dhr. mr. K.H. Sanders

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante met Italiaanse nationaliteit recht heeft op studiefinanciering als migrerend werknemer. Minister moet opnieuw beslissen op bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de minister niet in gebreke was met het nemen van beslissingen op bezwaar en dat er geen dwangsommen verschuldigd zijn aan appellanten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het zorgkantoor de gevolgen van ondeugdelijke controle niet volledig op appellante mag afwentelen, waardoor het pgb lager wordt vastgesteld en een deel van het onverschuldigd betaalde bedrag wordt teruggevorderd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op 72 uur huishoudelijke hulp per jaar voor wasverzorging, met vergoeding van proceskosten en griffierecht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het college om appellant een traplift te verstrekken, gebaseerd op een vaststellingsovereenkomst en de uitleg van elementaire functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het college om een vervoersvoorziening toe te kennen, omdat appellante zelf kan voorzien in haar vervoersbehoefte.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college een aanvraag voor een pgb ten onrechte als omzetting van een bestaande maatwerkvoorziening heeft opgevat. De Raad verstrekt zelf een pgb aan appellant en veroordeelt het college tot betaling van kosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een vervoersvergoeding aan appellant, die zelf kan voorzien in zijn vervoersbehoefte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag voor maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning; gebruikelijke hulp door partner is voldoende.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte beroepsgronden van appellante niet heeft beoordeeld en stelt de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden vast op 130 minuten per week.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag voor gesloten buitenwagen; medische adviezen zijn zorgvuldig en voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene geen procesbelang heeft in hoger beroep over toegang tot huishoudelijke hulp, uitspraak is principieel van aard.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Appellant heeft geen materiële of immateriële schade aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep heeft de maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning van appellante herzien en 50 minuten per week voor wasverzorging toegekend. Het college is veroordeeld tot proceskostenvergoeding aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van betrokkene ongegrond en stelt de Svb in het gelijk over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de afwijzing van een eenmalige uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt lagere vaststelling pgb en terugvordering door zorgkantoor. Appellanten krijgen geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering van pgb. Bescherming budgethouder te goeder trouw in kader van invordering onverschuldigd betaalde bedragen. Beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering van pgb op basis van Wlz voor 2017 en 2018, bevestigt besluit zorgkantoor.

De aanvraag voor een pgb op grond van de Wlz is afgewezen wegens eerdere fraude door de appellante. De Raad bevestigt de afwijzing en stelt dat de verantwoordelijkheid voor het pgb bij de budgethouder ligt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning niet eerder kan ingaan dan 1 november 2021.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank het beroep van appellant niet-ontvankelijk had moeten verklaren wegens gebrek aan procesbelang. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang na overlijden appellant zonder opvolgende erfgenamen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de voorkeur van de cliënt niet bepalend is voor de keuze van zorgaanbieder. Maatwerkvoorziening is passend.

Hoger beroep over maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning. De Raad corrigeert de rechtbank door de Staat te veroordelen in proceskosten van appellante tot € 907,-.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; appellant heeft inmiddels zelfstandige woonruimte en maakt geen gebruik meer van maatschappelijke opvang.

De Centrale Raad van Beroep heeft de maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning van appellant herzien en vastgesteld op 240 minuten per week, inclusief 41 minuten voor wasverzorging en 60 minuten voor extra inzet.

Afwijzing van de aanvraag voor een auto voor scootmobielvervoer op grond van de Wmo 2015; geen recht op maatwerkvoorziening vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een vaststellingsovereenkomst met een schadeverzekeraar niet in de weg staat aan de verstrekking van maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo 2015. De afwijzing van de aanvraag door het college wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen causaal verband is tussen de schade en de handelwijze van het zorgkantoor.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verstrekking van zorg in natura aan appellant en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking pgb wegens schending verplichtingen door appellant. Appellant moet € 44.195,19 terugbetalen aan zorgkantoor.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante procesbelang heeft en vernietigt de niet-ontvankelijkheid van de rechtbank, maar verklaart het beroep tegen de afwijzing van de duofiets ongegrond.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afkeuring van de zorgovereenkomst, omdat de zorgaanbieder geen zorg verleent in de zin van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van pgb wegens opzettelijke verstrekking van onjuiste gegevens door appellante.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van de aanvraag om maatwerkvoorziening opvang en oordeelt dat het college opnieuw moet beslissen, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; CIZ veroordeeld in proceskosten van appellant.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken omdat het college aan haar bezwaren is tegemoetgekomen. De Raad heeft het college veroordeeld in de proceskosten tot € 1.750 en het griffierecht van € 50 vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor een geluidswerende voorziening, oordeelt dat het college onzorgvuldig heeft gehandeld en geeft opdracht tot een nieuwe beslissing op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening Wmo-2015 voor gesloten buitenwagen; scootmobiel en AOV als adequate voorziening.

Hoger beroep over Wmo-ondersteuning. Appellant krijgt geen recht op hulp bij boodschappen en maaltijden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit blijft in stand.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; appellant heeft geen belang bij inhoudelijke beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat bezwaar tegen zorgkantoor tijdig is ingediend en vernietigt eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van het pgb van appellante door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, omdat niet voldaan is aan de voorwaarden voor het pgb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen belang had bij beoordeling van bestreden besluiten en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het CIZ niet bevoegd was om het zorgprofiel van betrokkene te herzien, omdat zijn zorgbehoefte niet is gewijzigd. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard.

De Raad oordeelt dat het hoger beroep slaagt en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het college moet een nieuwe beslissing nemen over de maatwerkvoorziening voor wasverzorging en appellante krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.750,-.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz, ondanks eerdere goedkeuring door de rechtbank, omdat hij in staat is om hulp in te roepen bij epileptische aanvallen.

De Centrale Raad van Beroep heeft de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden voor appellante vastgesteld op 155 minuten per week, na vernietiging van eerdere besluiten van het college.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor dubbele kinderbijslag wegens gebrek aan intensieve zorg voor de zoon van appellante en wijst een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.