ECLI:NL:OGEAA:2025:54
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.C.E. Winfield
- J. van der Vegte
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot (zware) mishandeling met een mes in een noodweersituatie
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2001 in de Dominicaanse Republiek en thans gedetineerd in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 14 maart 2025 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling, waarbij hij op 28 juli 2024 in Aruba met een mes een van de aangevers in de buik zou hebben gestoken. Tijdens de zitting op 24 februari 2025 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 40 maanden geëist, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. De verdediging heeft echter betoogd dat de verdachte handelde uit noodweer, omdat hij zich in een bedreigende situatie bevond tijdens een confrontatie met meerdere personen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verdachte en de aangevers in een nauwe doorgang bij een bar in een worsteling verwikkeld raakten. De verdachte verklaarde dat hij een steekvoorwerp op de grond had gezien en dit had gepakt uit zelfverdediging. De getuigenverklaringen waren echter tegenstrijdig, en er was geen objectief bewijs van het mes. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig kon worden bevonden aan de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij met opzet de kans op de dood van de aangever had aanvaard. De omstandigheden van de confrontatie en de beperkte ruimte maakten het aannemelijk dat de verdachte handelde uit noodweer.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij onrechtmatig had gehandeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige beoordeling van getuigenverklaringen en de context van geweldsincidenten.