dhr. mr.drs. P.A.M. Pijnenburg

Belanghebbende en de Inspecteur zijn in geschil over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie AOV/AVBZ voor 2017-2019. Het Gerecht verklaarde het beroep voor 2017 gegrond en corrigeerde de huurinkomsten voor 2018 en 2019.

Het Gerecht oordeelt dat de belanghebbende premieplichtig is voor AOV/AWW en AVBZ in Curaçao, ondanks bezwaar. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd, maar de aanslagen blijven gehandhaafd.

Het Gerecht verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen door de Inspecteur gegrond en draagt op alsnog uitspraak te doen op de bezwaren tegen de belastingaanslagen over 2018-2020.

Het Gerecht in Sint Maarten oordeelt dat de naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ over 2012-2016 terecht zijn opgelegd. Bezwaren van de belanghebbende zijn ongegrond en niet-ontvankelijk voor 2013.

Het Gerecht heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard en de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor 2019 gehandhaafd, omdat de vereiste aangifte niet is gedaan.

Hoger beroep over aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor 2019. Belanghebbende gaf NAf 24.580 op, Inspecteur corrigeerde naar NAf 119.240. Gerecht oordeelt dat de aanslagen niet worden verminderd, beroep ongegrond.

Het Gerecht vernietigt de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting 2012 en 2013 wegens onvoldoende onderbouwing door de Inspecteur.

Importeur wint beroep tegen navordering invoerrechten; douanewaarde van lege containers vastgesteld op Afl. 1.800 per container.

De rechtbank oordeelt dat de definitieve aanslag premie AOV/AWW voor 2015 onterecht was en vermindert deze tot Afl. 812. De vraag over verjaring moet aan de civiele rechter worden voorgelegd.

Het Gerecht vernietigt de naheffingsaanslagen winstbelasting 2017 en 2018 op basis van opgewekt vertrouwen, omdat de Inspecteur eerder had aangegeven dat de winst niet belast zou worden.

Het Gerecht oordeelt dat de notifications als aanslagen moeten worden beschouwd, waardoor verrekening van voorheffingen mogelijk is. Onderhoudskosten voor een zwembad zijn deels aftrekbaar.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 31 juli 2024 het verzoek om vrijstelling van invoerrechten toegewezen, oordelend dat er geen sprake was van te late indiening en dat de afwijzing door de Sectordirecteur in strijd was met het vertrouwensbeginsel.

Belanghebbende is niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar tegen belastingaanslagen, omdat dit niet tijdig was ingediend. De Inspecteur had de bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Het Gerecht in Sint Maarten oordeelt over belastingaanslagen en vergrijpboetes voor de jaren 2013 en 2014, waarbij de boetes worden vernietigd en de aanslag voor 2014 wordt verminderd.

Het Gerecht verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verminderde de aanslag inkomstenbelasting naar NAf 43.379, terwijl het beroep op het vertrouwensbeginsel faalde.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ niet-ontvankelijk, omdat de Inspecteur aan de bezwaren tegemoet is gekomen. De Inspecteur moet het griffierecht vergoeden, maar er zijn geen proceskosten verschuldigd.

Het Gerecht heeft de aanslag inkomstenbelasting voor 2020 verminderd en het alimentatiebedrag in aftrek toegestaan, terwijl beroepskosten niet aftrekbaar zijn. De Inspecteur is veroordeeld in de proceskosten van NAf 1.400 en moet het griffierecht van NAf 50 vergoeden.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk, omdat de Inspecteur volledig aan de bezwaren tegemoet is gekomen. Het griffierecht van NAf 150 wordt vergoed, en NAf 300 wordt gerestitueerd aan belanghebbende.

Het Gerecht heeft de waarde van onroerende zaken vastgesteld op NAf 800.000 voor 2014 en NAf 500.000 voor 2019, na geschil over de waardebepaling door de Inspecteur.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten oordeelt dat de Inspecteur niet in zijn bewijslast is geslaagd voor de aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor 2015 en 2016, en vermindert deze tot nihil.

Het Gerecht oordeelt dat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat het pensioeninkomen van belanghebbende in 2015 NAf 39.174 bedroeg, maar wel dat er een pensioeninkomen van ten minste NAf 28.000 is genoten. De aanslagen worden verminderd tot NAf 48.826.

Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten heeft de naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AVBZ over 2018-2020 verminderd en de boetes gematigd. Het beroep van de belanghebbende werd gegrond verklaard.

Hoger beroep tegen afwijzing inbewaringstelling; verdachte onrechtmatig twee dagen gedetineerd. Hof bevestigt beslissing rechter-commissaris en verklaart beroep ongegrond.

Het beroep van belanghebbende tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar is gegrond verklaard. De Inspecteur moet uiterlijk op 1 oktober 2024 uitspraak doen op het bezwaar.

Het beroep van belanghebbende tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar gegrond en draagt de Inspecteur op uiterlijk 1 oktober 2024 uitspraak te doen.

Het beroep van de belanghebbende tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend.

Het beroep van belanghebbende tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar is gegrond verklaard. De Inspecteur moet uiterlijk op 1 oktober 2024 uitspraak doen op het bezwaar.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De uitspraken op bezwaar zijn niet ontvangen, maar de belanghebbende heeft geen bewijs geleverd voor deze stelling.

Het Gerecht heeft de aanslagen en boetes voor verhuurbelasting motorrijtuigen verminderd na vaststelling van een te hoge schatting door de heffingsambtenaar. De belanghebbende heeft niet overtuigend aangetoond dat de schatting onjuist was.

Het Gerecht oordeelt dat de aanslag vastgoedbelasting aan de revocable trust terecht is opgelegd en dat de vrijstelling voor de eigen woning niet van toepassing is.

Het Gerecht verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat belanghebbende niet tijdig aan de meldingsplicht voldeed.

Belanghebbende verzocht om een proceskostenvergoeding van NAf. 250.000, maar het Gerecht oordeelde dat de kosten niet aannemelijk zijn gemaakt. De Inspecteur werd veroordeeld tot een forfaitaire vergoeding van NAf. 1.400 en griffierecht van NAf. 50.

Belanghebbende B.V. verzocht om integrale proceskostenvergoeding na beroep tegen naheffingsaanslagen. Gerecht oordeelt dat geen bijzondere omstandigheden zijn aangetoond, maar kent wel een forfaitaire vergoeding toe van NAf 2.100 en griffierecht van NAf 150.

Belanghebbende trok haar beroep in tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vroeg om proceskostenvergoeding. Het Gerecht kende een forfaitaire vergoeding van NAf 1.400 toe en vergoedde het griffierecht van NAf 50.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba verklaarde de beroepen tegen de grondbelasting ongegrond en wees het verzoek om immateriële schadevergoeding af, omdat de wetgeving geen schadevergoeding toelaat.

In geschil zijn de aanslagen IB en premies voor 2017 en 2018. Het Gerecht vernietigt de uitspraak op bezwaar wegens schending van de hoorplicht en verklaart het beroep gegrond.

Het Gerecht verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting niet ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de aanslag OZB 2019. Het Gerecht oordeelt dat de Inspecteur de waarde niet aannemelijk heeft gemaakt en stelt deze vast op NAf 500.000. Beroep tegen niet tijdig beslissen is niet-ontvankelijk, beroep tegen reële uitspraak op bezwaar is gegrond.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft de aanslag OZB 2019 verminderd van NAf 120.000 naar NAf 100.000, na een geschil over de waardebepaling van de onroerende zaak. De Inspecteur moet het griffierecht van NAf 50 vergoeden.

In deze zaak over grondbelasting is de rechtmatigheid van een tariefverhoging en de vaststelling van de aanslag ter discussie gesteld. Het beroep voor 2019 is niet-ontvankelijk verklaard, terwijl de beroepen voor 2020 en 2021 gegrond zijn verklaard. De belanghebbende ontvangt Afl. 1.500 schadevergoeding.

Belanghebbende betwist de waarde van de onroerende zaak vastgesteld door de Inspecteur. Het Gerecht stelt de waarde vast op NAf 175.000, omdat beide partijen hun stellingen niet voldoende hebben onderbouwd.

Bezwaar tegen aanslag OZB 2022 is niet-ontvankelijk verklaard; beroep ongegrond.

Belanghebbende betwist verzuimboete van NAf 2.500 voor niet-betaling omzetbelasting. Gerecht oordeelt dat boete terecht is, maar vermindert deze tot NAf 2.250 wegens termijnoverschrijding. Beroep ongegrond verklaard.

In deze zaak is het geschil over de hoogte van de kostenvergoeding in een belastingzaak. Het Gerecht oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een vergoeding van NAf. 2.640 voor de beroepsfase en NAf. 1.000 voor immateriële schade door overschrijding van de redelijke termijn.

Het Gerecht oordeelt dat de Inspecteur de aftrek van hypotheekrente en kosten van de hypothecaire geldlening voor het jaar 2018 terecht heeft geweigerd, omdat de belanghebbende niet de eigenaar van de woning is.

Belanghebbende verzocht om integrale kostenvergoeding in belastingzaak. Het Gerecht wees het verzoek af, maar kende wel proceskosten en immateriële schadevergoeding toe.

Het Hof verklaart het beroep van de verdachte ongegrond en bevestigt de gevangenhouding, oordelend dat er ernstige bezwaren zijn en dat de verdachte ontvankelijk is in zijn beroep.

Het Gerecht verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang en termijnoverschrijding. De Inspecteur vergoedt het griffierecht.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar door de Inspecteur. Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard, maar de Inspecteur moet het griffierecht vergoeden.