Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Omkering en verzwaring bewijslast
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een belanghebbende, een gehuwde visser en eigenaar van een vissersboot, en de Inspecteur der Belastingen van Curaçao. De belanghebbende heeft aanvankelijk geen aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2018 ingediend, wat resulteerde in door de Inspecteur opgelegde aanslagen op basis van een geschat belastbaar inkomen van NAf 27.500. De belanghebbende heeft later een aangifte ingediend, maar de Inspecteur handhaafde de aanslagen en legde ook verzuimboetes op. De belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen deze aanslagen en boetes, waarbij hij stelde dat zijn werkelijke inkomen lager was dan de schatting van de Inspecteur.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelde dat de belanghebbende, ondanks uitnodigingen en aanmaningen, geen aangifte had gedaan. Hierdoor werd de omkering en verzwaring van de bewijslast toegepast, wat betekent dat de belanghebbende moest bewijzen dat de aanslagen onjuist waren. Het Gerecht concludeerde dat de belanghebbende niet overtuigend had aangetoond dat de schatting van de Inspecteur onjuist was en dat de aanslagen derhalve niet verminderd zouden worden. De verzuimboete van NAf 250 werd ook gehandhaafd, aangezien de belanghebbende niet tijdig aangifte had gedaan.
De uitspraak werd gedaan op 21 januari 2025, waarbij het beroep van de belanghebbende ongegrond werd verklaard. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.