4.1.De Landsverordening belastingfaciliteiten investeringenbepaalt voor zover hier van belang:
(…);
Onder bedrijf wordt voor de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen verstaan:
(…);
een industrie danwel een onderneming, (…) die aan tenminste vijf in het lokale bevolkingsregister ingeschreven personen blijvend en voltijds werk zal verschaffen bij aanvang van de bedrijfsactiviteiten en waarvan de bedrijfsactiviteiten en waarvan de activiteiten geheel of nagenoeg geheel zijn gericht op:
(…);
9˚ informatie technologie.
een bedrijf als genoemd in onderdeel a en c, waarvan de uitbreiding, verbetering of vernieuwing een investering vergt van ten minste NAf. 1.000.000. (…).
(…).
Artikel 2
Krachtens deze landsverordening wordt vrijstelling verleend van:
(…)
de invoerrechten bedoeld in de Landsverordening tarief van invoerrechten op:
(…)
4˚ materialen en goederen, waaronder bedrijfsmiddelen, ten behoeve van de uitbreiding, verbetering of vernieuwing van het bedrijf, bedoeld onder artikel 1, tweede lid, onderdeel d en waarvan vaststaat dat de aanwending ervan tot het wezen van het bedrijf behoort.
(…).
1. Materialen en goederen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 9, vierde lid, vrijgesteld van invoerrechten indien zij ten invoer worden aangegeven onder vermelding van de bestemming der goederen en het nummer van de beschikking toepassing belastingfaciliteit investeringen, bedoeld in artikel 9, derde lid.
(…)
Artikel 9 LIB (geldend tot 1 juli 2018)
1. De belastingplichtige verzoekt de Directeur schriftelijk om toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
2. De Directeur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking, bedoeld in het eerste lid, binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het volledige verzoek. De Directeur verleent daarbij de vrijstelling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, tenzij aanstonds duidelijk is dat het verzoek geen grond heeft. Indien de Directeur binnen de gestelde termijn geen beschikking heeft afgegeven, wordt het verzoek geacht te zijn toegewezen.
(…).