ECLI:NL:OGEAC:2024:97

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
CUR202302037 en CUR202302012
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake naheffingsaanslagen winstbelasting en verzuimboetes

Op 5 juni 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaken CUR202302037 en CUR202302012, waarbij belanghebbende, een onderneming gevestigd te Curaçao, beroep had ingesteld tegen naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2019 en 2020, alsook tegen verzuimboetes. De naheffingsaanslagen waren opgelegd op 30 juni 2021 en 28 juni 2022, elk ter hoogte van NAf 6.000, met verzuimboetes van NAf 300 en NAf 600. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraken op bezwaar. Op 8 maart 2023 heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerecht, waarbij de zaken ten onrechte als civiele zaken waren geregistreerd, wat leidde tot een onterecht griffierecht van NAf 450 in plaats van NAf 150.

Tijdens de zitting op 25 april 2024 heeft de Inspecteur aangegeven dat hij de naheffingsaanslagen en verzuimboetes zou vernietigen, wat op 29 april 2024 ook daadwerkelijk is gebeurd. Het Gerecht oordeelde dat, omdat de Inspecteur volledig aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet was gekomen, het belang aan de beroepsprocedure was komen te ontvallen. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het Gerecht heeft echter geen proceskostenvergoeding aan belanghebbende toegekend, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. Wel werd de Inspecteur opgedragen om het te veel betaalde griffierecht van NAf 300 aan belanghebbende te restitueren, en het griffierecht van NAf 150 te vergoeden.

De uitspraak benadrukt de procedurele aspecten van belastingzaken en de rol van de Inspecteur in het tegemoetkomen aan bezwaren van belastingplichtigen. Het Gerecht heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc, en belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 5 juni 2024
BBZ nrs. CUR202302037 en CUR202302012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende],gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op respectievelijk 30 juni 2021 (2019) en 28 juni 2022 (2020) naheffingsaanslagen winstbelasting voor de jaren 2019 en 2020 opgelegd van elk NAf 6.000. Tevens is een verzuimboete opgelegd van respectievelijk NAf 300 en NAf 600.
1.2
Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslagen en de verzuimboetes bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslagen en de verzuimboetes gehandhaafd.
1.4
Belanghebbende heeft op 8 maart 2023 beroep ingesteld bij het Gerecht. De zaken zijn ten onrechte geregistreerd als een civiele zaak, waardoor het Gerecht belanghebbende daarvoor abusievelijk NAf 450 in plaats van NAf 150 aan griffierecht in rekening heeft gebracht.
1.5
Partijen zijn op 26 maart 2024 uitgenodigd voor de zitting van 25 april 2024.
1.6
Belanghebbende heeft op 14 april 2024 een e-mailbericht aan het Gerecht doen toekomen met het verzoek de inhoud van de e-mail als zijn pleitnota te beschouwen.
1.7
De Inspecteur heeft voorafgaande aan de zitting, op 22 april 2024, via de e-mail, te kennen gegeven dat de naheffingsaanslagen en de verzuimboetes over de jaren 2019 en 2020 zullen worden vernietigd. Op de zitting heeft de Inspecteur deze toezegging herhaald.
1.8
De zitting heeft plaatsgevonden op 25 april 2024 te Willemstad. Namens belanghebbende is verschenen de heer [A]. Namens de Inspecteur is verschenen [B]. Het Gerecht heeft het onderzoek gesloten.
1.9
Op 29 april 2024 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen en de verzuimboetes vernietigd. Ten bewijze daarvan heeft de Inspecteur schermprints geüpload in het belastingportaal.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Doordat de Inspecteur hangende deze beroepsprocedure volledig aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, en de beroepen niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kunnen leiden, komt het belang aan de beroepsprocedure te ontvallen (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755; HR 3 december 2010, ECLI:NL: HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Vanwege het niet langer belang meer hebben bij een uitspraak op de beroepen dienen de beroepen blijkens voornoemde jurisprudentie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.2
Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4045; HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494).
2.3
Het Gerecht ziet echter in onderhavige geval geen aanleiding om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten, omdat naar het oordeel van het Gerecht geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand of andere voor vergoeding in aanmerking komende kosten. Wel dient de Inspecteur van het in totaal betaalde griffierecht van NAf 450, NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden. Het bedrag van NAf 300 dat per abuis door het Gerecht te veel aan belanghebbende in rekening is gebracht, dient door het Gerecht gerestitueerd te worden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen 2019 en 2020 niet-ontvankelijk;
- draagt de Inspecteur op het bedrag aan griffierecht van NAf 150 te vergoeden; en
- gelast de griffier het te veel in rekening gebrachte en betaalde bedrag van NAf 300 aan belanghebbende te restitueren.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, rechter, en uitgesproken op 5 juni 2024, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500