ECLI:NL:OGEAA:2024:9
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopige voorziening ex artikel 54 van de Lar inzake bijstandsuitkering en gehandicaptenuitkering
In deze zaak heeft verzoeker, wonend in Aruba, een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 54 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek is gericht tegen de beslissing van de Minister van Justitie en Sociale Zaken, die op 2 oktober 2023 het bezwaar van verzoeker tegen de halvering van zijn bijstandsuitkering ongegrond heeft verklaard. Verzoeker heeft in 2018 een aanvraag ingediend voor een gehandicaptenuitkering, maar in plaats daarvan is hem een reguliere bijstandsuitkering toegekend. Hij betoogt dat hij door zijn medische toestand, waaronder post traumatische dystrofie, niet in staat is om te werken en dat de halvering van zijn bijstandsuitkering hem in een financieel benarde positie brengt.
Het gerecht heeft de zaak behandeld op 17 januari 2024, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. De rechter heeft overwogen dat verzoeker sinds 2018 herhaaldelijk gedeeltelijk en tijdelijk arbeidsongeschikt is verklaard, en dat de bestreden beslissing van de Minister niet voldoende rekening houdt met deze langdurige arbeidsongeschiktheid. De rechter heeft geconcludeerd dat de uitvoering van de bestreden beslissing voor verzoeker een onevenredig nadeel met zich zou brengen en heeft daarom besloten om de beslissing op bezwaar en de eerdere beschikkingen te schorsen. Tevens is bepaald dat verzoeker met ingang van de uitspraak een uitkering zal ontvangen gelijk aan die van een gehandicaptenuitkering, totdat op het beroep is beslist.
De uitspraak is gedaan door mr. W.C.E. Winfield op 7 februari 2024, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De rechter heeft ook gelast dat het door verzoeker betaalde griffierecht wordt teruggegeven.