Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil over de ontvankelijkheid van een beroep tegen een aanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) die aan belanghebbende was opgelegd. De belanghebbende, vertegenwoordigd door [K], had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, omdat hij stelde dat de auto was gestolen en hij daarom geen MRB verschuldigd was. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet had voldaan aan de meldingsplicht van artikel 15, lid 4 van de Motorrijtuigenbelastingverordening Bonaire 2011 (MRBV), waardoor de aanslag terecht was opgelegd. De heffingsambtenaar had de aanslag gehandhaafd, en het Gerecht volgde het oordeel van het Hof dat het beroep ontvankelijk was, ondanks de eerdere niet-ontvankelijk verklaring van het Gerecht in 2022.
Het Gerecht heeft ook de verzoeken van de belanghebbende om schadevergoeding van USD 50 miljoen wegens wanbeheer, nalatigheid en onrechtmatig handelen afgewezen. Het Gerecht concludeerde dat er geen recht op schadevergoeding bestond, omdat het beroep niet gegrond was verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om tijdig en correct te voldoen aan de wettelijke vereisten bij het indienen van bezwaar en beroep, en bevestigt dat de heffingsambtenaar niet ambtshalve kan oordelen over de tijdigheid van een bezwaar als deze inhoudelijk op het bezwaar beslist.
De uitspraak is vastgesteld door rechter P.A.M. Pijnenburg en is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot belastingzaken in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.