Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 5 juni 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaken CUR202302037 en CUR202302012, waarbij belanghebbende, een onderneming gevestigd te Curaçao, beroep had ingesteld tegen naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2019 en 2020, alsook tegen verzuimboetes. De naheffingsaanslagen waren opgelegd op 30 juni 2021 en 28 juni 2022, elk ter hoogte van NAf 6.000, met verzuimboetes van NAf 300 en NAf 600. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraken op bezwaar. Op 8 maart 2023 heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerecht, waarbij de zaken ten onrechte als civiele zaken waren geregistreerd, wat leidde tot een onterecht griffierecht van NAf 450 in plaats van NAf 150.
Tijdens de zitting op 25 april 2024 heeft de Inspecteur aangegeven dat hij de naheffingsaanslagen en verzuimboetes zou vernietigen, wat op 29 april 2024 ook daadwerkelijk is gebeurd. Het Gerecht oordeelde dat, omdat de Inspecteur volledig aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet was gekomen, het belang aan de beroepsprocedure was komen te ontvallen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het Gerecht heeft echter geen proceskostenvergoeding aan belanghebbende toegekend, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. Wel werd de Inspecteur opgedragen om het te veel betaalde griffierecht van NAf 300 aan belanghebbende te restitueren, en het griffierecht van NAf 150 te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de procedurele aspecten van belastingzaken en de rol van de Inspecteur in het tegemoetkomen aan bezwaren van belastingplichtigen. Het Gerecht heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc, en belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.