Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
de volle en onbezwaarde eigendomzal krijgen, dat betekent dus dat uit moet worden gegaan van de fictie dat alle rechten verenigd zijn in één persoon. Derhalve ook het (zakelijk) recht op gebruik van de grond. Dat voor de waardebepaling geen rekening wordt gehouden met het recht van erfpacht volgt daarnaast uit de Memorie van Toelichting. In de Memorie van Toelichting bij de Vaststelling Landsverordening onroerendezaakbelasting 2014, is bij artikel 5, lid 2 LOZB is het volgende vermeld:
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
- verklaart het beroep tegen de aanslagen OZB 2014 en 2019 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag onroerende zaak 2014 tot een aanslag naar een waarde van NAf 800.000;
- vermindert de aanslag onroerende zaak 2019 tot een aanslag naar een waarde van NAf 500.000;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van NAf 1.400; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 300 te vergoeden.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij: