Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Met betrekking tot het jaar 2017
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 7 december 2023 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaken CUR202204247 en CUR202204248. De zaak betreft beroepen van een belanghebbende tegen aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2017 en 2018. De Inspecteur had de aanslag voor het jaar 2017 reeds bij uitspraak op bezwaar vernietigd, en voor het jaar 2018 was er een mededeling gedaan van 'geen aanslag en/of teruggave'. Het Gerecht oordeelde dat de beroepen niet ontvankelijk zijn, omdat er geen procesbelang meer was. De belanghebbende had geen belang bij een inhoudelijke uitspraak, aangezien de Inspecteur had aangegeven dat de aanslagen niet meer werden ingevorderd. Bovendien was het beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar voor het jaar 2018 prematuur, omdat er geen aanslag was opgelegd. Het Gerecht merkte op dat de belanghebbende verwarring had over zijn belastingpositie in zowel Nederland als Curaçao en adviseerde hem om belastingkundige hulp in te schakelen. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. de Leeuw van Weenen.