Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 11 april 2023 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of betrokkene in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Betrokkene, geboren in 1985, lijdt aan epilepsie en Multiple Sclerose (MS) en heeft cognitieve problemen en angstklachten. Het CIZ had eerder de aanvraag voor zorg afgewezen, omdat er volgens hen geen blijvende noodzaak was voor 24 uur per dag zorg. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het CIZ gedwongen om zorg te indiceren, maar het CIZ ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er een blijvende noodzaak voor 24 uur per dag zorg was. De Raad oordeelde dat, hoewel betrokkene epileptische aanvallen heeft, hij in staat is om hulp in te roepen bij een aanval. De frequentie van de ernstige aanvallen, die sinds de diagnose in 2009 slechts enkele keren zijn voorgekomen, rechtvaardigt geen voortdurende zorg. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond, waardoor de afwijzing van het CIZ in stand bleef.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om de zorgbehoefte van betrokkene in het licht van zijn medische situatie en de mogelijkheden tot zelfalarmering te beoordelen. De Raad concludeert dat de zorgbehoefte van betrokkene niet zo ernstig is dat deze 24 uur per dag zorg vereist, en dat de eerdere afwijzing van het CIZ terecht was.