ECLI:NL:OGEAC:2024:95

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
CUR202302018 en CUR202302019
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ

Op 5 juni 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaak tussen belanghebbende, wonende te Curaçao, en de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het beroep van belanghebbende tegen de aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2020. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, die op 4 november 2022 waren opgelegd, en de Inspecteur had deze aanslagen op 23 juni 2023 verminderd naar nihil. Hierdoor kwam het belang aan de beroepsprocedure te ontvallen, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.

Het Gerecht overwoog dat, hoewel de Inspecteur de bezwaren van belanghebbende had gehonoreerd, de kosten van de procedure niet vergoed dienden te worden, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. Wel werd de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak benadrukt de hoofdregel dat de proceskosten door de Inspecteur vergoed dienen te worden, maar in dit geval was er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc. en biedt partijen de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De uitspraak is gepubliceerd op 5 juni 2024 en is te vinden op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:OGEAC:2024:95.

Uitspraak

Uitspraak van 5 juni 2024
BBZ nrs. CUR202302018 en CUR202302019
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende],wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 4 november 2022 aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ voor het jaar 2020 opgelegd naar een premie-inkomen van NAf 12.234, resulterende in een premiebedrag van respectievelijk NAf 728 en NAf 122.
1.2
Belanghebbende heeft op 16 november 2022 tegen de aanslagen bezwaar gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 23 juni 2023 de aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ verminderd naar nihil.
1.4
Belanghebbende heeft op 3 juli 2023 beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor NAf 50 betaald aan griffierecht.
1.5
Partijen zijn op 26 maart 2024 uitgenodigd voor de zitting van 25 april 2024.
1.6
De Inspecteur heeft op 4 april 2024 een e-mail aan belanghebbende en aan het Gerecht doen toekomen waarin de Inspecteur onder de aandacht brengt dat de aanslagen bij uitspraken op bezwaar van 23 juni 2023 reeds zijn vernietigd. Naar aanleiding daarvan heeft het Gerecht belanghebbende gemaild met de mededeling dat belanghebbendes procesbelang wellicht is komen te vervallen en heeft het Gerecht aan belanghebbende gevraagd of dat belanghebbende om die reden misschien zijn beroep wenst in te trekken. Op voorgenoemde e-mail heeft het Gerecht geen antwoord ontvangen.
1.7
Het Gerecht heeft daarom op 24 april 2024 telefonisch contact gehad met belanghebbende. Belanghebbende heeft toen aangegeven dat hij de aanslagen niet begrijpt, omdat hij de Nederlandse taal niet beheerst en daarom zijn beroep nog niet wil intrekken. Later op die dag heeft belanghebbende zijn telefonische verklaring bevestigd per mail.
1.8
Ter zitting op 25 april 2024 te Willemstad is zowel namens belanghebbende als namens de Inspecteur niemand verschenen. Belanghebbende zelf is ook niet verschenen. De griffier heeft toen telefonisch contact opgenomen met belanghebbende en heeft belanghebbende gevraagd om het Gerecht schriftelijk te berichten of dat hij het beroep al dan niet wenst in te trekken.
1.9
Op 26 april 2024 heeft belanghebbende een schrijven aan het Gerecht doen toekomen, waaruit het Gerecht opmaakt dat belanghebbende een uitspraak wenst van het Gerecht.
1.1
Op 29 april 2024 is aan belanghebbende medegedeeld dat het Gerecht uitspraak zal doen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Doordat de Inspecteur hangende deze beroepsprocedure volledig aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, en de beroepen niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kunnen leiden, komt het belang aan de beroepsprocedure te ontvallen (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755; HR 3 december 2010, ECLI:NL: HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Vanwege het niet langer belang meer hebben bij een uitspraak op de beroepen dienen de beroepen blijkens voornoemde jurisprudentie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.2
Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4045; HR 5 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:494).
2.3
Het Gerecht ziet echter in onderhavige geval geen aanleiding om de Inspecteur te veroordelen in de proceskosten, omdat naar het oordeel van het Gerecht geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand of dat anderszins is gebleken dat sprake is van voor vergoeding in aanmerking te nemen kosten. Wel dient de Inspecteur het betaalde griffierecht van NAf 50 aan belanghebbende te vergoeden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart de beroepen tegen de aanslagen premies AOV/AWW en AVBZ 2020 niet- ontvankelijk; en
- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, rechter, en uitgesproken op 5 juni 2024, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf 500