Uitspraak
16.2347 WMO
11 maart 2016, 15/2747 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst af het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. Appellante, geboren in 1965, heeft beperkingen die haar belemmeren bij het uitvoeren van huishoudelijke taken. Het college van burgemeester en wethouders van Venlo heeft haar op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in het verleden huishoudelijke hulp toegekend, maar heeft later besloten dat appellante niet langer in aanmerking komt voor deze hulp, omdat zij twee inwonende kinderen heeft die geacht worden gebruikelijke zorg te verlenen. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college niet onzorgvuldig heeft gehandeld door geen nieuw keukentafelgesprek te houden en dat van de inwonende kinderen kan worden verwacht dat zij huishoudelijke taken verrichten.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het besluit onzorgvuldig is voorbereid en dat haar kinderen niet in staat zijn om huishoudelijke taken te verrichten. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de Verordening niet voorschrijft dat een keukentafelgesprek in de woning van de belanghebbende moet plaatsvinden. De Raad concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat appellante samen met haar kinderen het huishouden kan voeren en dat zij daarom niet in aanmerking komt voor huishoudelijke hulp. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het verzoek om vergoeding van wettelijke rente wordt afgewezen.