ECLI:NL:OGEAA:2024:170

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 maart 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
601 van 2023
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens ontuchtige handelingen met minderjarige

In deze Arubaanse strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 1 maart 2024 uitspraak gedaan tegen een 20/21-jarige verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje van 14/15 jaar oud. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het Gerecht heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met het feit dat de verdachte en het slachtoffer een affectieve relatie hadden en dat het seksuele contact plaatsvond met instemming van de minderjarige. Er is echter ook benadrukt dat de verdachte niet actief misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht als volwassene.

De zaak heeft veel media-aandacht gekregen, waarbij de verdachte als pedofiel werd afgeschilderd, ondanks het ontbreken van bewijs voor pedofiele neigingen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de tenlastelegging voor een deel nietig is verklaard, omdat deze onvoldoende duidelijkheid bood over de beschuldigingen. De verdachte is vrijgesproken van de overige tenlasteleggingen. Het Gerecht heeft de ernst van de feiten en de impact op de minderjarige in overweging genomen bij het bepalen van de strafmaat, maar ook de spijt en openheid van de verdachte tijdens het proces zijn meegewogen. De teruggave van in beslag genomen mobiele telefoons is gelast, en de voorlopige hechtenis is opgeheven.

Uitspraak

Parketnummer: P-2023/02141
Zaaknummer: 601 van 2023
Uitspraak: 1 maart 2024 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 2000 in [geboorteplaats],
wonende in [verblijfplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 9 februari 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadslieden, mrs. C.A. Ras en E.J.M. Lotter Homan, advocaten in Aruba.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig [30] maanden waarvan acht [8] maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie [3] jaren), met aftrek van voorarrest, en de bijzondere voorwaarde van Reclasseringstoezicht gedurende de proeftijd.
Zijn vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoon.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
1. dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand januari 2021 tot en met de maand augustus 2021 in Aruba, met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 2006, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten
  • het brengen en/of houden van zijn penis en/of vinger in de vagina van die [slachtoffer] en/of
  • het brengen en/of houden van zijn penis in de mond van die [slachtoffer].
(artikel 2:200 van het Wetboek van Strafrecht)
2. dat hij in of omstreeks de maand januari 2021 tot en met 28 juli 2023 in Aruba, een of meer afbeeldingen/foto’s of een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon, bevattende één of meer abeeldingen/foto’s van seksuele gedragingen, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, opzettelijk heeft verspreid en/of aangeboden en/of in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen bestonden uit:
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon in een (erotische getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past.
(artikel 2:196 van het Wetboek van Strafrecht)
Formele voorvragen
Geldigheid van de inleidende dagvaarding
Een tenlastelegging dient op grond van artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (hierna: Sv) voldoende feitelijk en duidelijk te zijn, zodat de verdachte weet waartegen hij zich heeft te verdedigen. Of aan die eisen is voldaan, hangt af van de bewoordingen waarin de tenlastelegging is gesteld en het dossier waarop zij is gebaseerd.
Het Gerecht is ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde van oordeel dat de tenlastelegging – bezien in samenhang met het strafdossier – zodanig algemeen en ruim is opgesteld, dat het voor de verdachte onvoldoende duidelijk is waarvan hij precies wordt beschuldigd en waartegen hij zich op dit punt moet verdedigen. In de tenlastelegging en in het strafdossier is namelijk onvoldoende duidelijk vermeld om welke pornografische afbeeldingen het gaat, te meer deze afbeeldingen niet aan het dossier zijn gevoegd. Een algemene beschrijving in het strafdossier van hetgeen op de aangetroffen afbeeldingen in de telefoon van de verdachte is te zien, is onvoldoende. De dagvaarding zal daarom ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde, nietig worden verklaard.
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding voor het overige geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 is ten laste gelegd, met dien verstande:
1. dat hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde maand
enjanuari 2021 tot en met de maand augustus 2021 in Aruba, met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 2006, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten
  • het brengen en
  • het brengen en
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 2:200, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte, een jongeman van toentertijd 20-21 jaar oud, heeft zich gedurende een periode van acht maanden schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een meisje van toentertijd 14-15 jaar oud, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam. Jongeren beneden de zestien jaar verdienen een grote mate van bescherming. Die mate van bescherming is zo groot dat ook sprake is van ontucht als, zoals in dit geval, sprake is van een liefdesrelatie en de seksuele relatie tussen verdachte en de minderjarige met wederzijdse instemming heeft plaatsgevonden.
Minderjarigen bevinden zich namelijk in een kwetsbare ontwikkelingsfase en moeten gelet op hun jeugdige leeftijd onvoldoende in staat worden geacht om de consequenties van hun eigen handelen in te schatten. Verdachte heeft zich dit onvoldoende gerealiseerd en zich onvoldoende bekommerd om de impact die hij door zijn handelen bij de minderjarige aanrichtte. Hij had niet mogen afgaan op de mededeling van het slachtoffer dat zij 17 jaar oud was. De ervaring leert dat kinderen, als zij op jeugdige leeftijd worden onderworpen aan seksuele handelingen als de onderhavige, (grote) psychische, lichamelijke en emotionele schade kunnen oplopen, die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. Ook op latere leeftijd kunnen zij nog problemen ondervinden op het terrein van seksualiteit en relatievorming. Deze delicten behoren voorts tot een categorie van strafbare feiten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van onrust in de samenleving teweegbrengen.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Ten gunste van de verdachte zal het Gerecht rekening houden met het feit dat de verdachte niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is geweest.
Verder houdt het Gerecht rekening met de omstandigheid dat niet is gebleken dat de verdachte actief misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht als volwassene. De verdachte en de minderjarige hadden een affectieve relatie en het seksuele contact vond plaats met instemming van de minderjarige.
Daarnaast houdt het Gerecht in het voordeel van verdachte rekening met zijn proceshouding. Verdachte heeft zowel bij de politie als ter zitting openheid van zaken gegeven. Ter zitting heeft het Gerecht in verdachte een persoon gezien die veel spijt heeft en zich inmiddels bewust is van de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag ten aanzien van de minderjarige.
Het is het Gerecht tot slot niet ontgaan dat deze strafzaak gepaard is gegaan met media-aandacht, waarbij de verdachte in de media onder meer is afgeschilderd als pedofiel, terwijl er geen aanwijzingen zijn van enige pedofiele geaardheid bij verdachte. De enkele aard van het bewezenverklaarde feit rechtvaardigt die conclusie geenszins. Ter terechtzitting van 9 februari 2024 is gebleken dat verdachte dit als een grote inbreuk op zijn privéleven heeft ervaren. Het Gerecht neemt dit bij de bepaling van de strafmaat ten voordele van verdachte mee.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf met een deel voorwaardelijk passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld. Anders dan de officier van justitie ziet het Gerecht in het ten aanzien van de verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport onvoldoende aanleiding om aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf bijzondere voorwaarden te verbinden, gelet op de inschatting dat de kans op recidive laag is.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoons, te weten een Apple Iphone 14 pro en een Samsung Galaxy A10s. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:62 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft het onder 2 ten laste gelegde;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vierentwintig [24] maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, groot
vijftien [15] maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op
twee [2] jaren,aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van de in beslag genomen mobiele telefoons, te weten een Apple Iphone 14 pro en een Samsung Galaxy A10s, aan de verdachte;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijke gedeelte van de opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. W.C.E. Winfield, bijgestaan door mr. A.B. Bennett, (zittingsgriffier), en op 1 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
Inhoudsindicatie:
Arubaanse strafzaak.
Het Gerecht legt aan de toentertijd 20/21-jarige verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden op, waarvan 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, voor het plegen van ontuchtige handelingen met een meisje van toentertijd 14/15 jaar oud, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam. Het Gerecht houdt rekening met het feit dat niet is gebleken dat de verdachte actief misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht als volwassene. De verdachte en de minderjarige hadden een affectieve relatie en het seksuele contact vond plaats met instemming van de minderjarige. Tot slot is deze strafzaak gepaard gegaan met media-aandacht, waarbij de verdachte in de media onder meer is afgeschilderd als pedofiel, terwijl er geen aanwijzingen zijn van enige pedofiele geaardheid bij verdachte.