Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, woonachtig te Curaçao, beroep ingesteld tegen de Inspecteur der Belastingen naar aanleiding van (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2011 tot en met 2014. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen en later beroep ingesteld wegens fictieve weigering van de Inspecteur om op het bezwaar te beslissen. Tijdens de zitting op 23 november 2023 heeft belanghebbende zijn beroep ingetrokken en verzocht om een integrale proceskostenvergoeding van NAf. 250.000, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat deze kosten gerechtvaardigd zijn. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het merendeel van de geclaimde kosten betrekking heeft op een strafzaak, die niet voor vergoeding in aanmerking komen. De Inspecteur heeft aangegeven dat de navorderingsaanslagen niet zullen worden ingevorderd, wat heeft geleid tot de intrekking van het beroep. Het Gerecht heeft uiteindelijk de Inspecteur veroordeeld tot een forfaitaire proceskostenvergoeding van NAf. 1.400 en de vergoeding van het griffierecht van NAf. 50. De uitspraak is gedaan op 23 februari 2024.