mw. mr. M.F. van Moorst

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag aan appellant, die niet verzekerd is onder de AKW, omdat hij geen ingezetene van Nederland is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering onverschuldigd betaalde ANW-uitkering van € 14.874,42 door Svb, wegens gezamenlijke huishouding.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk en wijst de grieven af. De WAO-uitkering van appellant is beëindigd vanwege detentie.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzet gegrond; griffierecht was tijdig betaald, waardoor hoger beroep ontvankelijk is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Sociale verzekeringsbank over kinderbijslag; gedaagde moet nieuw besluit nemen en griffierecht vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant wegens termijnoverschrijding in een WAO-zaak. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV, maar dit was te laat ingediend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAO-uitkering aan appellant, o.b.v. minder dan 15% arbeidsongeschiktheid en zorgvuldige vaststelling van beperkingen.

Appellant gaat in hoger beroep tegen de herziening van zijn WAO-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en ziet geen reden voor een nieuw medisch onderzoek.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing verzoek om herziening arbeidsongeschiktheidsuitkering. De Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep over korting van 34% op AOW-pensioen wegens niet-verzekering van 1957 tot 1974. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant niet verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om toelating tot vrijwillige verzekering AOW/ANW, omdat aanvraag te laat is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant wegens termijnoverschrijding bij het indienen van bezwaar. Er zijn geen verschoonbare omstandigheden voor de overschrijding.

Appellant verzocht om een overlijdensuitkering na het overlijden van zijn moeder. De Raad oordeelde dat appellant niet in gezinsverband leefde met zijn moeder en bevestigde de afwijzing van de aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag voor Anass en Insaf, omdat niet voldaan is aan voorwaarden van onderwijsvolging en onderhoud.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, omdat hij niet voldeed aan de onderhoudseis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid bezwaar AOW-herziening wegens termijnoverschrijding. Geen verschoonbare omstandigheden voor overschrijding.

Het hoger beroep van de appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat hij geen belang meer had bij de behandeling. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van de appellant tot € 1.288,- en moet het griffierecht van € 111,- vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond, omdat het griffierecht tijdig was betaald, waardoor het hoger beroep alsnog ontvankelijk is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de intrekking van de WAO-uitkering van appellant wegens psychische klachten. De Raad vernietigt het besluit van het Uwv en bepaalt dat er nieuw onderzoek moet plaatsvinden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van de appellant naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang en oordeelt dat het besluit van de Sociale verzekeringsbank niet zorgvuldig was voorbereid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante minder dan 15% arbeidsongeschikt is, en dat het maatvrouwloon correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening kinderbijslag af; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering van toelating tot vrijwillige verzekering ANW voor appellant, geboren in Marokko, vanwege beëindiging verplichte verzekering op 1 januari 2000.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen de Sociale verzekeringsbank wegens overschrijding van de termijn voor indienen van bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Vut-uitkering van de partner van appellant volledig wordt gekort op de AOW-toeslag, ondanks de eerdere argumenten van appellant over de rechtsgeldigheid van deze beslissing.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat de aangevoerde gegevens eerder bekend waren en geen nieuwe feiten of omstandigheden opleveren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de inkomensvaststelling van de echtgenoot van appellante, waarbij de arbeidsbeloning van appellante niet in mindering is gebracht op de winst, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank die beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Appellant had wel gronden aangevoerd voor kinderbijslag. Zaak wordt terugverwezen naar rechtbank Amsterdam.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, omdat hij niet voldoet aan de onderhoudseis en zijn kinderen niet tot zijn huishouden behoren.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, oordeelt dat de Sociale verzekeringsbank onduidelijk was over de referteperiode en verplicht gedaagde nieuwe beslissingen te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, omdat hij niet voldoet aan de onderhoudseis en de aangescherpte voorwaarden voor het vormen van een huishouden met zijn kinderen in Marokko.

Hoger beroep van de Sociale verzekeringsbank tegen uitspraak rechtbank Amsterdam over aanvraag vrijwillige verzekering. Raad oordeelt dat besluit correct bekendgemaakt is en gedaagde niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. Eerdere uitspraak vernietigd.

Hoger beroep van appellant tegen schorsingsbesluit WAO-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat er een gegrond vermoeden bestond van het ontbreken van de verzekeringsplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek tot vrijwillige verzekering AOW en Anw, omdat appellant zich niet tijdig heeft aangemeld na verplichte verzekering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet kan toetreden tot de vrijwillige verzekering AOW en Anw, omdat hij zijn aanvraag niet tijdig heeft ingediend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant voor het tweede kwartaal van 2000, omdat hij op de peildatum niet verzekerd was onder de AKW door zijn verblijfsstatus.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herhaalde aanvraag.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb ten onrechte het onderwijs aan de school Al Forkane niet als onderwijs in de zin van de AKW heeft aangemerkt en beveelt een nieuwe beslissing aan.

Hoger beroep over kinderbijslag geweigerd door de Sociale verzekeringsbank. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er sprake is van een bijzonder geval en vernietigt eerdere besluiten.

Hoger beroep van betrokkene tegen intrekking uitkeringen AAW/WAO. Raad oordeelt dat bezwaarverzekeringsarts niet aanwezig zijn zorgvuldigheid niet schendt. Functies zijn geschikt voor betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de terugvordering van f 6.055,76 aan ten onrechte betaalde uitkering onder de AAW. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar vernietigt de opdracht tot een nieuw besluit vanwege onvoldoende voortvarendheid van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Sociale Verzekeringsbank om een nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering toe te kennen aan appellante, omdat de overledene niet verzekerd was onder de Anw.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Sociale Verzekeringsbank om A een nabestaandenuitkering toe te kennen, omdat zij niet als nabestaande kan worden aangemerkt volgens de Algemene nabestaandenwet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van uitkeringen van appellant op basis van de AAW en WAO, oordeelt dat de vastgestelde beperkingen juist zijn en dat de voorgehouden functies passend zijn.