ECLI:NL:OGEAA:2024:98
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van uitzetting van een politieke vluchteling
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 april 2024 uitspraak gedaan op een verzoek tot schorsing van een bevel tot uitzetting van de verzoeker, die zich als politieke vluchteling beschouwt. De verzoeker, die sinds 27 februari 2016 zonder geldige verblijfstitel in Aruba verblijft, heeft op 8 maart 2024 bezwaar gemaakt tegen het bevelschrift van 24 februari 2024, waarin zijn uitzetting werd bevolen. De verzoeker heeft aangevoerd dat hij een asielaanvraag heeft ingediend, maar nooit een beslissing heeft ontvangen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de asielaanvraag van de verzoeker op 13 juli 2022 is afgewezen en dat deze beslissing op 18 juli 2022 naar het door verzoeker opgegeven e-mailadres is verzonden. Het gerecht heeft overwogen dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de afwijzing van zijn asielaanvraag niet heeft ontvangen en dat hij geen rechtsmiddelen heeft aangewend tegen deze afwijzing.
Het gerecht heeft verder geoordeeld dat de verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die erop wijzen dat de uitvoering van het bevel tot uitzetting onevenredig nadeel voor hem zou opleveren. De rechter heeft geconcludeerd dat er geen grond is voor schorsing van de bestreden beschikking en heeft het verzoek tot voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing is gegeven door mr. W.C.E. Winfield en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.