Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, een B.V. gevestigd te Curaçao, beroep ingesteld tegen naheffingsaanslagen winstbelasting over de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De naheffingsaanslagen zijn vergezeld gegaan van vergrijpboetes. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen en boetes, maar de Inspecteur heeft de bezwaren deels afgewezen en deels niet-ontvankelijk verklaard. Na het indienen van beroep heeft belanghebbende verzocht om een integrale proceskostenvergoeding van NAf 469.631,67, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat belanghebbende niet voldoende bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die een integrale vergoeding rechtvaardigen. Het Gerecht heeft wel geoordeeld dat belanghebbende recht heeft op een forfaitaire proceskostenvergoeding van NAf 2.100 en heeft de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van NAf 150. De uitspraak is gedaan op 23 februari 2024 door rechter mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. de Leeuw van Weenen.