Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid bezwaar 2019
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 14 februari 2025 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het bezwaar van belanghebbende tegen een belastingaanslag en een verzuimboete. Belanghebbende, een fitnesscentrum, had op 30 juni 2021 een definitieve aanslag winstbelasting over het jaar 2019 ontvangen, waartegen zij op 14 november 2022 bezwaar maakte. De Inspecteur der Belastingen had de aanslag op 17 mei 2024 verminderd tot nihil en de verzuimboete tot NAf 500. Belanghebbende stelde dat de boete onterecht was opgelegd, maar het Gerecht oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was omdat het buiten de wettelijke termijn van twee maanden was ingediend. Het Gerecht achtte het niet geloofwaardig dat belanghebbende tijdig bezwaar had gemaakt, gezien de lange periode van meer dan 17 maanden tussen de dagtekening van de aanslag en het indienen van het bezwaarschrift. Tijdens de zitting kon de gemachtigde van belanghebbende niet aangeven wanneer de oorspronkelijke aanslag was ontvangen, wat de ontvankelijkheid van het bezwaar verder ondermijnde. Het Gerecht concludeerde dat er geen aanleiding was om het bezwaar ontvankelijk te verklaren en verklaarde het beroep ongegrond. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed.