ECLI:NL:CRVB:2025:322
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor maatwerkvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen (Canta) door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Appellante, die lijdt aan verschillende aandoeningen die haar mobiliteit beperken, had eerder een maatwerkvoorziening in de vorm van aanvullend openbaar vervoer (AOV) ontvangen. Het college heeft de aanvraag afgewezen op basis van het advies van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB), dat stelde dat een scootmobiel in combinatie met het AOV de goedkoopste en meest geschikte oplossing was. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college handhaafde zijn besluit na een hoorzitting. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep is bevestigd. De Raad oordeelt dat de medische adviezen die aan het besluit ten grondslag lagen zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd dat haar situatie een uitzondering rechtvaardigt. De Raad concludeert dat het college de aanvraag voor de Canta terecht heeft afgewezen en dat er geen aanleiding is om een onafhankelijk medisch deskundige te benoemen. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.