoging van haar vaste autotoelage, maar het gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, omdat de minister volgens beleid handelde.

Verdachte veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf (5 maanden voorwaardelijk) voor ontuchtige handelingen met minderjarige. Leeftijd slachtoffer als geobjectiveerd bestanddeel beschouwd.

Het verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag is afgewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 december 2015.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 1 december 2015 een verzoek tot ondercuratelestelling toegewezen wegens geestelijke stoornis, met benoeming van [naam] tot curatrice.

De beschikking wijzigt het gezag over de minderjarigen, waarbij het gezamenlijk gezag van de ouders wordt beëindigd en het gezag aan de moeder wordt toegewezen.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verleent verlof tot tenuitvoerlegging van een Belgisch vonnis tegen verweerder sub 1 en wijst de kosten toe aan deze verweerder.

Klager verzocht om een duurtetoeslag op zijn pensioen. Het Gerecht verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het verzoek van algemene strekking is en niet vatbaar voor bezwaar.

Het Gerecht in Ambtenarenzaken vernietigt het disciplinair ontslag van klager wegens motiveringsgebrek en veroordeelt de verweerder tot betaling van proceskosten.

Klaagster A verzocht om een waarnemingstoelage, welke door de minister werd afgewezen. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde de beschikking.

De verdachte is vrijgesproken van poging tot doodslag na een worsteling met het slachtoffer. Het gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet.

Verdachte veroordeeld tot drie maanden jeugddetentie voor diefstal in een woning met braak en tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen.