In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan op het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen een schorsingsbesluit. Dit schorsingsbesluit, genomen op 30 mei 2023, hield in dat klaagster met ingang van 31 mei 2023 in haar ambt werd geschorst in afwachting van een disciplinaire strafoplegging. Klaagster had eerder al een toegangsontzegging gekregen tot de dienstlokalen van het Departamento Progreso Laboral (DPL) vanwege vermoedelijk plichtsverzuim. De zaak werd behandeld op 25 maart 2024, waarbij klaagster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde E. Duijneveld en verweerder door mr. Y.F.M. Kaarsbaan.
Het gerecht oordeelde dat het schorsingsbesluit niet langer kon voortduren dan noodzakelijk, gezien de lange duur van het disciplinaire onderzoek dat al bijna anderhalf jaar in beslag nam. Het gerecht vernietigde het schorsingsbesluit voor wat betreft de duur van de schorsing en bepaalde dat deze maximaal drie weken na de uitspraak zou duren. Het bezwaar van klaagster werd gegrond verklaard, en verweerder werd veroordeeld in de kosten van het geding. De uitspraak werd gedaan op 6 mei 2024, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken.