ECLI:NL:OGEAA:2024:90
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om eervol ontslag op grond van de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding
In deze zaak heeft appellant, een ambtenaar werkzaam bij het Departamento di Impuesto (DIMP), beroep ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter van de beoordelingscommissie vrijwillige uitdiensttreding. Appellant had op 4 juli 2022 verzocht om eervol ontslag op basis van de Landsverordening vrijwillige uitdiensttreding (Lvut), maar zijn verzoek werd op 27 juli 2022 afgewezen. Na het indienen van bezwaar op 1 september 2022, verklaarde verweerder het bezwaar op 28 juli 2023 ongegrond. Appellant stelde dat er geen valide redenen waren voor de afwijzing en dat zijn ontslag de continuïteit van de dienstverlening niet zou schaden. Hij voerde ook aan dat de beslissing in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, verwijzend naar andere gevallen van ambtenaren die eerder ontslag hadden gekregen.
Het gerecht heeft de zaak behandeld op 27 maart 2024, waarbij zowel appellant als verweerder vertegenwoordigd waren. De rechter oordeelde dat verweerder bij de afwijzing van het verzoek beoordelingsruimte had en dat de redenen voor de afwijzing, zoals de impact op de personeelsbezetting en de continuïteit van de dienstverlening, gerechtvaardigd waren. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de omstandigheden van de andere gevallen niet vergelijkbaar waren met die van appellant. De rechter concludeerde dat de bestreden beslissing voldoende zorgvuldig was voorbereid en dat er geen bijzondere medische omstandigheden waren die een uitzondering op de regels rechtvaardigden. Het beroep werd ongegrond verklaard.