ECLI:NL:OGEAC:2024:80

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
15 mei 2024
Zaaknummer
CUR202301573
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar in belastingzaken

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, gevestigd te Curaçao, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar door de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had op 30 juni 2021 een naheffingsaanslag winstbelasting voor het jaar 2019 ontvangen, met een te betalen bedrag van NAf 180.000 en een verzuimboete van NAf 10.000. Tegen deze naheffingsaanslag heeft de belanghebbende op 20 augustus 2021 pro forma bezwaar gemaakt, en dit bezwaar op 18 maart 2022 gemotiveerd. Echter, het beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar is pas op 22 mei 2023 ingesteld, wat volgens de wet te laat was. Het Gerecht overwoog dat ingevolge artikel 30, lid 2, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) een uitspraak op een bezwaarschrift niet tijdig is gedaan als de Inspecteur niet binnen negen maanden na ontvangst van het bezwaarschrift een uitspraak heeft gedaan. Aangezien de termijn voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar ook was verstreken, verklaarde het Gerecht het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt dat de Inspecteur wel verplicht blijft om een beslissing op het bezwaar te nemen, waartegen de belanghebbende binnen twee maanden beroep kan instellen bij de belastingrechter. De proceskosten en het griffierecht werden niet vergoed.

Uitspraak

Uitspraak van 24 april 2024
BBZ nr. CUR202301573
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende],gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 30 juni 2021 een naheffingsaanslag winstbelasting voor het jaar 2019 opgelegd naar een te betalen bedrag van NAf 180.000. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 10.000 (hierna: de naheffingsaanslag en verzuimboete).
1.2
Belanghebbende heeft op 20 augustus 2021 tegen de naheffingsaanslag en verzuimboete (pro forma) bezwaar gemaakt.
1.3
Belanghebbende heeft haar bezwaar op 18 maart 2022 gemotiveerd.
1.4
Belanghebbende heeft op 22 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.
1.5
De zitting heeft plaatsgevonden op 28 maart 2024 te Willemstad alwaar de zaak met instemming van partijen, gelijktijdig, maar niet gevoegd is behandeld met de zaken die bij het Gerecht bekend zijn onder zaaknummers CUR202301469, CUR202301470, CUR202301572 en CUR202301648. Belanghebbende is vertegenwoordigd door [A], verbonden aan [X]. Namens de Inspecteur zijn [B] en [C] verschenen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het (pro forma) bezwaarschrift tegen de aanslag en verzuimboete is op 20 augustus 2021 door de Inspecteur ontvangen. Dat het bezwaarschrift zoals belanghebbende stelt pas op 23 augustus 2021 zou zijn ingediend, blijkt niet uit de stukken het geding.
2.2
Ingevolge artikel 30, lid 2, Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) is een uitspraak op een bezwaarschrift niet tijdig gedaan, als de Inspecteur niet binnen negen maanden na ontvangst van het bezwaarschrift, in dit geval dus uiterlijk op 20 mei 2022, een uitspraak heeft gedaan.
2.3
Ingevolge artikel 31, lid 1, ALL kan binnen twaalf maanden, in dit geval dus uiterlijk op 20 mei 2023, beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op een bezwaarschrift.
2.4
Belanghebbende heeft op 22 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Dit beroep is te laat ingesteld en derhalve niet-ontvankelijk.
2.5
Het vorenstaande neemt overigens niet weg dat de Inspecteur verplicht blijft een beslissing op het bezwaar te nemen (vgl. HR 29 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1365; GEA Sint Maarten 12 maart 2021, ECLI:NL:OGEAM:2021:34), waartegen belanghebbende binnen twee maanden beroep in kan stellen bij de belastingrechter.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, rechter, en uitgesproken op 24 april 2024, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.M. de Leeuw van Weenen.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500