ECLI:NL:CRVB:2025:324
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang in hoger beroep inzake toegang tot huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de erven van een betrokkene die hoger beroep hebben ingesteld nadat de rechtbank het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene geen procesbelang had, omdat zij op het moment van het instellen van het beroep al toegang had tot de huishoudelijke hulp. De Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de door de betrokkene gewenste uitspraak over het discriminerende karakter van de inkomenstoets alleen van principieel belang is en geen procesbelang oplevert. De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 9 januari 2025, waarbij de echtgenoot van de betrokkene en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen procesbelang is en bevestigt de aangevallen uitspraak.