Datum uitspraak4 juni 2024Publicatiedatum11 juni 2024ZaaknummerSXM202300342, SXM202300349 en SXM202300362 tot en met SXM202300365InstantieGerecht in eerste aanleg van Sint MaartenTypeUitspraakRechtsgebiedBestuursrecht; BelastingrechtProcedures- Eerste aanleg - enkelvoudig
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Hoger beroep inzake aanslagen inkomstenbelasting en premies AOV/AWW en AVBZ voor de jaren 2015 en 2016
In deze zaak, uitgesproken op 4 juni 2024 door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, is het geschil ontstaan over de hoogte van het premie-inkomen en de verschuldigde premies AOV/AWW en AVBZ voor de jaren 2015 en 2016. De Inspecteur der Belastingen had het premie-inkomen voor 2015 vastgesteld op NAf 60.000, terwijl belanghebbende een premie-inkomen van nihil had aangegeven. Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet in zijn bewijslast was geslaagd, aangezien er geen bewijs was voor door belanghebbende genoten inkomen. Het Gerecht heeft daarom de aanslagen voor de premies AOV/AWW en AVBZ voor 2015 verminderd tot nihil.
Voor het jaar 2016 was er een geschil over het belastbaar inkomen en de ter zake verschuldigde inkomstenbelasting. De Inspecteur had correcties aangebracht, waaronder een correctie voor vermeende niet-verantwoorde inkomsten uit verhuurd onroerend goed en een correctie voor afwaardering van voorraden. Het Gerecht oordeelde dat de correctie voor niet-verantwoorde huurinkomsten ten onrechte was aangebracht, en dat er geen afwaardering van voorraden had plaatsgevonden. Het Gerecht heeft het belastbaar inkomen voor 2016 vastgesteld op negatief NAf 7.332 en de aanslagen voor de premies AOV/AWW en AVBZ voor 2016 eveneens verminderd tot nihil.
Het Gerecht heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en het betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak biedt inzicht in de bewijsvoering en de rol van de Inspecteur bij het vaststellen van belastbare inkomens en premies.
Voetnoten
1.Dit is het vastgesteld zuiver inkomen van NAf 60.000 verminderd met te verrekenen verliezen van NAf 71.100.
2.Ter verduidelijking: het belastbaar inkomen is bij uitspraak op bezwaar verhoogd met NAf 30.552. Dit betreft een correctie huurinkomsten uit onroerend goed van $ 18.000. Omdat wegens termijnoverschrijding niet kan worden nagevorderd is het verschuldigde bedrag aan belasting ongewijzigd gebleven (in wezen is het bezwaar gehandhaafd).
3.Ter verduidelijking: het verschil tussen het belastbaar inkomen van NAf 176.303 en het premie-inkomen van NAf 187.403 betreft het volgens de Inspecteur nog te verrekenen verlies van NAf 11.100 per 1 januari 2016.
4.Bij het doen van de uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het belastbaar inkomen bepaald op NAf 176.303, rekening houdend met een te verrekenen verlies van NAf 11.100. Zie evenwel 3.3.
5.Het premie-inkomen wordt afgeleid van het zuiver inkomen. Aangegeven is een belastbaar inkomen van negatief NAf 21.902. Zie art. 26, lid 2 Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering, art. 29, lid 2 Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering en art. 20, lid 2 Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten.
6.NAf 126.922 (verlies per 31 december 2014) + NAf 21.902 (negatief belastbaar inkomen 2015) = NAf 148.824.
7.De in de jaarrekening gehanteerde valuta is de Amerikaanse dollar.
8.Betreft de huuropbrengst van september 2016 – december 2016: 4 x $ 1.500.
9.Afschrijving van onder andere het bedrijfspand.
10.Tegenwaarde: NAf 153.084.
11.Belanghebbende heeft samen met haar echtgenoot P.B. Georges aangifte voor het jaar 2016 gedaan.
12.NAf 148.824 (verlies per 31 december 2015) + NAf 7.332 (negatief belastbaar inkomen 2015) = NAf 156.156.
13.In Sint Maarten is het Besluit proceskosten bestuursrecht geactualiseerd.