ECLI:NL:CRVB:2017:3905
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verantwoording en vaststelling van persoonsgebonden budget (pgb) in het kader van AWBZ en de verantwoordelijkheden van de verzekerde
In deze zaak gaat het om de verantwoording en vaststelling van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante is verleend door Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. voor het jaar 2013. Appellante had een netto pgb van € 11.349,11 ontvangen, maar het Zorgkantoor heeft een deel van de verantwoording afgekeurd. De rechtbank Midden-Nederland had eerder de beroepen van appellante tegen de besluiten van het Zorgkantoor ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het Zorgkantoor onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de geboden zorg niet als begeleiding kan worden aangemerkt. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Zorgkantoor buitenwettelijke beslissingen heeft genomen en dat de bestreden besluiten deel uitmaken van het vaststellingsbesluit van 22 mei 2014. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart de beroepen tegen het besluit van 22 mei 2014 ongegrond. De Raad bevestigt dat appellante verantwoordelijk blijft voor het nakomen van de verplichtingen die aan het pgb zijn verbonden, ook als zij het beheer aan een derde heeft overgelaten. De Raad oordeelt dat appellante met de goedkeuring van 60% van de gedeclareerde zorgkosten niet tekort is gedaan, en dat het pgb voor het jaar 2013 op € 6.879,06 wordt vastgesteld. Tevens wordt het Zorgkantoor veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante.