In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is het geschil ontstaan over de vraag of belanghebbende recht heeft op een teruggaaf van inkomstenbelasting en premie AVBZ voor het jaar 2018. Belanghebbende had een aangifte inkomstenbelasting ingediend, maar ontving van de Inspecteur der Belastingen een mededeling dat er geen teruggaaf zou worden verleend. Na bezwaar en een afwijzing door de Inspecteur, heeft belanghebbende beroep ingesteld. Het Gerecht heeft op 22 januari 2025 uitspraak gedaan. Het Gerecht oordeelde dat er geen aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2018 was opgelegd, waardoor er geen verrekening van voorheffingen kon plaatsvinden en een teruggave niet aan de orde was. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om tijdig aangifte te doen en de gevolgen van het niet opleggen van aanslagen voor het recht op teruggaaf.