ECLI:NL:OGEAA:2024:79
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om nakoming van rechterlijke uitspraak en oplegging van dwangsom in bestuursrechtelijke procedure
Op 6 maart 2024 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. D.C.A. Crouch, een verzoek indienen op grond van artikel 53 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Dit verzoek is gericht tegen de ministers van Algemene Zaken, Justitie en Sociale Zaken, en Toerisme en Volksgezondheid, die als verweerders optreden. De zaak betreft een eerdere uitspraak van het gerecht van 17 mei 2021, waarin het uitblijven van een beschikking op het bezwaar van verzoekers werd vernietigd en verweerders werd opgedragen binnen drie maanden een beslissing te nemen. In een latere uitspraak van 7 februari 2022 werd bepaald dat verweerders een dwangsom van Afl. 500,- per dag verbeuren voor elke dag dat zij in gebreke blijven, met een maximum van Afl. 25.000,-.
Verzoekers hebben op 25 juli 2023 opnieuw een verzoek ingediend, omdat verweerders niet tijdig een beslissing hebben genomen. Tijdens de zitting op 17 januari 2024 hebben verzoekers hun standpunt toegelicht, waarbij zij een dwangsom van Afl. 1.000,- per dag vroegen. Verweerders stelden echter dat het verzoek om geen vergunning te verlenen geen verzoek om een beschikking is, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk zou zijn.
Het gerecht overweegt dat een herhaald verzoek om nakoming van een rechterlijke uitspraak mogelijk is, maar dat dit verzoek niet onredelijk laat mag worden ingediend. Het gerecht concludeert dat het verzoek van verzoekers, ingediend meer dan een jaar na de uiterste beslisdatum, als onredelijk laat moet worden aangemerkt. Bijgevolg wordt het verzoek afgewezen. De rechter wijst erop dat de reactie op een verzoek om geen vergunning te verlenen geen beschikking is waartegen bezwaar kan worden gemaakt, en dat het bestuursorgaan het bezwaar niet-ontvankelijk moet verklaren. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield en is definitief, er staat geen rechtsmiddel open.