dhr. prof.mr. S.E. Zijlstra

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Gelderland over pgb en zorgzwaartepakket, oordeelt dat zorgkantoor onterecht pgb berekende.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, omdat appellant inmiddels passende woonruimte heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening eigen bijdrage zorg op basis van gewijzigde inkomensgegevens en veroordeelt CAK in proceskosten.

Appellant vraagt een scootmobiel op basis van Wmo 2015. Het college wijst de aanvraag af. De Raad oordeelt dat het besluit onzorgvuldig is, maar laat het in stand. Kostenvergoeding van € 1.503,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de indicatie voor zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging voor betrokkene.

Hoger beroep over de redelijke belangenafweging bij de vaststelling en terugvordering van een pgb. De Raad herroept het besluit van het Zorgkantoor en stelt het pgb voor 2013 vast op € 64.371,99, met een terugvordering van € 11.330,13.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van € 8.200,51 door Zorgkantoor wegens niet-naleving pgb-verplichtingen door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart; medisch advies voldoende zorgvuldig, psychische klachten niet onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wlz-aanvraag van appellante met schizofrenie, omdat psychiatrische grondslag geen toegang biedt tot zorg.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet voldeed aan de administratieve verplichtingen voor het pgb 2014, waardoor het Zorgkantoor het pgb op nihil kon vaststellen en terugvordering kon toepassen.

Centrale Raad van Beroep herroept besluit Zorgkantoor over pgb, stelt het pgb voor 2013 vast op € 13.815,24 en vordert € 18.762,36 terug.

Centrale Raad van Beroep vernietigt beëindiging financiële tegemoetkoming op basis van Wmo 2015; maatwerkvoorzieningen kunnen ook financieel zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Wmo 2015 recht geeft op een maatwerkvoorziening, inclusief financiële tegemoetkoming, ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt herziening en terugvordering van pgb voor huishoudelijke verzorging, oordeelt dat appellante niet op de hoogte was van gevolgen van zorgovername door dochter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de voorziening voor een aangepaste bruikleenauto, o.b.v. Wmo 2015, omdat appellante kan voorzien in haar vervoersbehoefte met een rolstoeltaxi.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van het pgb van appellante, oordeelt dat Zorgkantoor onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de zorg en herstelt het recht op pgb per 15 juli 2015.

Hoger beroep over de toekenning van huishoudelijke hulp aan appellante, waarbij de Raad oordeelt dat de inwonende kinderen gebruikelijke zorg kunnen verlenen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor zorg op grond van de Wlz, omdat de psychiatrische grondslag niet in aanmerking komt voor zorg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen afkeuring pgb, omdat bezwaarschrift te laat is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de indicatie voor persoonlijke verzorging en begeleiding in het kader van de AWBZ.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Zorgkantoor onvoldoende heeft gemotiveerd de intrekking en lagere vaststelling van het pgb van appellante. Het Zorgkantoor moet het besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante verantwoordelijk blijft voor het nakomen van pgb-verplichtingen en bevestigt de vaststelling van het pgb op € 6.879,06, met een goedkeuring van 60% van de zorgkosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering pgb aan betrokkene wegens onduidelijkheid over beheerder. Zorgkantoor oordeelt dat betrokkene niet in staat is om verplichtingen te vervullen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over pgb-vaststellingen en schadevergoeding, verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk voor jaren 2012 en 2013, en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op financiële tegemoetkoming voor gebruik eigen auto in het kader van de Wmo over de periode van 18 oktober 2013 tot en met 31 oktober 2016.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Zorgkantoor bevoegd was pgb terug te vorderen wegens onvoldoende verantwoording door appellante. Eerdere uitspraken van de rechtbank zijn vernietigd.

Hoger beroep over de afkeuring van verantwoording van pgb voor zorg. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat massage en spraak- en bewegingsoefeningen geen AWBZ-zorg zijn.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van aanvraag tot vervanging scootmobiel; geen noodzaak aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de eigen bijdrage zorg op basis van de Wlz, waarbij geen hardheidsclausule van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CIZ bevoegd is bij bezwaren tegen AWBZ-besluit en dat appellante niet was aangewezen op functie verblijf. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering pgb wegens onvoldoende verantwoording door appellant.

Hoger beroep over de verantwoording van een pgb; kosten voor begeleide vakanties en maaltijden zijn AWBZ-zorg. Zorgkantoor moet pgb vaststellen op € 36.919,37 en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Zorginstituut terecht boete oplegde voor niet afsluiten zorgverzekering. Betrokkene voldeed niet aan verzekeringsplicht, ondanks claims over buitenlandse verzekering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over pgb en terugvordering door Zorgkantoor; appellante had recht op het volledige bedrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat buitenlandbijdrage voor meeverzekerde gezinsleden van een grensarbeider terecht is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag voor verlenging AWBZ-zorg; medisch advies CIZ zorgvuldig en behandeling op basis van Zvw voorligt.

Tussenuitspraak over pgb en onjuiste indicatiebesluiten CIZ; Zorgkantoor moet gebreken herstellen.

De aanvraag voor een persoonsgebonden budget werd afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagde niet.

Hoger beroep niet-ontvankelijk voor besluiten 4, 5 en 6; kosten deskundige [Y.] ten onrechte niet vergoed; CIZ veroordeeld tot betaling van € 1.180,08.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Ondersteunende begeleiding en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen aanspraak kan maken op Begeleiding Groep vanwege lichte beperkingen in psychisch functioneren en sociale redzaamheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake zorgindicatie. CIZ heeft niet voldoende gemotiveerd waarom fysiotherapie niet bijdraagt aan mobiliteit appellante. Proceskosten van € 2.232,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking bijstandsuitkering van vreemdeling met inreisverbod; rechtmatig verblijf en materiële rechtszekerheid spelen een cruciale rol.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat zanglessen niet uit het pgb vergoed kunnen worden, omdat ze geen begeleiding in de zin van de AWBZ zijn.

Hoger beroep over beëindiging en terugvordering van pgb door Zorgkantoor Menzis. Centrale Raad bevestigt dat appellant niet voldeed aan verantwoordingsverplichtingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet is aangewezen op een hogere indicatie voor persoonlijke verzorging AWBZ. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de indicatie voor zorg van appellante door CIZ ondeugdelijk gemotiveerd is en stelt deze vast op klasse 4 voor Begeleiding individueel en klasse 2 voor Persoonlijke verzorging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van bijstandsaanvragen wegens onvoldoende bewijs van hoofdverblijf op het opgegeven adres.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van CIZ en indiceert appellant voor persoonlijke verzorging, klasse 2, voor de periode van 16 december 2013 tot en met 15 december 2028.